14 WEE Woensdag treedt Martin Fondse toe tot de eregalerij van de jazz en geïmproviseerde muziek in Nederland. De oud-Tholenaar is volgens de jury van de Buma Boy Edgar Prijs een muzikale alleseter die altijd zijn grenzen durft te verleggen. PORTRET MARTIN FONDSEA Je kunt nog zoveel plannen, maar er hangt veel af van of je op het juiste moment op de juiste plaats bent Ga ik een akkoord spelen of een melodie? Jazz is toch veel meer een mindset dan een stijl In zijn paspoort staat Bergen op Zoom als geboorteplaats, maar dat is omdat hij in het zieken huis is geboren. Martin Fondse komt uit Tholen. Uit de stad Tholen. „Ja, wij komen van stad hè", zegt hij met gevoel voor ironie. „Mij interesseert dat geen fluit, maar hier is dat een groot ding. Ik word wel vaker geïnterviewd en als er staat dat ik uit het dorp Tholen kom, krijg ik dat te horen. Dat we stads rechten hebben sinds 1366, weet je wel. Met voetballen merkte ik dat wel, als je tegen Vosmeer moest of Stavenisse, dan waren wij tussen aanhalingstekens toch een beetje de elite. Grappig hoe mensen dat on derscheid nodig hebben. Je ziet het overal hoor, of het nu Brazilië, Amerika of Denemarken is, waar ik allemaal gewoond heb, het is het platteland tegen de stad en an dersom." Hij komt uit een muzikaal gezin. Vader Fondse zong in het beroemde Smalstads Mannenkoor. „Die waren echt goed, hoor." Thuis stond altijd klassieke muziek aan. „Mijn opa speelde kerkorgel in Bruinisse. Op zijn harmonium heb ik mijn eerste toetsen ingedrukt. Toen ik een jaar of zes, zeven was, ging ik naar de Zeeuwse Muziekschool op pianoles. Dat is een instrument waarop je ei genlijk alles kan. Je hebt de harmo nie, de melodie, het ritme. Het is ook een slaginstrument, je drukt een toets in en een hamertje slaat tegen een snaar. Je bent eigenlijk een orkest in je eentje. Ik maakte al snel mijn eigen lied jes. En meespelen met platen van The Beatles en Queen. Daar heb ik heel veel van geleerd. Ik kwam ak koorden tegen die ik nog niet kende. Daar ging ik dan een stuk van ma ken, met alleen maar dat akkoord. Dan kon ik in allerlei toonsoorten dat akkoord weer spelen. Dat was echt een ontdekking, joh. Dat had ik bij Chopin ook." „Via vriendjes. Via de platotheek. Dat was een auto die door Zeeland reed, een oude tandartswagen. Die stond op woensdag tussen twee en vier op de Markt in Tholen. Daar heb ik heel veel jazzplaten geleend. De tune van Keek op de week van Koot Bie was ook belangrijk. Zo kwam ik op het spoor van muzikan ten als Pat Metheny, Michael Brec- ker, Jack Dejohnette en Charlie Ha- den. Niet voor niks heb ik Kees van Kooten als verteller en interviewer uitgenodigd voor de uitreiking van de Boy Edgar Prijs." „Toen ik negentien was, nadat ik van het conservatorium in Rotter dam was gestuurd. Ik was dat eerste jaar zo gedreven om het te maken, dat ik veel te gestrest was. De klas sieke combinatie van prestatiedrang en faalangst. Ik wilde bij wijze van spreken altijd beter zijn dan de le raar. In Tholen was ik de handige jongen die alles kon. Daarna kwam ik op een school waar iedereen be ter was dan ik. Als je dan heel hard lopend wil meedoen, gaat dat niet. Het jaar daarop ben ik naar Arnhem gegaan. Even in de luwte op adem komen. Het is niet één lijn naar bo ven geweest. Iedere carrière heeft zijn hobbels. Het gaat met vallen en opstaan, het is hollen of stilstaan. Dat is het interessante aan het le ven. Je kunt nog zoveel plannen, zo veel voorbereiden, maar er hangt ook zoveel af van op de juiste plaats zijn op het juiste moment, van ge luk, van mensen die je wat gunnen. Er zijn zoveel factoren die je hele maal niet kunt controleren. Als je dat kan loslaten en vertrouwen hebt in de toekomst, zonder dat je alle touwtjes in handen wilt houden, dan maakt dat heel veel dingen mo gelijk. Dat je op je intuïtie af durft gaan, dat je dingen herkent, dat je weet: o, maar nu moet ik hier zijn. Toen ik in Arnhem woonde, zag ik dat er een cursus compositie werd gegeven aan de Musikhoch- schule in Keulen, door Bob Brook- meyer, een trombonist en compo nist die ik erg bewonderde. Ik was te laat met aanmelden, maar er was een uitvaller. Ik werd toegelaten, maar de opleiding kostte 4000 gul den en dat had ik niet. Ik kwam 1000 gulden tekort. Dolf de Kinkel der, mijn muziekleraar in Arnhem, zei: die krijg je van mij. Hij voelde aan dat dit de volgende stap was die ik moest maken. Die cursus was PASPOORT echt dé opening voor mij, zowel muzikaal als persoonlijk. In de ja ren daarna kreeg ik steeds meer op drachten. Ik zette steeds wat geld opzij en op een gegeven moment had ik een envelop met 1000 gul den. Ik heb Dolf gebeld en hem dat geld teruggegeven. Iedereen heeft op een gegeven moment zo iemand nodig in zijn leven, die een deur opendoet die je in je eentje niet kan openduwen. Later heb ik nog zoiets gehad, bij een masterclass van Vince