NIJEMIRDUMERKLIF De straffe wind ruikt bijna zilt, en grauwe golven eindigen hun reis op grijze blokken basalt. Daarachter rijst de met gras en struiken begroeide klif enkele meters omhoog. Het zal in de tijd van Jac. P. Thijsse niet veel anders zijn geweest. Het woord berg is te veel gezegd, toch is op de top het zicht over het water overweldigend. Fijn, die wind; zo moet de Zuiderzee eruit hebben gezien. Het aangrenzende boerenlandschap wordt tot in de verre verte niet verstoord door huizen, megastallen of andere bebouwing. Het smalle pad van de openbare weg naar de klif ligt knus tussen authentieke tuinwallen, tünwallen. Op zijn romme lige erf banjert een boer rond. Zijn blauwe overall wappert om zijn lijf. In zijn wandelboek noemde Thijsse de klif'stellig een van de mooiste en interessantse plekjes van ons vaderland'. Hij heeft nog steeds gelijk. Dat de klif eigenlijk de Oude Mirdumer Klif heet en dat de toren van Nijemirdum - 'een prettig oud ding dat zijn kerk kwijt is' - op de aquarel op een andere plek had moeten staan... ach. ELBURG Thijsse verbaasde zich al over het stratenpatroon dat hem deed URK Voor Urk zijn de gevolgen van de Zuiderzeewet, die honderd jaar geleden werd aangenomen, het grootst geweest: het eiland is als het ware opgeslokt door het nieuwe land, en alleen vanaf het IJsselmeer lijkt het nog op het dorp van vroeger. „Maar het ei landgevoel blijft", zegt een van de oude mannen op het bankje in de haven. Boven hen staat de tekst 'instituut voor levenswijs heden'. Ze praten niet alleen over het verleden maar ook over pulsvisserij en de 'trouwlustige stelletjes' die voorbij slenteren. Al is het enigszins verbouwd, het huisje uit het album weten ze precies aan te wijzen. „Daar, aan de overkant. Naast dat restau rant." Die overkant, het oude centrum, is een verrukkelijke ver zameling oude huisjes en kronkelige steegjes die ginkies worden genoemd. Als het kan, gaat iedereen 's middags naar huis voor een warme maaltijd, de kost, en op zondag is het op Urk nog steeds één en al rust. Alleen het restaurant onderaan de vuur toren is dan open. Voor bezoekers van buiten. Gefluisterd wordt dat Urkers langswandelen om te kijken of er dorpsgenoten aan tafel zitten. BLOKZIJL De oude zeedijk tussen Lemmer en Blokzijl is nu een wonderlijke grens tussen het oude en het nieuwe land. Vanaf deze kant, met de rug naar de strakke Noordoostpolder, kom je Blokzijl binnen via de Noorderkade, langs de haven die een eeuw geleden nog rechtstreeks in verbinding stond met de Zuider zee. Achter de havenkom, waarin de tjalken als van ouds liggen afgemeerd, staat het stadje fotogeniek te wezen. Net als op het plaatje uit het Verkade-boek. Wie dit plaatsje in loopt, zal ook blij verrast zijn. Oké, het vroegere tolhuisje is een woning geworden en de winkeltjes en horeca zijn van deze tijd, maar de vele monumentale panden hebben hun uiterlijk mogen behouden. Koop een Blokzijler Brok - een soort speculaas - ga op een bankje zitten en mijmer. 561 zaterdag 10 maart 2018 NIJE MIRDUMER KLIF. URKER HUISJE. BLOKZIJL. WG

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 120