II Eén moment 21 Spelen gaat de hoofdprijs naar een ander Goud van oud Onze voorspelling: podium van de dag Ondergrens in zicht Column zijn concurrenten. Pas een paar mi nuten voor zijn race staat hij op het ijs. Tijdens het inrijden schiet zijn blik alle kanten op. Van de tribunes naarTed-Jan Bloemen naar het sco rebord en weer terug. Hij probeert over te komen als een zelfverze kerde alfa-aap, maar het lukt maar half. Twee minuten voor de start knoopt hij zijn schaatsen nóg maar eens. Veegt zijn ijzers af aan een oranje jackie. Zet zijn cap en zijn bril op en blaast zijn wangen bol. In hem woedt een orkaan. Hij gaat klaarstaan, wacht op de knal en trekt zichzelf in gang voor de ro ki lometer van zijn leven. Over iets minder dan dertien minuten moet zijn legpuzzel af zijn. Maar na een paar rondjes zie je het al. De klappen zijn niet zo lang en raak als normaal, zijn gezicht niet zo uitgestreken als het moet. Hij grimast. Hij blaast in de boch ten. Het is alsof hij blokkeert. De rondetijden vallen tegen. Eerst een klein beetje, daarna nog een beetje meer. Er verschijnt iets in zijn ogen wat je zelden ziet. Wanhoop. Een vleugje paniek. En dan berusting. Het besef daalt niet neer: het valt als een zak cement van tien hoog in zijn nek. Hij gaat het niet halen. Hij gaat het verdomme niet halen. Gevoelsschaatser Hij zal na afloop zeggen dat hij het voelde aankomen. Er mist iets, dit seizoen. Vlak voor de afzet van zijn linkerschaats loopt het in de soep. „Ik voelde het in oktober al. Ik ben een gevoelsschaatser - ik weet hoe het moet voelen, de perfecte slag. En ik voel het dit jaar niet. Soms wel, maar vaak ook niet. Ik mis de topvorm, de juiste efficiëntie, de ca dans. Fysiek ben ik beter dan ooit, op conditie en kracht kan ik de 5 ki lometer erdoorheen stampen. Maar vijfentwintig rondjes op de 10 kilo meter, dat gaat niet op die manier." Hij heeft het er al maanden over met zijn coach, }ac Orie. Maar die weet ook niet waar het precies in zit. „Ja, ik zie ook wel dat er iets zit in zijn slag. Iets kleins, want ieder een heeft foutjes in zijn slag. Hij krijgt zijn linkerbeen niet zo mee als hij wil. We hebben alles onder zocht. Video's gekeken, bloedwaar- des, wervels gecheckt. Uit de cijfers blijkt dat hij er fysiek beter voor staat dan ooit, maar hij voelt iets in zijn slag. Dat onderschat ik niet. Hij voelt het echt. Maar ik weet niet waardoor het komt." steeds groter is geworden. Een mug in je slaapkamer is ook een klein detail, maar het kan je wel de hele nacht wakker houden. Lijdensweg Kramers 10 kilometer op de Spelen van Pyeongchang is een lijdens weg. Een pijnlijke, vreselijke, maar tegelijkertijd prachtige lijdensweg. De rondes duren eindeloos, hij gaat steeds trager rijden. Zijn gouden droom ligt voor zijn voeten aan dig gelen, als een lasagneschaal op de keukenvloer, en alles wat hij kan doen is ernaar staren. Hij zakt in de tussentijden van twee naar drie, naar vier, naar vijf, naar zes. Hij hangt in de touwen en wacht op de knock-out. „Ik kan de boel kort en klein slaan, maar daar wordt het niet beter op. Op een gegeven mo ment voelde ik dat ik het niet ging houden. En eerlijk is eerlijk, ik hoef niet voor zilver of brons naar Medal Plaza. Ik rijd voor de winst en an ders niet. Of ik expres heb laten lo pen? Ik wist dat ik het niet ging ha len en dan gebeurt dit." In de laatste ronde zet hij alleen nog even aan omdat het zijn eer te na is om nog te worden ingehaald door zijn directe tegenstander, de Duitser