IK KREEG EEN BROK IN MIJN KEEL. KWETSBAARDER ZIJN IS NIET ALLEEN NEGATIEF die kwam uit mijn reservetank en zou pas weggaan als Pippa weer beter was. De meter wees uit dat mijn dochter een verontrustend lage hoeveelheid zuurstof opnam. De röntgenfoto erna was even duidelijk. Vooral achter haar rechterlong zat erg veel vocht. Een zware dubbele longontsteking luidde de diagnose. „Als het zo ernstig is moet het er al even zitten", veronderstelde ik. „Je dochter is een bikkel", zei de arts, „Het is goed dat je niet later bent geko men." Inmiddels was er voor Pippa niet veel meer te grappen. De verhoging was terug, in rap tempo begon ze zich slech ter te voelen. Alsof het mocht, nu ze in het ziekenhuis was. Ik appte Edwin: 'Dubbele longontsteking, Pip moet van nacht blijven.' Hij zou zorgen voor de an dere twee, appte hij terug, en een tas maken voor Pippa en voor zichzelf. Begin van de avond zou hij komen om mij af te wisselen en hij zou dan 's nachts bij haar blijven slapen. 'Verheug me al op het ziekenhuismenu', schreef hij. Even door stroomde me een geluksgevoel, om de geoliede machine die we waren op zulke momenten. Ons samenzijn, als het ging om Pippa, was van iets wat we hadden moeten bevechten haast ongemerkt een solide gegeven geworden. Pippa kreeg een kamertje op de kin derafdeling. We deden onze schoenen uit en gingen samen op bed liggen. „Hé, een oude bekende", zei de verpleegkun dige vrolijk toen ze binnenkwam. Pippa kon alleen nog maar flauwtjes glim lachen. De verpleegkundige bevestigde een knijpertje met een lampje aan Pippa's wijsvinger. Met een witte pleis ter plakte ze het stevig vast. Nu was Pippa gekoppeld aan de zuurstofmeter, die meteen dringend begon te piepen, als teken dat haar zuurstofwaarden flink onder het minimum zaten. Ze kreeg een kapje voor haar neus en mond met een elastiekje om het hoofd. Ik voelde een plaatsvervangende opluchting toen ik de zuurstof hoorde suizen. Ik legde mijn hand op haar voorhoofd en voelde het branden. Haar hoest scheurde door de ruimte, een droge hoest die geen verlos sing bracht. De kinderarts die dienst had in de avond kwam binnen om te kijken of het kapje iets uitmaakte. Geen verbetering. Ze keek naar Pippa, dacht na en liep weg. Na een kwartier kwam ze terug. „Ik wil een ambulance bestellen om haar naar het AMC over te brengen. Daar hebben ze de middelen om even tueel het vocht achter haar longen weg te zuigen. Ze kan er terecht op de tiener afdeling." „Moet dat echt?", vroeg ik. „Ik denk dat dit nu de beste optie is." Weg was ze weer. Ik stond naast het bed en keek naar Pippa. Nee, klonk er duidelijk een stem vanbinnen. De verplaatsing naar een vreemd ziekenhuis aan de andere kant van de stad zouden haar vooral veel stress opleveren en daardoor meer be nauwdheid. En dan ook in het donker op een tijdstip dat ze haar slaap zo hard nodig had. Ik wist ook dat de kans dat ze daadwerkelijk het vocht achter haar lon gen zouden wegzuigen klein was, omdat het een ingrijpende behandeling is die lang niet altijd werkt. Was onze eigen arts er nu maar met haar vertrouwde ernstige blik en scha terlach op de juiste momenten. Ze kende ons vanaf de eerste dag van Pippa's leven, kon onze dochter lezen en onthield de kleinste dingen. Ze wist zelfs in welk jaar we in Bretagne op vakantie waren geweest. Ik beende heen en weer langs het bed waar Pippa lag te vechten om lucht. Een redelijk stemmetje probeerde nog: Je bent geen medicus, straks gaat het mis. Maar toen rende ik op mijn sokken de zieken huiskamer al uit. Luid klopte ik op de kamer van de arts die achter haar compu ter zat. „Ik heb er een heel, heel slecht gevoel over", zei ik. „Ik denk dat het beter voor haar is als ze hier blijft. Zou u de ambu lance willen afbestellen?" Ze keek me peilend aan en zei toen: „Ja, dat zal ik doen." Daarna liep ik terug naar Pippa's kamer, klom in het ziekenhuisbed naast mijn zwaar ademende dochter en deed het gordijn om ons heen dicht. 41 Anders mooi van Marlies Kieft verschijnt op 6 maart bij uitgeverij Nijgh Van Ditmar. (20 euro) 281 zaterdag 3 maart 2018 WG

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 92