Het reukvermogen van autisten geeft onjuiste informatie door 9 Marian van Overveld (56) uit Roosendaal woont na haar scheiding al jaren alleen. Ze is mantelzorger voor haar moeder en beschouwt haar twee honden als haar kinderen. Eenzaam: „Nee, niet zolang je din gen blijft ondernemen. Mensen ko men niet uit zichzelf naar je toe. Contacten moeten van twee kanten komen. Na een ingrijpende gebeurte nis, zoals een overlijden, word je op jezelf teruggeworpen. Dan is op rechte belangstelling heel fijn." Eenpansgerecht: „Ik kook elke avond voor mezelf. Soms eet ik een hapje buiten de deur, alleen of met vrienden." Zorgzaam: „Ik ben mantelzorger voor mijn moeder. Zij is een halfjaar geleden weduwe geworden. Daar voor was ik mantelzorger voor mijn beide ouders. Ik zorg ook graag voor vrienden en zakelijke relaties." Vrijheid: „Na mijn scheiding ont dekte ik wat vrijheid betekent, zon der dat ik mijn huwelijk als beklem mend heb ervaren. Zeer zeker niet! Ik vind het heerlijk om zonder partner van alles te kunnen ondernemen. Het leeft gemakkelijker." Taboe: „Voor mij zijn er geen taboes. Ik merk wel dat de generatie boven mij het lastig vindt. 'Zo'n vrouwke alleen', klinkt het dan bezorgd." Vriendschap: „Ongevraagd iets doen, is voor mij een teken van echte vriendschap. Na het overlijden van mijn vader kwam een vriend nog laat langs om sigaretten af te geven. 'Die zal je nu nodig hebben'." Sociaal leven: „Je kunt nog zo'n groot sociaal netwerk hebben, als jouw omstandigheden veranderen, kan het heel snel wegvallen." Intimiteit: „Ik sluit mijn ogen niet als er een leuke man voorbijkomt. Ik leef niet als een non, maar zoek zeker geen nieuwe partner. Ik hecht meer waarde aan een goede vriendschap." Wijntje: „Gezellig aan de bar in een bekende omgeving. Desnoods in mijn eentje, want dan ontmoet ik daar wel bekenden." Kinderwens: „Zelf heb ik nooit kin deren gewild. Ik ben wel maatjes met de kinderen van mijn vrienden." Honden: „Mijn twee, acht jaar oude maltezers zijn mijn kinderen. Ik ge niet van hun onvoorwaardelijke liefde en vreugde als ik thuiskom." Vakantie: „Ik schroom niet om alleen op vakantie te gaan, maar met vrien dinnen een weekendje weg vind ik ook gezellig." Kroeg: „Ik ga nooit alleen een onbe kende kroeg in. Ik wil absoluut niet de indruk wekken dat ik voor iets an ders kom dan alleen de gezelligheid op dat moment." Geen zin meer in: „Het moeten vol doen aan allerhande verwachtingen, vanuit de opvatting dat je als alleen staande toch wel tijd hebt om extra dingen te doen." Ambities: „Mijn huidige koers in het leven vasthouden en meer leven in het moment. Gelukkig en blij zijn met wat je hebt. Ik geloof niet in het maakbare. Het leven kan plotseling een andere wending nemen." Veeleisend: „Ik ben moeilijk om mee samen te leven. Te zelfstandig en lekker alles zelf willen doen." Frustratie: „Als alleenstaande vrouw word je lang niet altijd serieus geno men. Veel instanties verwachten toch een partner naast je." ZWEETLUCHT dinsdag 5 december 2017 'Zonder partner heb je een gemakkelijker leven' Annelies Wijnen Autisten reageren anders op lichaamsgeuren die 'sociale infor matie' bevatten, zoals angstzweet. Mensen met autistische trekken hebben moeite de signalen van ande ren te interpreteren, zoals uitdrukkingen en andere vormen van li chaamstaal. Onderzoe kers van het Israëlische Weizmann Institute of Science suggereren in een onderzoek dat hier bij het reukvermogen een rol speelt. Heb je een aandoening in het autismespectrum, dan reageer je namelijk anders op li chaamsgeuren. Het gaat om geuren die je niet bewust ruikt, maar die wel deel uitmaken van onze non-verbale communicatie en ons humeur en gedrag beïn vloeden. Zo kunnen we iemands angst ruiken en erop reageren, zon der dat we ons ervan bewust zijn. Autisten blijken dit minder goed te kunnen. Vrije val In een van hun experi menten testten de on derzoekers het vermo gen van vrijwilligers met autisme om menselijke geuren te ruiken die be wust zijn waar te nemen, zoals een zweetlucht. Zij scoor den net zo goed als niet-autisten. Vervol gens lieten de onder zoekers hen ruiken aan de geur die ze verza melden bij deelnemers aan een les skydiving, een vrije val in de lucht, of aan een controlegeur van dezelfde mensen terwijl ze sporten zon der angst. Hoewel beide groepen zeiden geen verschil te ruiken tussen de twee geuren, reageerden hun licha men anders. In de con trolegroep creëerde het angstzweet een angst reactie, het 'sportzweet' deed dat niet. Bij de autisten ver laagde angstzweet hun angstreactie, terwijl het 'kalme zweet' hun angstreactie ver hoogde. Zij lazen dus niet alleen geuren met sociale informatie slechter, ze interpre teerden ze ook ver keerd. Waarschijnlijk wijst dit op een diepe verbinding tussen onze reuk en vroege hersen- ontwikkeling. Mogelijk verloopt de ontwikke ling van de reuk van subtiele chemische sig nalen bij autistische mensen anders. —Carin Röst

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2017 | | pagina 53