epijn Gunneweg (41) had, vlak voor de
lunch, een touw opgehangen in de repe
titieruimte waar hij met de Ashton Bro
thers een nieuwe voorstelling maakte.
Dat is wel even belangrijk, benadrukt
de theatermaker/presentator, dat hij
het touw zélf had opgehangen. Want
het touw was niet goed bevestigd. „Het
was eigenlijk meer een decorstuk dan
echt een touw om in te klimmen. Maar
dat was ik na het eten helemaal vergeten.
Dus ik klom er in, via een 2,5 meter hoge
stellage. Op het moment dat ik horizon
taal hing en ik mijn benen eromheen
had geslingerd, liet dat touw los en viel
ik met mijn achterhoofd op de betonnen
vloer."
De klap, inmiddels een jaar of vijf
geleden, kan Gunneweg zich niet meer
herinneren. Wel de verbijstering in het
ziekenhuis dat hij geen uitwendig letsel
aan de landing had overgehouden. „We
zaten twee weken voor de eerste try-out
en ik besloot dat we door moesten gaan.
Ik merkte daarna wel dat ik niet kon aan
haken bij de anderen. Ik was moe, had
concentratieproblemen. En of het alle
maal met die val te maken had weet ik
niet, maar ik heb tot op de dag van van
daag moeite me te concentreren. Belang
rijker was dat ik me na die val voor het
eerst de vraag stelde: wil ik hier nog wel
mee door?"
Het antwoord was nee en inmiddels
maakt Gunneweg al drie jaar geen deel
meer uit van de Ashton Brothers, die
nog altijd met fysieke theatershows langs
uitverkochte zalen toeren. Niet meer als
de vier vrienden die elkaar op de Klein
kunstacademie leerden kennen, maar
met z'n drieën.
Zelf maakt Gunneweg sindsdien plan
nen voor een theatervoorstelling. Hij
heeft daar meer tijd voor gekregen nu de
BZT Show, het KRO-NCRV-programma
waarin hij samen met Jetske van den
Eisen elf jaar lang kinderwensen ver
vulde, onlangs is gestopt.
Boven een glas muntthee in een res
taurant in Holysloot, een schilderachtig
dorp net boven Amsterdam, vertelt hij:
„Die val was een realitycheck, daarna
begon ik echt na te denken. We zouden
de voorstelling driehonderd keer spelen
en bij de eerste keer wist ik: dit wordt
heel zwaar. Voor mij waren de Ashton
Brothers een gegeven. We hadden met
vier vrienden een bedrijf waarvan vier
gezinnen afhankelijk waren en ik voelde:
hier kan ik niet uitstappen, want dan flik
kert de hele zooi misschien in elkaar."
„Ik wist het zelf niet meer, dus ben ik
naar een coach gestapt, maar ik weet niet
of ik dat in dit verhaal wil hebben. Ik
schaam me er niet voor, maar het klinkt
zo Greet Hofmans-achtig, zo zweverig.
Maar goed, zij opende het luikje: 'Je kunt
ook stoppen'. Zo had ik er nog nooit
tegenaan gekeken."
„We gingen naar Londen om over alweer
een volgende voorstelling te fantaseren.
Daar heb ik gezegd, met een steen op
mijn maag: 'Ik weet het niet, jongens. Ik
weet niet hoe mijn toekomst eruitziet,
maar ik heb er niet zoveel vertrouwen in
dat we met z'n vieren moeten doorgaan.
Ik zie het eigenlijk niet meer zitten.'
„Let wel, ik had daar nog niet besloten
eruit te stappen. Ik zei alleen: ik weet het
niet. Iedereen was daar vrij chagrijnig en
zuur over, maar begon ook oplossingen
te zoeken. Hoe kunnen we dit redden?
Moeten we minder spelen? Iets anders?
Dat was wel mooi, maar het is toch een
beetje als een relatie waarvan je diep van
binnen weet dat je hem gaat beëindigen.
En dat de ander dan zegt: ja, maar als we
Toch ben je gestopt.
Wanneer zei je tegen de rest dat je
zou stoppen?
101 zaterdag 6 januari 2018
WG