Eerst bloemist, nu toezichthouder
Waarschuwingssticker
op blikjes energiedrank
1
l
3
UITKERINGEN ZACHTE VERSUS HARDE AANPAK
Boek vóór 1 Februari en profiteer van voordeel!
Rotterdam klopt zich op de borst
om zijn strenge doch rechtvaardige
aanpak, terwijl Amsterdam pocht
op zijn menselijke en sociale aan
pak. Wie heeft gelijk?
Eerst Rotterdam, bijstandshoofd
stad van Nederland. In 2014 waren
er 36.795 mensen die leefden van de
bijstand. Op 1 januari 2018 is dat
aantal slechts een beetje gestegen:
37.681. Dat is vergeleken met de an
dere drie grote steden - Amster
dam, Utrecht en Den Haag - 'een
wereldprestatie', zegt wethouder
Maarten Struijvenberg (Leefbaar
Rotterdam). „Ik ben daar ontzet
tend trots op."
Hoe hij die groei heeft kunnen
remmen? Met grofweg drie maatre
gelen. Een: vasthouden aan je oude
ambacht is er niet meer bij. „Men
sen moeten begrijpen dat je vanuit
elke baan je droombaan kunt vin
den. Het is je eerste baan na de bij
stand, niet je laatste." Twee: hand
having, waarbij in de afgelopen vier
jaren 12.000 dossiers zijn doorge
licht. Met 2.150 stopgezette uitke
ringen tot gevolg. Drie: wie bijstand
aanvraagt, moet eerst een maand
lang elke week drie keer sollicite
ren. „Als je kunt solliciteren, dan
vinden we dat je tijdens de aan-
vraagperiode alles moet doen om
een baan te vinden. Regelmatig
lukt dat."
Dan Amsterdam. Daar zijn geme
ten naar het aantal inwoners relatief
minder bijstandstrekkers dan in
Rotterdam, maar in absolute aan
tallen meer: 39.504 in 2014, tegen
41.474 op 1 januari van dit jaar. Een
NIEUWE CARRIERE
grotere aanwas dan in de Maasstad
dus. Maar, zegt wethouder Arjan
Vliegenthart (SP), kijk eens naar de
kwaliteit van de cijfers. In Amster
dam heeft verleden jaar zo goed als
de helft van alle mensen die uit de
bijstand stroomden een betaalde
baan gevonden (49,3 procent). De
rest ging dood, verhuisde, kreeg een
relatie met iemand die wel een
baan had, of had gefraudeerd en
verloor zijn uitkering.
In Rotterdam is het percentage
werkvinders 5 procent lager: 44,7
procent. Dat Amsterdamse succes
komt door de zachte, sociale aan
pak", zegt de SP-wethouder. „Wij
doen niet lelijk tegen mensen, wij
helpen ze." Amsterdam vertikt het
ook om de zogeheten verplichte te
genprestatie in te voeren. „Die kan
mensen in beweging brengen,
maar ook knakken."
Puur statistiek
Onzin dat Amsterdam het beter
doet met werkvinders, stelt Struij
venberg. „Ik heb in Rotterdam extra
ingezet op fraudebestrijding - zo
dat de euro's terechtkomen bij wie
ze horen. Dan gaat het percentage
dat geen uitkering meer krijgt we
gens fraude omhoog en alle andere
percentages voor uitstroom auto
matisch omlaag. Dat is puur statis
tiek. Veel belangrijker is wat je nu
ziet in Rotterdam: we hebben de
bijstandsgroei enkele procenten
meer weten in te dammen dan Am
sterdam. Dat lijkt misschien niet
veel, maar is in bijstandsland een
heel grote prestatie."
Vliegenthart bagatelliseert dat
verschil. Hij houdt het erop dat de
cijfers in beide steden grosso modo
hetzelfde zijn. „Ik feliciteer Struij
venberg, maar ook mezelf. Vriende
lijkheid werkt dus net zo goed als
streng zijn."
Voor de goede orde: al die maat
regelen van Struijvenberg en Vlie
genthart leveren een interessante
strijd op tussen Rotterdam en Am
sterdam. Maar het beleid is feitelijk
slechts gericht op ongeveer de helft
van de bijstandsgerechtigden: de
mensen die nog kansen hebben op
de arbeidsmarkt.
