12 WEE
B?
Bart van Schilt loopt dit jaar vijf
woestijnwedstrijden van elk 250 kilometer.
Onmogelijk? „Nee", zegt de Zeeuws-Vlaming. „Het
belangrijkste is dat je het geestelijk volhoudt."
REPORTAGE HARDLOPEN IN DE WOESTIJN
Ik win geen wedstrijden.
Maar ik kan wel een bepaalde
activiteit heel lang volhouden
effectiever dan fietsen. Als je 's avonds twee uur gaat fiet
sen, heb je in feite weinig gedaan. Maar als je in diezelfde
twee uur gaat hardlopen, heb je een zware training te
pakken. Vandaar dat ik die switch heb gemaakt. En ik
vond het meteen leuk."
Wat heet! Van Schilt was meteen zó enthousiast dat hij
zich inschreef voor de Marathon van Rotterdam. Die was
amper drie maanden na zijn eerste training. „Mijn li
chaam was wel wat gewend op het gebied van duurspor-
ten. Ik geloofde dus wel dat ik die afstand aankon. En dat
bleek ook. Mijn tijd van 4.24 uur was niet heel snel, maar
ook weer niet verkeerd."
Kort daarna raakte de Zeeuws-Vlaming geïnspireerd
a
art van Schilt zoekt graag zijn grenzen op.
Liefst in een recordtempo. Ga maar na: in ja
nuari 2014 begon hij met hardlopen en
slechts drie maanden later waagde hij zich
aan een marathon; in 2015 voltooide hij al
zijn eerste monstertocht van 250 kilometer door de
woestijn en anno 2018 loopt hij er zelfs vijf, binnen acht
maanden. „Anderen vinden het gekkenwerk", zegt de
Zeeuws-Vlaming, die opgroeide in Sas van Gent, Absdale
en Axel. „Maar ik denk dat je je lichaam meerdere keren
achter elkaar pijn kunt doen. Ik ben ervan overtuigd dat
ik ze allemaal uitloop."
Het vreemde is dat Van Schilt (40) niet bepaald ge
bouwd is om te lopen. „Ik heb korte spieren en ben zo stijf
als een hark", vertelt hij met een grote lach op zijn ge
zicht. „Snel ben ik dan ook niet. Ik win geen wedstrijden.
Maar ik kan wel een bepaalde activiteit heel lang volhou
den."
De nieuwbakken ultraloper (van afstanden groter dan
de marathon) wilde zich aanvankelijk opwerken als wiel
renner. Van zijn 7de tot zijn 21ste was hij zeer fanatiek.
„Maar ik ben nooit een topper geworden. Bij de jeugd heb
ik nog redelijk goed gefietst. Ik zat altijd bij de eerste vijf.
Ik was vrij sterk voor mijn leeftijd en dat was mijn geluk.
Maar hoe ouder ik werd, hoe vaker ik in de middenmoot
eindigde. Mijn leeftijdsgenoten hadden veel meer groei-
marge. De wil om te presteren was er wel, maar op het fy
sieke vlak redde ik het niet. Uit tests - daar heb ik er veel
van gedaan destijds - bleek dat ik een te kleine motor
had."
Rond z'n 21ste stopte Van Schilt. Hij was in het West-
dorpse aannemingsbedrijf van zijn vader gaan werken en
maakte op een gegeven moment dagen van zestien a ze
ventien uur. Tijd om te fietsen was er niet meer. „Er werd
in mijn werk steeds meer van me verwacht."
Maar de Zeeuws-Vlaming hield dat leven zonder spor
ten maar een paar jaar vol. „Toen ik 26 was, hebben we
een achteraf best bizarre keuze in ons leven gemaakt. Ik
dacht op een gegeven moment: 'Hallo, is dit het leven dat
ik wil?' En mijn vriendin Inge vond ook: 'Dit moet an
ders'. Ik ben toen gestopt met werken bij mijn vader - een
moeilijke beslissing - en ben fulltime wielrenner gewor
den. Ik was toen zo naïef om te denken: 'Als ik heel veel
door de Belg Tom Waes, die voor zijn tv-programma
Tomtesterom de Marathon des Sables liep. Dat is een
loodzware ultraloop in de Marokkaanse Sahara, waarbij
in een week 250 kilometer wordt afgelegd. Toen Van
Schilt de uitzending zag, was hij verkocht. 'Dat ga ik
ook een keer doen', dacht ik", vertelt hij. „Daarna vroeg
ik tijdens een buurtfeest aan twee buurmannen, die ook
fanatiek hardlopen, of ze het op tv gezien hadden. Dat
bleek het geval. En ook zij waren enthousiast. Vrijwel di
rect hebben we besloten ons in te schrijven voor 2015."
