schijn. Op de grond zien we schedels,
botten en karkassen. Ben zet al zijn zin
tuigen op scherp. Hoewel we enthousiast
meespeuren is hij de enige met succes.
„Isee lion." En hij wijst traag naar de over
kant van de halfdroge rivierbedding.
Ben stuurt het busje door de modder
en parkeert op hooguit 15 meter van de
leeuwen, die luieren in de ochtendzon.
„Ohhh, wat zien ze er schattig uit",
zegt Linn.
„Schattig? Wacht maar tot je ze ziet
eten", zegt Sam.
Ruim een halfuur staan we midden
tussen de leeuwen. We horen ze snorren,
geeuwen en grommen. Soms staat er een
tje op om naar schaduw te slenteren. De
koningen van de wildernis negeren onze
aanwezigheid en doen waar ze zin in
hebben. Onverstoorbaar. Onaantastbaar,
's Middags rijden we een tweede ronde
Wistjejoaipdateengiraffemetéé^
^^^^^^^^^^^^^^^^HlëëüwkanTütschakelen?
door Solio. Op de grote, ietwat hoger
gelegen vlakte, lopen witte en zwarte
neushoorns. Toen er nog maar een paar
honderd van leefden, legde Solio zich als
eerste in Kenia toe op het redden en
fokken van deze bedreigde diersoort.
Als we op de terugweg ook nog een
cheeta spotten en denken dat de dag niet
mooier meer kan, komt er een kudde
giraffen vanaf links. Zestien stuks!
Elegant lopen ze voor ons uit, gehuld
in het voile van de late middagzon.
Na twee intensieve dagen lassen we
een rustdag in. Nou ja, een dag waarin we
het wat rustiger aan doen. Een beetje
later uit bed - bij safari's gaat de wekker
vroeg - lang ontbijten, vanuit een ligstoel
vogels kijken en een uurtje lezen. Pas aan
het eind van de ochtend rijden we naar
de Aberdare Country Club, een landgoed
uit de Britse koloniale tijd waar een wan
delsafari van een paar uur mogelijk is.
Het is een countryclub uit het boekje.
Inclusief de veranda waar de welgestelde
Engelse dames en heren tot 1963 - toen
Kenia onafhankelijk werd - genoten
van hun afternoon tea engin-tonic. In
het spoor van gids Ibrahim stappen we
door de natuur. Hij toont ons bloemen,
planten en wetenswaardigheden.
„Zien jullie die balletjes?" vraagt Ibra
him bij een dichte struik. „Daar worden
giraffen ziek van, maar de natuur heeft
Jumbo
Mannetjesolifanten
zwerven vaak
alleen over
de vlakte.
WG
magazine 51