Mendoza bij het Metropole Orkest. Ik was drie maanden te laat om me aan te melden, maar toeval lig was er iemand uitgevallen. Ik heb het dus ook te danken aan mensen die ik helemaal niet ken hè, die nooit zijn komen opdagen. Ik moest een stuk opsturen voor de bezetting van het Metropole Or kest, maar dat had ik helemaal niet. O, dan kan het niet, zeiden ze. Het was op een donderdag, de maandag daarop zou het beginnen. Ik zei: als ik nou zaterdag een stuk inlever, mag ik dan meedoen? Ik heb alles afgezegd, ben naar huis gaan, heb anderhalve dag geschreven, niet ge slapen en toen had ik een stuk van twaalf minuten of zo, voor het hele orkest, voor 32 stemmen. Mendoza vond het goed. Toen heb ik op za terdagavond en zondag alle partijen gemaakt en maandagochtend zat ik in de studio. Inmiddels heb ik 300 arrangementen gemaakt voor het Metropole Orkest. Dus je kunt nog zoveel plannen in je leven, maar je hebt ook geluk nodig, mensen die het in je zien zitten, mensen die je af en toe de mogelijkheid willen bieden." „Zeker. Niet weten wat er om de hoek gebeurt. Je nadert een split sing en op dat moment kun je be sluiten of je links- of rechtsaf gaat. Ga ik een akkoord spelen of een melodie? Jazz is ook veel meer een mindset dan een stijl. Wat mij be treft is jazz inclusief en niet exclu sief. Alles is welkom, alles is moge lijk, van elke stijl kun je jazz maken, het gaat om de houding waarmee je muziek maakt. Niet alles hoeft vast te liggen. Je hebt nu een Tomtom die weet hoe laat je aankomt, maar ja, soms staat er file, soms moet je omrijden. Als je alleen maar op de Tomtom vaart, zie je niks meer. Terwijl ik het leuk vind, zeker als ik moet omrijden, om rond te kijken en te zien wat ik dan tegenkom. Als je dat kunt accepteren, gebeuren er leuke dingen." „Zoals zij het hebben beschreven, zou ik het nooit durven zeggen. Ei genlijk voor het eerst wordt die veelzijdigheid van mij als een posi tief ding gezien en niet alsof ik geen keuzes zou maken, of dat het ten koste zou gaan van iets anders, wat ik bestrijd. Dus ja, ik vind het een schitterende erkenning." „Arrangeren zie ik als het hercom- poneren van materiaal dat je gege ven wordt. Met Blofis dat heel erg leuk. Ik heb altijd discussies, vooral met Paskal. Het is een soort wed strijd van mij geworden om er een paar sportieve noten in te stoppen. Ik zorg voor iets onverwachts zeg maar, waardoor ik denk dat de mu- ziek fris klinkt, en dan kijk ik hoe ver ik dat kan oprekken. En met Paskal kun je heel ver gaan, maar sommige noten wil hij echt niet. O ja, sportieve noot, zegt hij dan. Dan komt de discussie: mag-ie blijven of niet? Terecht. De vraag is niet of het een goede of een foute noot is, het gaat over wat je samen met die muziek wil. En natuurlijk, als het stukken van Blof zijn, zijn dat hün kinderen. Als je kinderen een fel groene jas met gele stippen aan trekt, terwijl de ouders een gedekt blauwe willen, dan snap ik wel dat ze er wat van zeggen. Wat dat be treft is er niets veranderd ten op zichte van het kind dat klassieke pi anoles kreeg. Ik probeer altijd iets van mijn eigen karakter in de mu ziek te leggen. Ik weet wel hoe het hoort, maar dat is niet wat ik wil. Dat is voor mij niet interessant; dan moet je mij niet vragen." zaterdag 2 december 2017 GO Ik weet wel hoe het hoort, maar dat is niet wat ik wil Ernst Jan Rozendaal Hoe kwam je in aanraking met jazz? Wanneer ging je uit Tholen weg? Martin Fondse is op 20 februari 1967 geboren in Bergen op Zoom. Hij studeerde jazzpiano en compositie aan de Hogeschool voor de Kunsten in Arnhem en compositieles aan de Musikhochschule in Keulen. Hij formeerde diverse bands, zoals De Acht baan, Groove Troopers en het Starvinsky Or- kestar (later Martin Fondse Orchestra), en gaf leiding aan XLJazz, BEAM Orchestra en het Sena Nationaal Jeugd Jazz Orkest. Ook com poneerde en arran geerde hij voor onder meer het Concertge bouworkest, het Metro- pole Orkest, het Neder lands Blazers Ensemble en Blof. Hij werkte vier jaar samen met de Brazili aanse zanger/gitarist Lenine en in Nederland met trompettist Eric Vloeimans, saxofonist Mete Eker, bassist Erik van der Westen en har pist Remy van Keste- ren. Volgende week ont vangt hij de Buma Boy Edgar Prijs. Die wordt jaarlijks uitgereikt aan een musicus die een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de Nederlandse jazz en geïmproviseerde mu ziek. Martin Fondse woont in Amsterdam en is onge huwd. Dat lijkt op de houding van een improviserende musicus. Niet alles plannen, durf te wachten, maar herken de gelegenheid als die voorbij komt. De jury van de Boy Edgar Prijs roemt je omnivore geest: 'Voor hem bestaan geen grenzen tus sen genres als klassieke muziek, jazz, latin en world.' Je schrijft ook strijkers- en bla zersarrangementen voor Blof.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2017 | | pagina 50