I Britten: Russen legden Rotterdamse haven plat 3 Aantal specialisten dat politie bijstaat na geweldsincident slinkt zienderogen Politieagenten die slachtoffer zijn van geweld, staan steeds vaker in de kou. De casemanagers van de politie die hen moeten begeleiden, kunnen het werk niet aan en zeggen dat de top hun noodkreten negeert. Casemanagers steu nen agenten als ze op hun kwetsbaarst zijn: als slachtoffer. Ze helpen bij het te rugkrijgen van me dische kosten of het verkrijgen van psychische hulp. Daarnaast zorgen ze voor juridische ondersteuning. Maar ze kunnen het werk niet meer aan. In twee jaar tijd is het aantal GTPA-casemanagers (Geweld Te gen Politieambtenaren) gedaald van 50 naar elf. „Ik heb geen tijd meer voor een fatsoenlijk gesprek, voor een fatsoenlijke voorbereiding van een zitting, laat staan voor het bijwonen van een zitting", zegt een van hen. Voorzitter Jan Struijs van politie bond NPB noemt de inkrimping schandalig. „Iedereen spreekt ferm uit dat geweld tegen politiemensen niet moet kunnen. Er zijn ook goede protocollen opgezet. Maar keer op keer, als politiemensen een beroep doen op die regeling, wor den ze in de kou gezet. De korps chef heeft duidelijk beloofd politie mensen optimaal te begeleiden. Die belofte moet hij nakomen, want zo ga je niet met mensen om die dag en nacht klaarstaan om de burgers te beschermen." Jaarlijks worden ruim 9.000 inci denten tegen agenten gerappor teerd. Het merendeel betreft lich tere vergrijpen, zoals burgers die beledigende taal uitslaan of bijten, krabben en schoppen. Maar het gaat ook om zwaardere zaken. Elk jaar raken tussen de 1.000 en 1.200 agenten gewond. Alleen afgelopen maand zijn al dertien gevallen van poging tot doodslag geregistreerd. En al drie keer dit jaar reed een ie mand met een auto in op een agent. Dat laatste overkwam in augus tus vorig jaar een agente in de een heid Noord-Nederland, die af kwam op een melding van huiselijk geweld. De verdachte was inmid dels in zijn auto gaan zitten. Toen de agente het portier opende, reed hij ineens achteruit. De agente werd meters meegesleurd en viel met haar gezicht op straat. Ze kwam er met flinke hoofdwonden vanaf. De agente werd in eerste instan tie goed gesteund, vertelt ze. „Ieder een vraagt hoe het met je gaat. Ook de casemanager hielp me, bijvoor beeld met het verhalen van de kos ten. Dat waren doktersrekeningen en mijn bril was stuk." Maar toen de dader uiteindelijk werd veroordeeld voor een poging tot zware mishandeling, bleek haar casemanager ziek en er was nie mand die hem verving. „Ik moest het vonnis in mijn zaak uit de lo kale media vernemen. Dat voelde niet fijn. Ik voelde me op dat mo ment niet gesteund." Het is door onderbezetting dat casemanagers steeds vaker dit soort steken moeten laten vallen. Twee begeleiders schreven in oktober 2016 al een 'hartenkreet' aan korps chef Erik Akerboom. Toch vond verdere inkrimping plaats. De over gebleven casemanagers luiden nu de noodklok via politiebond NPB. Nijpend Vooral in de eenheid Oost-Neder land, de grootste regio, is de situatie nijpend. Waar voorheen vijf case managers actief waren, zijn het er nu twee, van wie er een langdurig ziek thuiszit. En dat speelt in meer regio's. Door ziekte van een case manager werd een politiemedwer- ker, die na een schietincident met een posttraumatisch stressstoornis (PSST) thuiszit, de dupe. Hij hoorde daardoor niets meer over zijn zaak. Jan Struijs van politievakbond NPB vindt dat het aantal casemana gers snel moet worden uitgebreid. „Politiemensen in een kwetsbare positie worden nu niet geholpen. De