wmss 23 r r~ AJ 7M I J J r r Het is koud, stil en aarde donker, als vrachtwagen chauffeur Bernard Hack (6i) uit Kruisland 's mor gens even over half zes nog even een ramenwisser over het zij raam van zijn vrachtwagen haalt. Het is vroeg, maar om files voor te zijn vertrekt hij soms al rond vijf uur vanaf zijn vaste parkeerplaats bij de Suiker Unie in Din teloord, waar hij altijd zijn 18 meter lange vrachtwagen met aanhanger stalt. Hack, type 'niet lullen maar poetsen', rijdt door het hele land om distributie centra van supermarktketens te bevoor raden met suiker in alle soorten en ma ten: klontjes, poedersuiker, stroop, grote zakken kristal- en basterdsuiker. Z'n wa gen heeft hij gisteravond al geladen, het gewicht goed verdeeld en niet te hoog. „Anders kan ik klontjes gaan rapen als ik een keer hard moet remmen." De boterhammen gaan in het koel kastje tussen de bestuurders- en de pas sagiersstoel. De bestemming Apeldoorn wordt in de boordcomputer gezet en hij checkt de laatste fileberichten. Hij zet zijn tachograaf aan die de rijtijden regis treert en stuurt de wagen om kwart voor zes richting snelweg. Het is al druk. Scherp op automobilisten die niet in de gaten hebben dat een vrachtwagen van zo'n 50 ton anders reageert dan een auto, voegt hij in. „Veel files ontstaan door verkeerd invoegen. Vaak zetten ze hun auto vlak voor m'n neus, en dan moet ik weer remmen. Het duurt zo tien tot vijf tien seconden om m'n snelheid weer op te pakken. En het is gevaarlijk, want er komt wel zo'n 50 ton achter mij aan, hè? Dat zijn vijftig kleine autootjes. Daar denken de mensen niet bij na." Het zit mee. Alleen op de A50 staat file. Een eind verderop is een tankstation en een aantal auto's schiet rechts van de vrachtwagen op de vluchtstrook voorbij. „Die rijden via de parkeerplaats van het tankstation om een stuk file af te snij den", wijst Hack. „Maar die gasten moe ten er wel weer tussen daarachter." En inderdaad, in de verte duiken de achterlichten van de auto's weer op, ter wijl ze de invoegstrook oprijden. Rond kwart over acht rijdt hij het ter rein bij zijn eerste klant op in Apel doorn, waar hij in hoog tempo pallets lost. Nog geen kwartier later klimt hij z'n vrachtwagen weer in om naar Putten te rijden. Over smalle binnenwegen, om de file die er nog steeds staat te vermij den. En waar een normaal mens grote vrachtwagens met plaatsvervangend klamme handen ziet manoeuvreren op een krappe weg, kan het wat Hack be treft niet krap genoeg zijn. „Soms moet ik midden in de stad zijn. Dat zie ik als een uitdaging. Schitterend. Tegen het verkeer in achteruit de straat in rijden. Dat vind ik wel leuk", grinnikt hij. Een dikke veertig jaar en 4,5 miljoen kilometers heeft hij erop zitten als Ik denk dat wij het de komende jaren alleen nog maar drukker krijgen chauffeur. Vroeger reed hij veel naar Frankrijk en Italië, tegen woordig alleen nog binnen Neder land. „Ik heb het randje van de wilde jaren in de transportsector nog meegekregen. Maar de vrij heid van vroeger heb je niet meer. Toen ik begon kwam je ook overal Nederlanders tegen, nu nauwelijks meer. Het zijn bijna allemaal Po len, Bulgaren en Roemenen, die tegen bodemprijzen rijden." Ter il lustratie rijdt hij onderweg een parkeerplaats op. Van de vijftien geparkeerde vrachtwagens hebben er twee een Nederlands kenteken. „Bijna allemaal witte platen. Die gaan onderweg niks eten, die ko ken zelf hun potje in de cabine." Hij parkeert z'n wagen, zet de ta chograaf in de 'ruststand' en eet een boterham. „Wij mogen maxi maal 4,5 uur achter elkaar rijden en moeten dan verplicht drie kwar tier rust houden. Tussendoor een kwartier en een half