Patrick Beckert. Eenmaal over de finish gaat hij rechtop staan. Hij gooit zijn armband weg en stapt van het ijs. Op zijn blote voeten stampt hij over het middenterrein, waar een podium voor de huldi gingsceremonie wordt opgezet. Terwijl de speaker de medaille winnaars omroept, pakt Sven Kramer zijn tas in. De gorilla gaat naar huis. Ik kan de boel kort en klein slaan, maar daar wordt het niet beter op Tets' in de techniek bij de afzet van zijn linkerschaats. Het klinkt zo klein, zo futiel, maar het heeft grote gevolgen. Omdat het een direct ef fect heeft op Kramers effectiviteit op het ijs, misschien ook wel omdat het in zijn hoofd de afgelo pen maan den ENNEMARS Met elk woord dat ik zeg over Sven Kra mer, doe ik Ted-Jan Bloemen en Jorrit Bergsma tekort. Maar het kan even niet anders. Wat een bizarre dag was dit. Voor mij helemaal. Ik had in de middag een naar fietsongeluk, heb nu twintig hechtingen in mijn hoofd en een zere nek. Even dacht ik: dit gaat de dag van Erben Wennemars worden. Gelukkig ge beurde dat niet. Met een zwik pijnstillers ging ik naar de ijsbaan, ik wilde dit meemaken. Alles draaide om Kramer, iedereen wilde zien dat het drama van Vancouver werd rechtgezet. Maar dit scenario had niemand verwacht. Hoe ver schrikkelijk moet het zijn als je nog meer dan 5 ki lometer moet schaatsen en je weet dat het niet gaat lukken. Alles draaide om deze afstand. Hij heeft het zelf opgeklopt, niet de bui tenwereld. Want Kramer heeft die ene gouden me daille niet nodig om een groot sportman te zijn. Maar toch verlaat hij straks de Spelen zonder het goud op de 10 kilome ter. Dat heeft hij weer laten liggen. Maar dat komt wel door die twee andere kan jers. Die hebben de lat zo hoog gelegd afgelopen ja ren. Kramer vertelde over het missen van de echte topvorm, heeft het tech nisch misschien niet helemaal op orde, maar als Bloemen en Bergsma 12.50 hadden gereden, dan had hij zich daar wel doorheen gevochten. Maar Bergsma reed een fantastische 10 kilome ter. En wat Bloemen deed, was nog knapper. Deze twee mannen hebben ervoor gezorgd dat Kramer is geknakt. Wij hadden het allemaal niet in de ga ten na de 5 kilometer, dat Kramer niet top was. Als je 6.09 rijdt, terwijl de rest op 6.11 zit, dan is dat een goede, volwassen race. Natuurlijk had hij twijfels. Er is altijd wel iets wat je onzeker kan maken. Maar dat maakt hem juist zo goed. Een schaatser van het kaliber Kramer heeft één moment nodig waaraan hij altijd zal worden her innerd. Als ik aan Johann Olav Koss denk, zie ik hem drie keer goud winnen in Lillehammer. Bij Eric Heiden denk ik aan de vijf gouden medailles van Lake Placid. Pyeongchang had hét verhaal van Kramer moeten worden. Dat had ik hem gegund. Nu heeft hij wel twintig herinneringen, in plaats van dat ene moment dat eruit springt. Wij hadden het allemaal niet in de gaten na de 5 kilometer, dat Kramer niet top was vrijdag 16 februari 2018 GO Robin Welsh Senior, met de nadruk op Senior. De Brit is de oudste medaillewinnaar ooit op de Winterspelen: goud bij het curling in 1924. Elke dag geven we een prognose. Vandaag: 5 km schaatsen (v). 2. Martina Sablikova 1. Esmee Visser 3.Annouk vanderWeijden Na een kleine week is de ondergrens voor de Nederlandse medailles in zicht. Chef de mission Jeroen Bijl gaf voor de Spelen 13 plakken op als minimumeis. Oranje staat na vijf dagen op 12. @erbenwennemars - Sven Kramer (31) De dag van Kramer werd de dag van het drama.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 21