De andere helft hoeft in de prak
tijk niet te solliciteren en wordt niet
zo streng aangepakt als beloofd in
met name de Rotterdamse politieke
retoriek, blijkt uit onderzoek van
UvA-hoogleraar actief burgerschap
Monique Kremer. Ongeacht de
kleur van de wethouder is de hulp
aan deze mensen vooral gericht op
aandacht. „De gemeenten hebben
ontdekt dat ze bij deze bijstands
trekkers niet ver komen met finan
ciële sancties en een sollicitatie
plicht." Een soepeler aanpak werkt
wel. „Motiveren, toeleiden naar
vrijwilligerswerk, weer arbeids
ritme opdoen. Met zachte hand en
vooral in Rotterdam met subtiele
drang. We zien in de praktijk dat
Rotterdam en Amsterdam voor
deze groep bijstandsgerechtigden
dichter bij elkaar komen dan je zou
verwachten."
DEN HAAG In het onderzoek
naar energiedrankjes wordt geke
ken naar mogelijkheden om grote
waarschuwingsberichten - zoals
op sigarettenpakjes - op de blikjes
te plaatsen. Dat zegde staatssecre
taris Paul Blokhuis (Volksgezond
heid) gisteren toe na vragen van
Anne Kuik (CDA).
Blokhuis (Christenunie) liet
gisteravond al weten dat er een
onderzoek naar de energiedrank
jes komt, nadat kinderartsen in
deze krant de noodklok luidden
over het gevaar van de drankjes.
De artsen roepen op tot een ver
koopverbod voor kinderen. Vol
gens de artsen, verenigd in de Ne
derlandse Vereniging voor Kin
dergeneeskunde (NVK), leidt het
drinken van de pepdrankjes bij
jongeren tot klachten als ruste
loosheid, moeheid, slaapproble
men en hartritmestoornissen.
Het onderzoek, dat mogelijk
door het RIVM of de Gezond
heidsraad wordt uitgevoerd, richt
zich op de gezondheidseffecten
van de combinatie van cafeïne en
suiker op kinderen en jongeren.
Maar dat onderzoek alleen gaat
CDA-Kamerlid Kuik niet ver ge
noeg. Ze vroeg de staatssecretaris
gisteren tijdens het wekelijkse
vragenuurtje ook te onderzoeken
hoe de energiedrankjes minder
aantrekkelijk kunnen worden ge
maakt.
De wereld is Kras
KrdS.nl of bel 088-0885 886 - Zie: kras.nl/actievoorwaarden
uw m
woensdag 17 januari 2018
GO
Wie wint de Klassieker
in bijstandscompetitie?
De rivaliteit tussen Amsterdam
en Rotterdam krijgt een nieuw
hoofdstuk. Beide steden clai
men dat ze dé oplossing hebben
voor het bijstandsprobleem.
Monica Beek
Amsterdam/Rotterdam
Damelle
Ruhulessin
geniet in
haar nieuwe
baan.
FOTO OLAF KRAAK
Danielle Ruhulessin (55), die
zichzelf graag Dicky laat noe
men, was vroeger bloemist. Zij
en haar man hadden een eigen
zaak in Rotterdam. Twee keer
gingen ze failliet, de laatste keer
belandden ze beiden in de bij
stand. Ruhulessin werd uitgeno
digd een cursus te volgen: Reset
yourself. Het is een van de Rot
terdamse speerpunten in het bij-
standsbeleid. Het gaat niet om
wat voor werk je vroeger deed,
elke passende arbeid moet je
aanpakken. „Het heeft mijn leven
veranderd", vertelt ze. „Ik moest
nieuwe doelen stellen. Het idee
loslaten dat ik weer een bloe-
menzaak zou beginnen." Nu
droomt ze van een carrière als
buitengewoon opsporingsamb
tenaar. Maar ze begon als ver
keersregelaar. In drie maanden
tijd haalde ze acht certificaten,
van werken met een portofoon
tot conflictbestrijding. Sinds een
maand heeft ze een vaste baan,
voor 36 uur per week. „En ik ben
nu al toezichthouder en word te
ruggevraagd op plekken waar ik
heb gewerkt. Ze kijken niet naar
leeftijd, maar naar wat ik kan. Ik
ben weer gelukkig."