uur mag ook. Langer rijden geeft het risico op een boete, en die zijn niet mals. Je krijgt zo vier-, vijfhonderd euro. Die moet ik zelf betalen, niet mijn werkgever." Lukt het niet om binnen de toe gestane rijtijd het thuishonk te be reiken, dan moet hij in zijn cabine overnachten. Als het al lukt om er gens te parkeren. „Je kunt onder weg vaak je vrachtwagen niet kwijt, omdat de parkeerplaatsen vol staan met buitenlandse wa gens. Met name aan de grensstreek loopt het de spuigaten uit, daar staan allemaal buitenlandse chauf feurs die in Frankrijk en België niet in hun cabine mogen overnachten. Daar moeten ze in een hotel. In die landen wordt daar streng op ge controleerd. In Nederland niet en daarom rijden ze de grens over en staan ze hier soms dagenlang te wachten op een vrachtje. Ze wo nen soms drie, vier maanden in hun auto, worden slecht betaald en krijgen niet eens een vergoeding voor eten of overnachtingen. Het is schandalig, dat maakt ons vak ka pot." Nederland loopt ook hopeloos achter in voorzieningen voor chauffeurs, zegt Hack. „Rij maar eens over de A4 van Antwerpen naar Rotterdam. Behalve het oude douaneterrein is daar onderweg maar één parkeerplaats, bij Nu- mansdorp, en daar kunnen net vijf vrachtwagens staan." Om van sa nitaire voorzieningen nog maar niet te spreken. Genoeg gerust, tijd om de laatste vracht - nog maar drie pallets - te lossen. Een collega belt om even bij te praten en Hack belt zijn planner om te vragen of hij nog een nieuwe vracht moet laden om vandaag nog weg te brengen. Niet nodig zo blijkt, en hij zet koers naar Putters- hoek om alvast de vracht voor de volgende dag in te laden. „Normaal doen we twee vrachten op een dag, soms drie. Zeker nu we zo krap in de bezet ting zitten, want er is een groot te kort aan chauffeurs. Het vak trekt niet meer. Als je in de ICT veel kunt verdienen ga je niet op die onregelmatige tijden werken. Er zijn wel wat jongeren die het vak ingaan, maar niet genoeg om de massa aan te vullen. Ik heb ook al collega's die met pensioen zijn en toch doorrijden." Rond 14.00 uur is hij terug in Puttershoek, waar z'n vracht al klaar staat in het magazijn: 35 pal lets, zijn wagen zit vol. Hij drinkt nog een bakje koffie in de kantine, praat met een collega en klimt z'n wagen weer in om richting zijn vaste parkeerplaats in Dinteloord te rijden. Daar pakt hij zijn vracht brieven en doet de administratie, schrijft precies op waar hij is ge weest. „Dat houd ik goed bij, want ik heb weieens een prent gehad op een plek waar ik niet was geweest. Iemand anders reed toen met mijn wagen." De tachograaf spuugt een velle tje papier uit waar al z'n rijtijden op staan. „Heb je nodig als ze je aanhouden. Maar je wordt bijna nooit aangehouden. In zeven jaar tijd is me dat welgeteld één keer gebeurd", lacht hij. Het is half drie. Z'n dag zit erop. Eerder dan nor maal, maar dat compenseert voor de afgelopen dagen waarop hij pas laat thuis was. Of hij nu nog voor het vak zou kiezen? Een vastberaden 'nee'. Hoewel.klinkt het dan naden kend. Want hij vindt het een prachtig vak. Waar anders heb je zoveel vrijheid? „Maar door alle re geltjes is er veel veranderd. Het meeste niet in ons voordeel. Ik snap wel dat al die regels voor onze veiligheid zijn, maar je voelt jezelf niet meer zo lekker in het vak. Toch is het hard nodig. Landbouw en vervoer zijn de belangrijkste factoren in de economie. Winkels zijn langer open, wij moeten steeds vaker rijden. Ik denk dat wij het de komende jaren alleen nog maar drukker krijgen." maandag 11 december 2017 X Ine Cup Dinteloord - Bernard Hack

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2017 | | pagina 68