'Paul Verhoeven riep: hij eruit of ik eruit' e tijden zijn voorbij dat Matthijs van Heijningen (73) zich liet interviewen met een brandende Cubaanse sigaar binnen handbereik. Sinds hij in 1999 een lichte attaque heeft gehad, beperkt hij zich tot één goede Havana per dag. „En die rook ik pas na 10 uur 's avonds." In zijn werkka mer, met uitzicht op een Amsterdamse gracht, liggen stapels boeken en tijd schriften. Daartussen twee Gouden Kal veren. Van Heijningen, die filmhits als Ciske de Rat, De lift, Een vlucht regenwulpen en Van de koele meren des doods op zijn naam heeft, voldoet niet helemaal meer aan het stereotype beeld van de traditionele filmproducent, een rol die hij ruim veertig jaar zorgvuldig koesterde. Zo was hij immer gekleed in driedelig maatpak en bewoog hij zich slechts voort in een Jaguar of Daimler Double Six. Zijn filosofie over zijn beroep als film producent is helder. „Ik wil altijd iets op zetten dat ik zeifin de bioscoop wil zien. Soms komt het door een boek dat ik heb gelezen. Daar zoek ik dan een regisseur bij. En ik probeer het budget bij elkaar te krijgen. Ik heb niet de ambitie zelf te regisseren. Het verschil is: een regisseur wórdt betaald en ik, als producent, móet betalen. Loopt de film goed, dan komt het geld daarna wel met bakken binnen." De pretlichtjes in zijn ogen verraden dat hij zijn omgeving graag op stang jaagt. „Als mensen een bepaald beeld van me neerzetten, ben ik graag bereid daar aan te voldoen. Toen ooit over mij werd gezegd dat ik langzaam was met het beta len van rekeningen, deed ik dat vervol gens ook." Dat provoceren in zijn natuur zit, zal hij niet ontkennen. „Wat oud gereformeerden zoals ik, Joop den Uyl en Rijk de Gooyer met elkaar gemeen hebben, is dat wij vroeger met de pap lepel ingegoten kregen dat wij altijd ge lijk hadden. Dat heb ik behouden." „Van mijn vader, die havenmeester was, moest ik zondags twee keer naar de kerk. Alphen aan den Rijn had geen bioscoop, dus zag ik mijn eerste films bij de speel tuinvereniging. Dat waren onschuldige films met Laurel en Hardy, en Charlie Chaplin. Mijn vader hield van de films van Danny Kaye. Daar nam hij ons weieens mee naar toe. Maar nooit op zondag." „Ik ben heel gemakkelijk van de kudde afgedwaald. Ik heb aan mijn opvoeding geen angstdromen over hel en verdoe menis overgehouden. Tijdens de kerk diensten zorgde ik dat ik boven in de gaanderij zat. Dan kon ik gemakkelijk wegsluipen om te biljarten in café Toor. Ik moest wel navragen waar de preek over ging. Voor het geval mijn vader mij zou overhoren." „Welnee. Die Weinstein is een enorme schertsfiguur die zich overal naar binnen heeft gewurmd. Maar als producent stelde hij weinig voor. Ik heb hem een paar keer op het filmfestival van Cannes ontmoet. Ik vond hem heel onaangenaam en ongemanierd. Hij had altijd een grote bek. Dat hij nu van ongewenste seksuele intimiteiten wordt beschuldigd, verbaast mij niets. Het gebeurde al veel langer in Hollywood, maar ook buiten de film wereld. Denk maar aan figuren als Ken nedy en Lubbers, daar hoor je ook niets meer over." „Ik heb - voor zover ik kan nagaan - nooit echt met hem samengewerkt. Ik ken hem natuurlijk wel. Een enorm strebertje met hele nare, nichterige grappen. Zijn macht als casting director wordt erg overschat. Per slot van rekening zijn het de produ cent en de regisseur die bepalen wie er in een speelfilm gaan spelen. En de acteurs die bij hem thuis kwamen auditeren... Die waren natuurlijk heel naïef. De reac ties op zijn handelwijze vind ik erg over trokken. Ik ben trouwens benieuwd of er opnamen met die audities in omloop zijn. Ik hoop niet dat we door die #metoo- affaires in een nieuw Victoriaans tijdperk belanden, met een truttigheid waar ik persoonlijk niet op zit te wachten." „Ik studeerde 's avonds aan de Klein kunstacademie en overdag volgde ik lessen op de Pantomimeschool van Jan Bronk. Daar zat ik in de klas met Peter Faber en Rutger Hauer. Wat ik mij her inner is dat Peter en ik amper te eten hadden, terwijl Rutger van thuis altijd stapels boterhammen meekreeg. Maar delen met ons, ho maar. Ik heb hem later teruggepakt." „In mijn beginjaren was ik productie leider bij Turks fruit. Rutger speelde de hoofdrol. Hij deed zich enorm stoer voor. Hij kwam bijvoorbeeld op een motorfiets aanrijden, terwijl dat van de verzekering helemaal niet mocht. Men was bang dat hij een ongeluk zou krijgen waardoor de opnamen vertraging zouden oplopen, 's Avonds filmden we regenscènes. Ik had voor iedereen een regenjas, maar niet voor Rutger. En ik heb ervoor gezorgd dat hij niet heeft meegespeeld in Een vlucht regenwulpen. Dat was mijn genoeg doening voor die boterhammen." „Klopt. Ik liep de boel daar een beetje te saboteren. Ik vond Paul Verhoeven een enorme lul-de-behanger. Hij had een arrogante manier van doen. Hij was, geloof ik, officier in het leger geweest, terwijl ik met S5 was afgekeurd. We waren totaal verschillende persoonlijk- Bij iemand uit een streng christelijk milieu uit Alphen aan den Rijn verwacht je geen carrière in de filmwereld. Was je zelf gelovig? Is het filmvak door de affaires rond Harvey Weinstein en Job Gosschalk in een kwaad daglicht komen te staan? En Job Gosschalk? Op je 16de vertrok je naar Amsterdam. Hoe dan? Je hebt het einde van de opnames van Turks fruit niet gehaald. 101 zaterdag 2 december 2017

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2017 | | pagina 74