tige ontwikkeling doorge
maakt. Aan de hand van een
nieuwe generatie schaatsers,
met Sjinkie Knegt en Jorien
ter Mors als boegbeelden.
Maar vooral aan de hand van
een architect met een uitge
sproken visie: bondscoach Je
roen Otter. Met hem als
bondscoach maakte Neder
land de stap naar de wereld
top. Individueel én in
teamverband. Dat laatste is
opvallend. Otter heeft jaren
lang gehamerd op het team:
hij zag de relay vaak als het
belangrijkste onderdeel. En
hij kreeg het voor elkaar dat
individualisten als Knegt zich
eraan committeerden. Knegt
zag zeifin dat hij zijn ploeg
genoten nodig had om de top
te halen - zowel in wedstrij
den als in trainingen. Otter
was de goeroe van de
ploeg: hij stond op
voor zijn schaat
sers én voor zijn
sport: in inter
views
schopte
hij re-
weieens Nederlanders op dat
kleine baantje. In de jaren 80
met succes, daarna deden ze
slechts incidenteel mee om de
knikkers - vooral op Europese
kampioenschappen, bij afwe
zigheid van de Aziaten en de
Noord-Amerikanen. Het was
een sport die we keken bij
Studio Sport op zondagavond,
tussen een potje korfbal en
het zijspanrennen (gebroe
ders Willemsen!) in. Maar dan
nog. Als het er écht om ging,
dan deden we niet mee.
Shorttrack: klein baantje,
kleine sport, klein beetje aan
dacht.
Hoe anders is het nu. Short
track heeft in Nederland de
afgelopen jaren een stormach-
gelmatig tegen de schenen
van het langebaanschaatsen.
Je kunt je zelfs afvragen of
sommige pupillen van Otter
niet té afhankelijk van hem
waren. Jorien ter Mors was de
afgelopen jaren behoorlijk
succesvol als shorttrackster,
maar als langebaanschaatsster
haalde ze een hoger niveau -
ze werd in Sotsji zelfs olym
pisch kampioen op de rsoo
meter. Zelf zei ze keer op keer
dat ze de twee disciplines
wilde blijven combineren
omdat het haar sterker
maakte - maar je kunt je af
vragen of dat haar woorden
waren, of die van Otter (die
de gouden plak op de 1500
meter had willen inruilen
voor een medaille van enige
andere kleur bij het short
track). Ter Mors worstelde de
afgelopen seizoenen met bles
sures, overtraining en zich
zelf. Ze maakte recentelijk
bekend dat ze haar samen
werking met Otter stopt.
Doorbraak
De Spelen van Sotsji, vier jaar
terug, betekenden de door
braak voor het Nederlandse
shorttracken. Voor Sjinkie
Knegt, voor Jeroen Otter,
maar ook voor de sport als ge
heel. Het Nederlandse publiek
maakte kennis met een sport
die van spektakel aan elkaar
hangt, die perfect past bij het
huidige tijdsgewricht-
waarin alles sneller en sensa
tioneler moet. Het doel van de
Nederlandse ploeg was om
een medaille te halen. Dat
lukte. Knegt won brons op de
1000 meter en schreef er ge
schiedenis mee: het was de
eerste olympische Neder
landse shorttrackmedaille
ooit.
Het Nederlandse
shorttrack heeft de
afgelopen jaren bepaald
niet stilgestaan. De tijd van
het kleine broertje op het
kleine baantje is voorbij
Eén bronzen medaille zal in
Pyeongchang niet genoeg
zijn. Het Nederlandse short
track heeft de afgelopen jaren
bepaald niet stilgestaan. De
tijd van het kleine broertje op
het kleine baantje is definitief
voorbij. Knegt is beter gewor
den, Suzanne Schulting is
doorgebroken bij de vrouwen
en in de breedte is er meer
concurrentie. Nederland
haalde de WK naar Rotter
dam, waar de tribunes elke
dag vol zaten. Aan aandacht
geen gebrek. Otter heeft zelfs
mediastiltes ingelast vanwege
de overdaad aan interview-
aanvragen. Meer druk, meer
stress, hogere verwachtingen.
De tijd van willen is voor
bij.
Het moet nu. c
Sjinkie Knegt,
boegbeeld van
de Oranje-short
trackers, voert
het veld aan op
het EK vorige
maand, fotoepa
Sjinkie Knegt viert zijn WK-goud op de 500 meter in 2017. fotoanp
Pyeongchang 2018 141