Voor de voetballiefhebbers viel er weinig te juichen dit jaar.
Toch waren er momenten van hoop en troost.
SPORTIEVE
KIPPENVEL
MOMENTEN
Tuurlijk, tuurlijk. Het was af en
toe om te janken. Vooral in die
ene sport waar ze elf tegen elf spe
len en er na negentig minuten een
Duitse ploeg wint. Of een Engelse.
Of een Spaanse. Of een Belgische,
een Argentijnse, een Zimbab
waanse, een Liechtensteinse of een
tje uit Burkina Faso.
Geen Nederlandse, in ieder geval.
Wij wonnen wel vaak het spelletje
wie het meeste balbezit had. Jam
mer dat je daarvoor geen punten
krijgt, dan hadden we het WK
Voetbal zeker gehaald. In plaats
daarvan blijven we komende zomer
thuis. Samen met Andorra, Vati
caanstad en Legoland.
Maar het gekke is: het is helemaal
niet erg. We hebben dat hele voet
bal niet nodig. Niet meer, althans.
Nederlanders zijn in andere spor
ten zo belachelijk succesvol dat we
ogen tekort komen. Het afgelopen
jaar keek ik soms sport op twee tv's
tegelijk, een laptop op schoot en
een mobiel in mijn hand - en dan
nog miste ik de helft van de Neder
landse successen.
Dat de schaatsers alles wonnen wat
los en vast zat, was nog een soort
van logisch, want in andere landen
haken ze al af als ze in de verte
Kleintje Pils voor de zeshonderd-
vierentachtigste keer Het kleine café
aan de haven horen toeteren. Maar
ook de wielrenners stopten niet
met winnen. We kunnen
doen alsof dat normaal is,
maar de laatste keer dat een
Nederlander een grote ronde
won, liepen er nog mam
moeten rond. Verder
zijn onze sportvrou
wen goed in alle
teamsporten, is er
een Nederlandse
atlete die harder
rent dan alle Jamai-
caanse en Ameri
kaanse vrouwen, en
rijdt er in de For
mule 1 een Lim
burgs jochie rond
(en hoe!) dat amper
zijn rijbewijs heeft.
Zoveel winnaars in zo'n klein
landje: dat kan helemaal niet.
We hebben een generatie selfmade
Nederlandse topsporters: ze heb
ben zichzelf opgewerkt naar de we
reldtop - vaak vanuit schier
kansloze posities. Geholpen door
hun ouders, een sponsor of een
trainer, hun eigen overtuiging en
puur toeval. Ik zal me 2017 herinne
ren als een jaar waarin Nederlandse
sporters zo afschuwelijk veel won
nen dat wereldtitels, gouden plak
ken en kampioenschappen bijna
normaal werden.
Maar kippenvel kreeg ik het afgelo
pen jaar niet van een overwinning
of een nederlaag. Het gebeurde van
wege iets verdrietigs wat alles en
tegelijkertijd niets met sport te
maken had. Vanwege Nouri. En dan
met name hoe er op zijn ongeluk
werd gereageerd. In een jaar waarin
over de hele wereld tegenstellingen
werden uitvergroot, waarin men
sen elkaar de hersens insloegen en
waarin vrijwel elke discussie
gierend uit de klauwen liep,
kreeg ik een brok in mijn
keel van de manier waarop
mensen van verschillende
afkomst, verschillende re
ligies en verschillende
voetbalclubs op een
pleintje in Amster
dam-Geuzenveld
heel even samen
stilstonden bij het
verdriet van een
droom die in hon
derdduizend stuk
jes uiteen viel
voordat-ie uit kon
komen. Het was
troostrijk.
En vooral: hoopvol.
- Thijs Zonneveld
1. TOM DUMOULIN
Een Nederlander won een grote
ronde. Met zoveel macht en
kalmte dat hij zelfs nog tijd had
om te kakken onderweg.
2. GRIGORY ROTSJENKOV
belazerde de boel jarenlang, maar
besloot toch open kaart te spelen
- hij riskeerde lijf en leden, maar
legde wel een Russisch staatsdo-
pingnetwerk bloot.
3. NOURI
Ach jongen toch. Wat een ver
driet, wat een ellende, wat een
leed. Maar ook: wat was het ver
pletterend mooi om te zien hoe
verschillende bevolkingsgroepen
het verdriet samen verwerkten op
een pleintje in Amsterdam-West.
4. ANNEMIEK VAN VLEUTEN
klauterde uit de goot waarin ze in
Rio ondersteboven lag - naar de
top van de wereld bovenop de
Col de l'lzoard.
5. EPKE ZONDERLAND
werd geen wereldkampioen, maar
deed iets wat nog veel onwaar
schijnlijker was: hij werd, al dan
niet per ongeluk, de eerste turner
ooit die met één hand een salto
opving aan de rekstok. Zijn vol
gende truc: salto's maken zonder
handen. Kan hij vast ook.
301 zaterdag 30 december 2017
WG