4 MARCO KROON VERKLARING Er is mij de afgelopen weken zo vaak de vraag gesteld waarom ik het geweldsincident uit 2007 (Afghanistan) niet eerder dan vorig jaar heb gemeld bij Defensie. Om het Openbaar Ministerie niet voor de voeten te lopen heb ik daarop tot nu toe geen antwoord gegeven. Echter, naar nu blijkt is gisteren opnieuw daarover in de pers gespeculeerd en zal ik, ter voorkoming van een verkeerde beeldvorming, alsnog een verduidelijking geven. Majoor Marco Kroon brengt op deze pagina's zijn persoonlijk relaas over de gebeurtenissen in 2007 waarmee hij vorige maand in het nieuws kwam. Zo'n tien jaar geleden was ik betrokken bij een ge heime operatie in Afghanistan. Ik was op dat mo ment de commandant van een eenheid en droeg de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van mijn mannen en het slagen van de operatie. Tijdens deze operatie ben ik op een bepaald mo ment gevangengenomen door de vijand. Gedurende deze korte gevangenschap ben ik op een uiterst hardhandige wijze ondervraagd, mishandeld en bo venal ernstig vernederd. Tijdens deze brute ondervraging probeerde de leider van deze groep te achterhalen wie ik was en wat ik in Afghanistan deed. Ondanks de brutalitei ten waaraan ik tijdens de ondervragingen werd blootgesteld, heb ik mijn opdracht geheim weten te houden. Ik ben op enig moment vrijgelaten. Waarom is mij nog steeds niet helemaal duidelijk. Maar ik vermoed dat ik deze personen met succes heb weten te mis leiden. Een ding wist ik zeker: de leider van de groep die verantwoordelijk was voor deze gewelddadighe den, zou mogelijk onze operatie in gevaar kunnen gaan brengen. Ik kon dit niet laten gebeuren. Ik woog nauwkeurig af wat te doen. Moest ik dit inci dent melden met het risico dat alle door de geheime operatie opgebouwde resultaten gecompromitteerd zouden worden of moest ik zelf eerst onderzoeken wie en wat er achter deze 'operatie' tegen mij schuilging? Ik koos weloverwogen voor het laatste, om op die manier ook tot een betere briefing te kunnen komen bij mijn werkgever. Ik onderzocht de situatie omdat ik wilde weten wie de leider precies was. Ik deed onder meer navraag bij een internationale organisatie om na te gaan of ik de leider gevangen kon nemen en hem bij deze or ganisatie onder kon brengen. Ik ontdekte tijdens dit onderzoek meer van zijn gangen en zag dat de man in de weken na mijn vrijlating steeds dichterbij onze operatie kwam. Dit bevestigde mijn gevoel. Dit sterkte mij in mijn plan om hem gevangen te ne men en hem uit te leveren aan de organisatie. Ik wist dat dit niet eenvoudig zou zijn. Het was een IK GREEP IN EEN REFLEX NAAR MIJN WAPEN EN VUURDE HET MAGAZIJN LEEG moeilijke afweging waarbij ik alle kansen en risico's goed moest beoordelen. Op een avond, enkele weken na mijn vrijlating, trof ik de man uiteindelijk aan op een andere locatie dan waar ik hem verwachtte. Hij was ditmaal, an ders dan toen hij en zijn mannen mij gevangenna men, gewapend met een AK-47. Hij was die avond ook niet alleen. Ik herkende de man uit duizenden. Toen ik uit mijn voertuig stapte om hem te gijzelen, herkende hij mij ook en hij greep naar zijn wapen. Het was op dat moment 'hij of ik'. De man liet mij geen keuze. Ik realiseerde mij dat ik hem niet langer kon gijzelen en als gevangene kon meenemen. Ik moest nu aan mijn leven denken. Flitsen van zijn brute handelin gen tijdens mijn gevangenschap kwamen in één klap weer allemaal naar boven. Ik greep in een reflex naar mijn wapen en vuurde gericht mijn hele maga zijn leeg op het lichaam van de man. Hij was dood. Zijn collega was inmiddels gevlucht. Ik fouilleerde hem want ik wilde weten wie hij was en wat hij van mij en de operatie wist. Wat ik vond, was schok kend. De emotie die toen door mij heenging, zal ik nooit vergeten. Ik realiseerde mij dat ik zojuist een man had gedood die hoogstwaarschijnlijk verant woordelijk was voor de verwoesting van vele levens. Een man die zeker niet had geaarzeld om mij op dat moment te doden. Waarom heb ik dit toen daarna niet direct gemeld? Ook dat kan ik uitleggen. Als beëdigd officier wordt men geacht om meerdere niveaus hoger mee te den ken. Destijds was het mijn oordeel als commandant dat als ik het incident zou melden, het voortbestaan van de geheime operatie in gevaar zou komen door dat deze mogelijk zou worden stilgelegd voor on derzoek, waardoor de vijand meer tijd zou hebben donderdag 8 februari 2018 GO DE MAN LIET MIJ GEEN KEUZE

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 4