15
Toen mijn chef zei
dat ik naar
Zeeland terug
mocht, kon ik hem
wel zoenen
geulen te storten, en zo de mon
ding van de Oosterschelde te dich
ten. Amerikanen kwamen daar
voor over uit het Duitse Heidel-
berg. Machtige mannen die nog in
Vietnam hadden gevochten. 'Gooi
dicht met die heli's', was mijn
idee. En toen moesten we hele
maal opnieuw beginnen."
„Omdat het honderd procent vei
ligheid biedt. Ik zag ook wel dat er
veel verzet was tegen het afsluiten
van de Oosterschelde. 'Deltamoor
denaars' schreven actievoerders bij
onze werkketen. Mosselkwekers,
met wie ik trouwens goed contact
had, drukten het op je hart: 'je
weet toch dat die open moet blij
ven, ee'. Een waterstaatsman is
ook een goed milieuman. Zonder
oog voor de natuur begin je wei
nig, maar als je de Ramp van 1953
hebt meegemaakt, besef je wat na
tuurgeweld kan doen."
„Ik woonde in Hoek, bij Terneu-
zen. Ik was nog bezig met de in
poldering van de Braakman. Die
was al dicht, maar de polder moest
nog worden ingericht. En wat
deed ik in de Rampnacht, van 31
januari op 1 februari 1953? Ik sliep.
De politie kwam me wekken. De
dijk van de Nieuw Neuzenpolder
vlak bij Hoek was gebroken. Ik had
als waterbouwer niet in de gaten
dat het zo erg zou worden die
nacht. Beschamend vond ik dat."
„Dat heeft met mijn jeugd te ma
ken. Ik ben als het ware aange
spoeld uit zee, op het strand van
Cadzand Haven, nu Cadzand-Bad.
Vijftien huizen stonden er, toen ik
kind was. Mijn vader was er dijk-
baas bij het waterschap. We leef
den in de natuur, met de zee.
Ik had beter moeten weten, in
1953"
„Ik ben daar ook blij mee. Ik ben
altijd fluitend naar mijn werk ge
gaan en fluitend weer naar huis.
Op een jaar had ik hooguit twee
baaldagen. Het was prachtig om
aan al de Deltawerken een bij
drage te leveren, aan de Zand-
kreekdam tussen Noord- en Zuid-
Beveland, de Grevelingendam bij
Bruinisse en tot slot de storm
vloedkering."
„Vijf maanden voor mijn pensi
oen, zoveel is dat toch niet. Ik was
daarvoor met mijn vrouw op va
kantie geweest in Australië, op be
zoek bij mijn broer. 'Ik stop', heb
ik toen besloten. Ik was bijna 65
jaar en had ruim veertig jaar ge
werkt."
„Ik ben altijd een man van de
praktijk geweest. Kort na de oor
log heb ik een tijdje op kantoor
gewerkt in Den Haag. Ik zat bin
nen en zag de bladeren van de bo
men vallen. Dat was niks voor mij.
Toen mijn chef zei dat ik naar Zee
land terug mocht, kon ik hem wel
zoenen. Ik moet buiten zijn. Daar
moet het gebeuren, maar in mijn
laatste werkzame jaren zag je
steeds meer mensen met nota's en
stapels papieren. Waar vind je nog
echte waterbouwers? Straks zul
len ze hard nodig zijn, als de kli
maatverandering doorzet en een
tweede duinenrij aangelegd moet
worden tussen Vlissingen en Den
Helder."
„Zeker, ik lees elke dag de krant en
vorm me een mening. Neem de
ontpoldering van de Hedwigepol-
der. Als de dijk is doorgestoken, zal
het gebied snel weer opslibben en
vol riet komen te staan. Naar mijn
idee is dat volstrekt nutteloos. Ook
met dat nieuwe natuurgebied bij
Breskens, Waterdunen, heb ik
moeite. Maar ja, van de andere
kant, Cadzand-Bad verandert in
een tweede Knokke. Misschien
heb je daartegenover wel een Wa
terdunen nodig, al kan ik me er
moeilijk mee verenigen. Maar ja,
de wereld draait door."
zaterdag 10 maart 2018
GO
Leen Becu:
„Ik ben altijd
een man van
de praktijk ge
weest." FOTO'S
Waarom wilde u per se de Oos
terschelde dicht hebben?
Hoe heeft u zelf de Ramp van
1953 beleefd?
Waarom? U was, helaas, zeker
niet de enige die het niet in de
gaten had.
Het was een harde les, maar als
waterbouwkundige heeft u ver
volgens kunnen bouwen aan een
veiliger Zeeland.
Toch bent u voortijdig gestopt.
Maar had het ook niet iets te
maken met veranderingen bin
nen Rijkswaterstaat?
U blijft bij de tijd.