'IK HEB ALLEEN NOG MAAR KLEDING DIE IK ECHT FIJN VIND' Vijfjaar geleden keek ze op een avond rond in het babykamertje van haar pasgeboren dochter. En ineens drong het tot Dieuwke van der Meer-Posthumus (36) door. „Zon piepklein meisje, net op de wereld, en nu al zoveel spullen! Dat is toch eigenlijk bizar? Dat was het moment waarop ik bedacht: ik ga het anders doen. Al die spullen, die continu energie vragen omdat je ze moet opruimen, schoonma ken, onderhouden, vervangen. Ik reali seerde me: van al deze troep word ik niet gelukkiger. Een hele omslag voor iemand die voorheen niets liever deed dan in haar lunchpauze even de stad in te gaan, om steevast terug te komen met een paar nieuwe aankopen. Heel lang werd ik er blij van, nu stonden al die spullen me enorm tegen. De volgende dag begon ik. Met een lege doos ging ik het hele huis door. Eerst verzamelde ik de 'makkelijke' spullen, dingen die we toch nooit gebruikten. Toen ik de smaak eenmaal te pakken had - wat gaf het een rust en ruimte om al die troep weg te doen! - durfde ik steeds meer op te ruimen. Zelfs mijn garderobe moest eraan geloven: van een overvolle inloopkast ging ik naar een basis van twintig tot dertig kledingstukken per seizoen. Dat lijkt misschien weinig, maar vroeger droeg ik hooguit 30 procent van alle kleren die ik had. Nu gebruik ik alles; ik heb alleen nog maar items die ik echt heel fijn vind. Zo overzichtelijk! Ik vind het een verademing om niet meer zo met spullen bezig te hoeven zijn. Vroeger 'moest' ik van mezelf elke week de vensterbanken opnieuw inrichten, nu durf ik oppervlakken leeg te laten. Stap voor stap lukt het me steeds beter om bewuster met spullen om te gaan. Tegelijkertijd ben ik gaan denken over de invulling van mijn dagen. Hoe wil ik leven? Waar wil ik mijn tijd aan beste den? Televisiekijken doe ik bijvoorbeeld nauwelijks meer, ik besteed mijn tijd en energie liever aan mijn website of aan de mensen van wie ik houd. Mijn dochter van 5 neemt het al een beetje over; ze heeft voor haar verjaardag liever een leuk uitje dan nog meer spullen. Ik zie echt nog weieens iets moois, voor in huis bijvoorbeeld. Maar ik weet: uiteindelijk belandt het ergens in een kast. Wat ook helpt: mezelf afvragen of ik iets over drie jaar nog mooi vind. Daarmee weersta ik de meeste verleidingen wel." magazine 23 - Dieuwke van der Meer-Posthumus WG

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 87