Uuyo Hugo Borst schrijft over zijn moeder, die aan alzheimer lijdt. De charmeur die in dezelfde woongroep verbleef als zij, is niet meer. Op deze foto's, ruim twee jaar geleden gemaakt door Margi Geerlinks, duwt medebewoner Ad mijn moeder die in een rolstoel zit. Goh, wat is hij hier nog vitaal. Het is een zeldzaam uitje. Activiteitenbegeleid ster Netty heeft Ad, ma en Anneke mee naar buiten genomen. Ze vinden het heerlijk. In 2015 kwam Ad met zijn kleur boeken het Verpleeghuis binnen. Jeetje, wat een knappe verschijning, wat een jonge vent nog, zeiden we tegen elkaar. Ad was nog geen 70 toen. Maar niemand komt zomaar in een verpleeghuis terecht. Een paar jaar eerder had Ad twee herseninfarc ten gehad die hun sporen hadden achtergelaten. Voor zijn vrouw was de zorg niet meer op te brengen. Medebewoners, verzorgenden, iedereen liep weg met Ad. Liefkozend noemde ik hem Adje Patatje. Als ik dat zei, schoot-ie in de lach. Ik prees hem de hemel in, omdat hij zo knap binnen de lijntjes kleurde. Als hij niet achter zijn kleurboeken zat, kon hij prachtig naar iemand lachen. Hij zocht contact, een echt gesprekje voeren was moeilijk. Hij kuierde zonder rollator over de vijfde verdieping. Op de ene woon groep had hij een vriendin van wie hij de hand vasthield. Het was weder zijds, heel schattig. Op een andere woongroep zat iemand die Ad niet mocht. Die twee moest je uit elkaar houden. Op zijn eigen groep leek Jo een oogje op hem te hebben. Zo nu en dan had Ad last van een epileptische aanval. Dat hakte er ste vig in. Maar hij was een taaie. Na een paar dagen leek hij weer hersteld. Op een dag wilde of kon hij niet meer kleuren. Dat was jammer, want die kleurboeken hadden therapeu tisch gewerkt. Er ontstonden meer momenten van onrust. Hij was vroe ger altijd een bezige bij geweest, ver telden zijn vrouw en zonen. Ad was handig, hij hield van klussen of was in de tuin aan de slag. Ik kon hem aan tafel altijd wel aflei den, vermaken. Vooral met Spotify lukte dat prima. Ik wist dat hij The Rolling Stones te gek had gevonden. Dus legde ik mijn iPhone voor hem neer en die tovermachine schonk hem Jumping Jack Flash, Paint It Black, Satisfaction. Het werkte onmiddellijk. Zijn hand tikte op tafel. Zijn hoofd knikte mee. Meteen zat-ie in het ritme. Muziek heeft een zalvende werking op geblesseerde hersenen. Een week of drie geleden is het misgegaan. Een aanval van epilepsie moet ernstige beschadigingen heb ben aangericht. Ad liep ineens niet meer. Hij was in zichzelf gekeerd of juist plotseling onrustig. Hij gaf aan - ik was er niet bij maar zo is het me verteld - dat hij niet meer wilde. Er kwam een rolstoel. Hij at of dronk nog maar nauwelijks. Kon hij dat niet meer of wilde hij dat niet meer? Ad was vaker op zijn kamer, in bed. Aan tafel kreeg ik nog amper contact met hem. Ma ontging het allemaal. Mede bewoner meneer Groeneveld niet. Vorige week zei hij tegen me: „Een paar dagen geleden verscheen er nog een lach als je wat tegen hem zei, maar nu is het niets meer. Het enige wat ik kan doen voor Ad is bidden." Op de dag van zijn overlijden heb ik nog aan Ads bed gestaan. Hij ademde zwaar. Ik speelde Angie van de Stones en ook nog Avé Maria, maar hij was al ver, ver weg. Op de woongroep zal ik hem mis sen, en ik niet alleen. 41 magazine 33 Adje Patatje WG

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 97