Angst had Van Schilt niet. Iemand uit de buurt, die eer
der deelnam, vertelde het drietal dat het fysiek goed te
doen was en dat het vooral mentaal zwaar is. „Zo zie ik
het zelf inmiddels ook", vertelt hij. „Als je lichaam sterk
is en je kunt goed wandelen - want dat is veel stukken
gewoon nodig - haal je het gewoon. Het belangrijkste is
dat je het geestelijk volhoudt. Want rust heb je nauwe
lijks tussen de etappes door. Je ligt met z'n achten onder
een doek, maar komt nauwelijks aan slapen toe. Als de
zon weg is, is het heel koud en elke nacht zorgt een zand
storm ervoor dat dat doek wegwaait. Ook lig je slechts op
een dun kleedje, boven op de stenen. Comfortabel is het
allemaal niet. En dan strompel je, nog steeds vermoeid
en met kapotte voeten, 's ochtends weer naar de start."
Van Schilt liep de Highway to heil, zoals de Marathon
des Sables genoemd wordt, uit als 508ste. „Het idee dat ik
hem ging uitlopen, hield me op de been", vertelt hij.
„Deze wedstrijd is één van de zwaarste ultra's. Dus als je
hem voltooit, streelt dat je ego. Ik zal er niet om liegen,
daar doe je het in eerste instantie voor."
Maar met die prestatie was hij nog niet helemaal tevre
den. In 2017 wilde Van Schilt gaan voor een plek bij de
eerste 150. De Marathon des Sables voltooien is aardig,
maar het mocht van hem wel wat rapper. Dat ging het
uiteindelijk ook, echter niet zonder een dosis ellende.
Van Schilt werd namelijk ziek, uitgerekend in de nacht
voor de eerste etappe. „Ik had voedselvergiftiging. Ik gaf
over, had diarree. Maar ja, je wilt dan tóch starten, hè." Na
twaalf kilometer besloot hij op te geven. „Het ging echt
niet meer. Ik dacht ik: dit wordt mijn dood. Ik zat te jan
ken als een klein kind. Ik wilde me laten oppikken door
één van de jeeps. Ik deed mijn rugzak al af. En toen ging
opeens het licht uit. Ik werd pas weer wakker met een in
fuus in mijn arm. Ik was nog steeds aan het blèten en riep
tegen de dokter dat ik niet verder kon. Maar die zei: geen
paniek Bart, geef mij twee uur om je op te lappen en je
loopt vandaag de etappe uit, je loopt morgen ook weer en
de slotetappe op zaterdag haal je ook. Ik dacht: 'die vent is
gek'! Maar ik voelde me al snel iets beter worden en al
meteen was die dokter mijn beste vriend. Ik zal nooit ver
geten wat hij voor mij gedaan heeft, met die zoutoplos
sing en het middel ORS. Ik mocht inderdaad na twee uur
weer vertrekken en heb de etappe 'gewoon' uitgelopen.
En uiteindelijk heb ik het alle dagen volgehouden."
Eenmaal thuis dacht hij, onverschrokken als hij is, al
train, kan ik hogerop geraken'. Maar ja, daar was ik na
tuurlijk al te oud voor. Bovendien had ik zo'n vier jaar niet
gefietst. Ik wilde proberen met het wielrennen wat geld te
verdienen, maar dat lukte niet. De resultaten waren mid
delmatig."
Feest
Spijt heeft Van Schilt evenwel nooit van die seizoenen
gehad. „Voor mij was die periode een feest", vertelt hij.
„In de jaren ervoor bestond mijn leven alleen maar uit
werken. Dus als je dan ineens iets nieuws kunt gaan
doen, is dat natuurlijk mooi. Het heeft mij doen inzien
dat er meer is dan alleen je baan. Maar uiteindelijk reali
seerde ik me wel dat het geen zoden aan de dijk zette. Ik
ben blijven fietsen, maar keerde wel weer terug bij mijn
vaders bedrijf. En uiteindelijk heb ik dat overgenomen."
Vervolgens ontdekte hij het hardlopen. „Acht uur werk
werd tien uur werk. En die tien uur werd twaalf uur... Ik
deed het allemaal met veel meer plezier dan voorheen,
maar mijn tijd werd wederom schaars", zegt Van Schilt,
die inmiddels al geruime tijd met Inge en zijn twee kin
deren in het Vlaamse dorpje Meer woont. „Lopen is dan
zaterdag 24 maart 2018
'Je kunt meermaals per
Roeland van Vliet