einzend loop ik, ongelovige pel- grim, door het compacte oude centrum van Bethlehem. Het kerstverhaal wordt er in al zijn BB^r schoonheid uitgevent, maar de pelgrim worstelt met de feiten. Ruim voor het stalletje, de os en de ezel, had Maria aan Jozef moeten ver tellen dat ze zwanger was, maar niet van hem. De engel, de heilige geest, de zoon van God? Nuchterheid, scepsis, ongeloof. Ze komen bij een bezoek aan Bethlehem allerminst van pas. Want je reist er in kersttijd heen om de geboorteplek van Jezus te bezoeken en daarna zijn voet sporen te volgen door het nabije Jeru zalem. Op weg naar de grot waar het allemaal gebeurd zou zijn, slaat de twijfel toe. Was dit wel zo'n goed idee? Wat had de ongelovige gedacht hier te vinden? Vanaf een minaret schalt de oproep tot gebed, terwijl verderop de kerkklokken luiden en in een winkeltje de Engels talige versie van Stille Nacht klinkt. Het borrelt, bruist en duizelt. Net als gister avond in het oude deel van Jeruzalem. In de ene winkel koop je T-shirts met Guns Mozes als opdruk, drie stappen verderop een geblokte Palestijnensjaal of een Russisch-orthodox icoon - 'echt antiek'. Hoe ondoorgrondelijk de kleine straat jes van Bethlehem ook lijken, vroeg of laat belandt de bezoeker er op het Kribbeplein. Maar waar is nou die Geboortekerk? Op een voor christenen zo belangrijke plaats zou je een enorme pronkbasiliek verwachten, maar de piepkleine entree is verstopt aan de overkant van het plein. De sfeer is ingetogen. Pas helemaal voorin, recht boven de geboortegrot, is sprake van uitbundige decoratie: een wand vol iconen van de Grieks-ortho doxe kerk. Aan de zijkant ervan sluit ik aan in de lange rij voor de smalle trap omlaag. Onder het oog van een lachende Maria - alleen hier in Bethlehem wordt ze lachend afgebeeld - daal ik af. Dit is het dus. Hier stond bijna 2018 jaar geleden de kribbe met daarin kindje Jezus, de zoon van God. Het lijkt op geen enkele manier op de kerststalletjes die dezer dagen in Nederland onder de kerst boom staan. Het is een donkere grot, waarin de geboorteplaats is gemarkeerd met een veertienpuntige ster. Bijgelicht door vijftien lantaarns. Zo hectisch, rommelig en luidruchtig als het boven voor de entree was, zo sereen is de sfeer beneden. Bezoekers buigen of gaan languit op de grond liggen om de ster te kunnen aanraken. Zeven orthodox christelijke vrouwen met hoofddoek knielen en beginnen zachtjes te zingen. Tranen rollen over hun wan gen. Glinsterend in het kaarslicht. De ongelovige pelgrim kijkt en voelt zijn scepsis langzaam wegvloeien. Wat doet het ertoe of de ster en de basiliek de historisch correcte plek markeren? Hier beneden is iets groters aan de gang. Een onvoorwaardelijk geloof in een wonder, in het kerstverhaal. Alsof alle sprankjes hoop zich bundelen. Ik ga zitten en luister. Het klinkt hemels. In verwarring over wat ik zojuist heb meegemaakt, reis ik terug naar Jeruzalem, de heilige stad voor Joden, christenen én moslims. De stad ook waar om elke steen is gevochten en die nog steeds onder religieuze hoogspanning staat. Het is onmogelijk om de precieze verdeling hier helder te maken. Daar zijn door alle partijen dikke boeken, studies en rapporten over geschreven die over en weer worden betwist. Ik ben niet religieus opgegroeid en 481 zaterdag 23 december 2017 WG

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2017 | | pagina 136