WEER EVEN THUIS
II
19
Addie de Bree (64) woonde van 1953 tot 1962 in het gehucht De Knol, tussen Terneuzen en
Hoek„Ik ben een zondagskind en zo voelde ik me ook op De Knol: als een prinses."
Toen Addie de Bree geboren
werd, had ze al een broer
van negen en een zus van
zes. „Mijn ouders gingen er
van uit dat er geen kinderen meer
kwamen, maar toen kwam ik, als ver
rassing. Precies negen maanden na de
Ramp." Twee jaar later kreeg ze er
nog een broertje bij. De Bree was
graag op zichzelf. „Als ik mijn pot
lood en schetsboek had, kon ik me
uren vermaken. Van de klei op het
land maakte ik beeldjes en ik reed al
tijd met mijn stepje door de polder."
Haar vader kwam van een boerde
rij tussen De Knol en Boerengat, haar
moeder van Spui. „Ze hebben elkaar
ontmoet in Terneuzen. Mijn vader
was een charmeur. Eerst had hij iets
met mijn tante, maar uiteindelijk is
het toch mijn moeder geworden." De
vader van De Bree was landarbeider.
Het gezin leefde in armoede, maar
daar merkten de kinderen niets van.
„Mijn ouders klaagden nooit. Mijn
moeder had een gave: ze maakte wat
er van te maken viel." Het gezin had
kippen, een moestuin en kocht ieder
voorjaar een biggetje, dat in novem
ber geslacht werd. „Het vlees werd
gebraden en in potten met vet be
waard. Mijn vader was ook stroper,
dus we hadden altijd vlees in de
pan."
Gaatje
Het huis waarin ze met zijn zessen
woonden, was erg klein. „Mijn broer
en zus zeurden altijd om een kerst
boom. Die kwam er, maar mijn broer
zat dan helemaal tegen de tafel ge
drukt, zodat die boom er kon staan."
De wc was buiten. „Daar was ik niet
zo gek op. Er zat een gaatje in de deur,
waardoor ik de mensen op het land
zag lopen. Ik dacht altijd dat zij mij
ook konden zien."
Een badkamer had het gezin niet.
„Mijn broertje en ik gingen op zon
dag in de teil, mijn ouders, broer en
zus gingen naar het badhuis in het
dorp. De bovenverdieping was ver
deeld in twee stukken: achter het
gordijn sliepen mijn ouders en jong
ste broer, aan de andere kant sliepen
mijn broer, zus en ik. Ik weet nog dat
er een gaatje in de vloer zat. Als mijn
ouders 's avonds aan het dammen
waren, zaten wij boven mee te kij
ken."
Welkom
Hoe klein het huis ook was, iedereen
was er welkom. „We hadden geen
bel, dus je viel letterlijk met de deur
in huis. Er kwam vaak bezoek. Zo
kwamen mijn tante en haar twee
kinderen vaak bramen plukken. Dat
was altijd hartstikke gezellig." De
Bree had één vriendinnetje op De
Knol: Paula. „We hadden vaak ruzie,
maar er was niemand anders, dus
speelden we met elkaar. Als we ruzie
Mijn broertje en ik gingen op zondag in
de teil, mijn ouders, broer en zus gingen
naar het badhuis in het dorp
hadden, zei Paula altijd: 'Ik go nor
huus en ik go nor depliesie'. Een uur la
ter was ze terug en speelden we ver
der."
Zelf werd ze streng gereformeerd
opgevoed, maar op de school op De
Knol zaten alle kinderen. „We had
den een jonge meester, dat was zo'n
leuke man. Je voelde je iedere dag
welkom. Ik deed het heel goed daar.
Later zei mijn moeder: 'Was je maar
op De Knol op school gebleven'."
Toen Addie de Bree acht was, ver
huisde het gezin namelijk naar Hoek.
„Op zich kregen we het beter. Mijn
vader ging in de bouw werken en we
konden een nieuw huurhuis krijgen,
met een badkamer." Maar de sfeer
veranderde. „We stonden veel meer
in de kijker, in Hoek keek men mee."
Ook de school was anders. „Er hing
een sobere, strenge sfeer. Ik voelde
me er niet op mijn gemak. Mijn cij
fers vlogen naar beneden. Gelukkig
heb ik het studeren later nog op kun
nen pakken."
„Ik heb mijn leukste jeugdjaren op
De Knol gehad. Ik heb er geleerd om
dankbaar te zijn." Intussen zijn de
ouders van De Bree allebei overleden
en is ze ook haar zus verloren. Die
werd 48. „Mijn moeder kwam uit een
vrolijke familie. Ze kon lachen, echt
tot ze van haar stoel rolde. Dat heb ik
van haar geleerd."
zaterdag 3 februari 2018
GO
Met de step door de polder
Gertie De Boey
Addie de Bree heeft op De Knol haar mooiste jeugdja
ren beleefd, foto boaz timmermans
Addie (met pop), met haar broer Fre, broertje Krijn en
zus Betty. foto privécollectie
-Addie de Bree
Heeft u herinneringen aan uw
ouderlijk huis die u wilt delen en wilt
u weer even terug? U kunt uw verhaal
doen in 'Weer Even Thuis'. U kunt
contact opnemen met Ab van der
Sluis: 08801-30203,
chefnieuws@pzc.nl.