BUITEN Kasteelleven Valkenisse f r •r v 8 Oumoulin\Ne9 ■PC Wandelen bij Rilland en Bath. Dat is genieten van panoramische vergezichten, mooie natuur en prachtige wolkenpartijen. En dat allemaal in een sfeer van stilte en rust, al steekt altijd wel de wind op. De start van mijn wandeling is tussen Rilland en Bath op het kruispunt van de Putkilweg met de Dumoulinweg. Ik wandel de dijk op. Elke keer verbaas ik me hier over de panoramische vergezichten. Vooral de prachtige wolkenpartijen zijn opvallend. Grote groepen trek vogels hebben zich verzameld aan de waterrand. Wandelend langs de Wester- schelde dwalen mijn gedachten af naar een paar maanden geleden. Ik zie weer voor me hoe duizenden mensen op deze plek kwamen kijken t Het paadje tussen de moestuinen door is zo smal, ik geef het de bijnaam 'Nauw van Bath' naar een vastgelopen containerschip. Het had iets weg van de Brouwers- dam tijdens Concert at Sea. Iets min der volk en een schip als artiest, maar toch. Zo hectisch als het toen was, zo rustig is het nu. Als ik even stil sta hoor ik alleen het geluid van golven. Oh ja, en de wind, daar kun je niet omheen. Zelfs bij windstil weer waait het hier. Ik passeer "t Praet'uus', waar de plaatse lijke bevolking elkaar ontmoet en zicht heeft op voorbijkomende sche pen en de skyline van de Antwerpse haven. Dit keer staat het 'doorzich tige huisje' er verlaten bij. In de verte duikt het absolute hoogtepunt van vroeger op; een steiger die bij vloed volledig onder water staat. Ik besluit die nostalgie nog eens van dichtbij te ervaren door een kleine uitstap van de wandelroute te maken. Maar oei, een willekeurige ijsbaan is minder glad dan de groene stenen die me nog dichterbij de langsvarende boten brengen. Blij dat ik de steiger heb 'bedwongen' ver volg ik mijn weg via de trap de dijk af naar de Schansweg. Aan de rechter- krant grazen pony's en paarden. Ik sla linksaf de Walstraat in en word door een bord welkom gegeten in Bath. Via de Arsenaalstraat kom ik in de Lillostraat terecht. Daar duikt Buurt huis De Tobbe op met daarnaast het pittoreske kerkje van de Vrije Evan gelische Gemeente Bath. Ik loop over een grindpad achter de kerk langs en ga rechtsaf tussen de moestuintjes door. Alles ademt hier stilte en rust. Het kleine paadje tussen de moestui nen door is zo smal, ik geef het de bij naam 'Nauw van Bath'. Na een vrien delijk 'bèêèh'van een koor bestaande uit vier schapen loop ik verder over een mix van gras en klei. Weer aan gekomen bij de Schansweg sla ik linksaf tussen de perenboomgaarden door. Daar is een aantal werklieden bezig met onderhoud van de bomen. Plots roept een man in felle oranje jas hard 'koffie', zodat ze het in heel Bath kunnen horen. Hij draait zich om, schrikt ervan dat hij mij zo dichtbij ziet wandelen en zegt 'Je mag ook best een bakkie'. Ik bedank vriende lijk en vervolg mijn weg over een fietspad, waar ook de voetgangers welkom zijn. Aan de linkerkant zie ik grote wei landen, waar zomers de koeien gra zen. Na de passage van het voetbal en tennisveld, die ver buiten het dorp liggen, sla ik linksaf. Terwijl de zon onder gaat loop ik over een smal weggetje tussen twee slootjes. UIT DE ZEEUWSE KLEI Valkenisse, ten oosten van Waarde op Zuid-Beveland, is Zeelands bekendste ver dronken dorp. Het is tien jaar lang onderzocht en kreeg in 2001 een beschermde status; de verdronken stad Reimerswaal kreeg die status pas onlangs. Valkenisse is in 1682 voorgoed verlaten. Het was een 'compleet' ringdorp, met zelfs een kasteel aan de oostkant van de be bouwing. Dit dateerde uit de vroege vijftiende eeuw. Het kas teel was van het 'vierkante' type met twee torens aan de westgevel. De zijden van het complex maten ongeveer 25 meter. Het slot was dus bescheiden en niet te vergelij ken met 'topkastelen' als het hof van Sint Maartensdijk, Zanden- burg bij Veere of Aldegonde bij Souburg. Die mengeling van be scheidenheid en status is ook aan getroffen in het vondstenpakket uit een beerput van het kasteel. Het aardewerk hieruit was niet bijzonder. Dure soorten als majo lica ontbraken. Wel werd een 'zalf- steentje' aangetroffen, waarop de dames van het kasteel hun make- up mengden. De etensresten uit de beerput waren óók niet bijzonder. Het betrof resten van runderen, varkens, schapen en/of geiten, jachtwild, schelpdieren, zee- en zoetwatervis en gevogelte. Maar die laatste categorie bevatte toch 'statusgevoelige' elementen: botjes van pauwen en knobbel- of wilde zwanen. De pauwen stapten ver moedelijk rond in de hoenderhof, de zwanen zwommen in de gracht. De combinatie van zwaan en pauw toont aan dat de heren van Valkenisse nu en dan een ban ket aanrichtten dat klonk als een klok. Beide dieren werden ge bruikt als spectaculair tafelstuk. Oude kookboeken beschrijven dat hun verenpak vóór de bereiding moest worden verwijderd. Als de beesten gaar waren, kregen ze het verenkleed weer om. Zulke fraaie presentaties deden ook denken aan het in de late middeleeuwen befaamde luilekkerland of'Co- cagne', waar het gebraden gevo gelte je zó in de mond vloog. A 't Praet'uus. f AFSTAND 5,6 km Rilland ^^^^^^m^r^ërTrmo^öIkëndëk" woensdag 3 januari 2018 Hans Puik Een wekelijkse wandeling door Zeeland. Vandaag: Nauw van Bath Tweewekelijkse rubriek over ar cheologische vondsten in Zee land door Stichting Cultureel Erf goed Zeeland (SCEZ) Jan J.B. Kuipers S' A Luchtfoto van de kasteelres tanten in 1995 FOTO R.H.GROEN/BEELD BANK SCEZ A Schapen die vriendelijk groeten.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2018 | | pagina 39