mensen die hen begeleiden doen hun best, maar zijn gewoon met te weinig." Afspraken moet je nakomen, vindt politiesocioloog Jaap Tim mer, die al jaren geweldszaken te gen de politie bestudeert. „Als je besluit alle incidenten tegen poli tiemensen op te pakken, dan moet je die belofte nakomen. Als er sprake is van een onderbezetting, moet je of het aantal casemanagers uitbreiden, of niet meer elk geval in behandeling nemen. Je zou dan kunnen afspreken om verbaal ge weld minder prioriteit te geven." Peije de Meij, portefeuillehouder GTPA van de politie, erkent de pro blematiek. „GTPA is een belangrijk onderwerp waar wij veel aandacht voor hebben. Bij de vorming van één landelijk politiekorps is voor een andere werkwijze gekozen, na melijk één casemanager per een heid. Wij onderkennen dat dit te krap was en daarom is er meer ca paciteit voor vrijgemaakt. In eerste instantie is deze extra capaciteit tij delijk, maar er wordt gekeken hoe we hier structureel invulling aan kunnen geven." Het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken laat weten dat 'kennis is genomen van de uitspra ken' door de Britten. „Op de vraag of Nederland onderzoek doet, kun nen we geen uitspraak doen." Het Britse ministerie van Buiten landse Zaken is stellig. „De beslis sing om de dader te noemen, on derstreept het feit dat Groot-Brit- tannië en zijn bondgenoten kwaad aardige cyberactiviteiten niet ac cepteren", aldus het ministerie van Buitenlandse Zaken. Volgens het ministerie was de aanval het werk van het Russische leger. NotPetya, ook vaak Petya ge noemd, verspreidde zich via een Oekraïens boekhoudprogramma. Over de hele wereld werden com putersystemen platgelegd. De twee getroffen containerter- minals in de Rotterdamse haven maken deel uit van het Deense scheepvaartconcern A.P. Moller- Maersk dat volledig uit de lucht ging. 's Werelds grootste rederij heeft een vloot van ruim 600 sche pen en de terminaltak omvat 70 containeroverslagbedrijven. De to- tale schade voor het bedrijf wordt geraamd op 450 miljoen euro. Het bedrijf heeft 30.000 nieuwe com puters moeten aanschaffen. De haven heeft de beveiliging sinds de hack aangescherpt. De cy berspecialist bij het Havenbedrijf Rotterdam heeft nog drie collega's erbij gekregen. Topman Allard Ca- stelein van het Havenbedrijf Rot terdam onthoudt zich, net als de overheid, verder van commentaar op de openlijke beschuldiging van de Britten aan de Russen. Rusland heeft de Britse beschuldiging met een ontkend. Volgens een woord voerder van het Kremlin is de ver klaring uit Londen onderdeel van een 'Russofobische' campagne. Veiligheidsdeskundigen wezen Rusland al snel na de hack aan als hoofdverdachte, omdat Oekraïne het grootste slachtoffer was. De verhoudingen tussen de buurlan den zijn al jaren kil. Bovendien werkte de gijzelsoftware anders dan andere aanvallen. Het losgeld was laag, slachtoffers konden moei lijk contact krijgen met de daders en de opbrengst was klein. vrijdag 16 februari 2018 Koen Voskuil Den Haag Help, de agent krijgt geen hulp! Bij een aanhouding in Den Haag in november 2017 raakt een van de agenten gewond. Hij wordt afgevoerd door zijn collega's. FOTO'S JOS VAN LEEUWEN Groot-Brittannië beschuldigt Rusland openlijk van de cyber- aanval die afgelopen zomer onder meer twee ontainertermi- nals in de Rotterdamse haven platlegde. ANP/Barbara de Jong Rotterdam r7NKLL Veel vracht wagens moes ten rechtsom keert maken toen vorig jaar zomer de Rot terdamse haven door hackers deels was platge legd. FOTO HOL LANDSE HOOGTE

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 3