'OOK IN HET ZIEKENHUIS WILDE ZE DAT IK HAAR VOORLAS' Terlouw ontmoette zijn Alexandra toen ze allebei wis- en natuurkunde studeer den aan de Universiteit Utrecht. „Ze was 17, eerstejaars en ik vierdejaars. Het was onmiddellijk raak. Zij heeft direct ver klaard: van jou hou ik, punt. Zij was daar zeer zelfverzekerd over. En ze is nooit opgehouden van me te houden. Nou, dat is toch ontzettend mooi, niet?" Na ruim zestig jaar huwelijk, overleed Alexandra vorig jaar augustus. „In drie dagen was ze weg. We maakten ons al een tijdje ongerust over haar. Ze begon slecht te lopen, door aderverkalking. En ze at slecht. In het ziekenhuis vonden ze niets ernstigs. We zouden naar Jeruzalem reizen, waar familie woont. Omdat ze niet meer zo ver kon lopen, had ze een stepje gekocht. Ze was in de bijkeuken even aan het oefenen met de step, en toen is ze kennelijk gevallen. Ze riep nog hard naar me. Ik vond haar met een bloeden de wond. Op een stoeltje, buiten be wustzijn. In het ziekenhuis bleek dat alles was verkalkt, ook haar slagaders. Ze kon niet overleven. Elke infectie zou haar fataal zijn geworden, werd gezegd." „Ja. Ik kon moeilijk met haar praten, maar ze was nog wel bij. Ze wilde ook nog dat ik haar voorlas, daar was ze altijd dol op. Op haar verzoek las ik haar voor het ongelukje thuis al voor uit Ooster- schelde Windkracht 10, dus dat heb ik meegenomen naar het ziekenhuis en daar las ik haar af en toe een stukje uit voor." Ik geloof niet dat ze wist dat ze dood ging. Want ze zei in het ziekenhuis nog: Jan, de koeien niet wegdoen. Ik heb namelijk acht jaar geleden, toen ze een hartoperatie onderging, de koeien weg gedaan omdat ik ze niet alleen kon ver zorgen. Ik begreep uit haar woorden dat ik ze niet weg mocht doen omdat ze terug zou keren. Ik zei: nee hoor, die hou ik. Dat gaat nu prima. Ze was een heel liefdevolle vrouw en zeer energiek. Altijd ergens mee bezig, zestien uur per dag. Met een kleinkind, met het corrigeren van een boek van mij, noem maar op. Toen ik mijn eerste boek schreef, begon ze direct commentaar te geven. En we kregen geregeld twistgesprekken over elk woordje en elk dingetje. Toen heb ik gezegd: zo doen we dat niet meer. Jij corrigeert wat je wilt en ik beslis of ik het overneem. We discussieerden er bijna nooit over. Ik beoordeelde gewoon of ik het met haar eens was, of niet." Met een twinkeling in de ogen: „En ik was het bijna altijd met haar eens." „Dit is het laatste wat ze van me heeft gelezen en gecorrigeerd. In Renesse, waar we een huisje hebben. Ze was net terug uit Zeeland, met al haar aanteke ningen. En toen ging ze dood. Het is vreselijk, maar het is het leven." „Ja. We leven te lang, met allerlei kunstmatige middelen. Eigenlijk horen we dood te gaan als we een jaar of 50 zijn." „Genade! Geleende tijd!" Tijdens de fotosessie, direct na het interview, worden twee kalveren geboren in de stal van Jan Terlouw. Is ze in het ziekenhuis nog bij bewustzijn geweest? U bedankt haar nog voor haar commentaar in het voorwoord van uw essay. Dat is ook de natuur? Dan leeft u al 36 jaar te lang. Jan Terlouws essay Natuurlijk is vanaf vandaag te koop voor €3,50 in de boekhandel. 161 zaterdag 10 maart 2018

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 80