het weekend moet ik de wekker zetten.
Lekker lang luieren is er niet meer bij.
Met pijn in mijn hart zet ik op zaterdag
avond de wekker dus gewoon op 8.00
uur, de volgende ochtend voelt het alsof
ik de enige op de wereld ben die al wak
ker is. Manlief draait zich nog een keer
om en ook de rest van het huis is nog in
diepe rust, zij doen niet aan dit soort frat
sen. Maar eerlijk is eerlijk, het lijkt alsof
ik op zondagavond minder moeite heb
om weg te dromen.
Een voordeel van de onlinetherapie:
ik kan alle informatie printen en nog
eens nalezen. Maar, merk ik na een aantal
digitale consulten: mijn motivatie ver
slapt. Het feit dat ik geen persoonlijk
contact heb met een therapeut, wreekt
zich. Als het er door drukte even niet van
komt de dagboekjes in te vullen, is er nie
mand die me daartoe aanspoort.
Nieuwe opdracht
Van mijn digitale therapeut mag ik dus
niet te lang in bed liggen: 'Daarmee ver
snippert u de slaap eerder dan dat het
helpt. Door korter te blijven liggen krijgt
uw lichaam de kans weer aan langere
stukjes doorgaand slapen te wennen'. Ik
krijg er een nieuwe opdracht bij: 'Ga pas
om 00.00 uur naar bed, en ga er altijd om
7.15 uur uit'. Ook dit vind ik een pittige;
het druist in tegen alles wat ik mezelf heb
aangeleerd. Minder dan acht uur uittrek
ken voor mijn nachtrust? De eerste dagen
ben ik doodmoe, maar uit mijn dagboek
jes blijkt op den duur warempel dat het
minder lang duurt voordat ik in slaap val.
Alle opdrachten zijn erop gericht om
het moment van naar bed gaan, de slaap
kamer en mijn matras te koppelen aan
gevoelens van ontspanning en slaperig
heid, in plaats van aan angst en frustratie.
Natuurlijk werkt dat niet van de ene op
de andere dag, maar na verloop van tijd
merk ik een subtiele verandering: ik ver
heug me er soms op lekker te gaan liggen
in plaats van ertegen op te zien. Heel
soms grijp ik nog naar het Droomsap,
maar dat is natuurlijk niet de bedoeling.
Naar bed: 23.45 uur- Licht uit: 00.00 uur -
In slaap: 00.45 uur- Wakker: van3.00 tot
3.30 uur-Opgestaan: 7.30 uur-In bed: 7,75
uur. Geslapen: 6,25 uur. Slaapefficiëntie:
80 procent
Ten deel van de lijd dal je ligl te wachten
op de slaap en nadenkt, laat liet brein
toch activiteit zien die bij slaap hoort'
Sceptisch als ik was, moet ik vaststellen
dat het inderdaad helpt om verkeerd aan
geleerd gedrag en verkeerde aannames
rond slaap nader te bekijken. Dat ik beter
zou doorslapen door later naar bed te
gaan bijvoorbeeld, had ik niet kunnen
bedenken. En dankzij de dagboekjes zie
ik dat ik soms meer in dromenland ben
dan ik dacht. Tegelijkertijd durf ik de hei
lige acht uur slaap los te laten. Kwaliteit
is belangrijker dan kwantiteit. Ik merk
dat ik ook na zes uur prima functioneer.
Van Someren steekt me nog een hart
onder de riem. „Een deel van de tijd dat
je ligt te wachten op de slaap en nadenkt,
laat het brein toch activiteit zien die bij
slaap hoort. Eigenlijk zou je kunnen zeg
gen dat slapelozen er goed in zijn om tij
dens de nacht door te denken. Ze maken
zich er in elk geval veel te veel zorgen
over."
Of de nacht en ik ooit vrienden wor
den? Geen idee. Maar dat hoeft ook niet.
Zolang we elkaar maar respecteren. <1
O
- Eus van Someren, slaapprofessor VU A'dam
421 zaterdag 17 februari 2018
WG