II ZEELAND 21 Voor Joeri van Liere (31) was het ook een omschakeling: van het motorcrossen naar het rolstoelbasketbal. „Het is iets heel anders dan motorcross, hè? Maar ik vind het hartstikke leuk." zv nog aan Mark zien voor de trai ning. Voor mij is het niet zo schok kend meer. Natuurlijk, het is de nachtmerrie van iedere crosser, maar ik wil gewoon alles op een rijtje hebben en als ik dat filmpje zie, weet ik wat, hoe en waarom het fout ging. Dat wist ik al, omdat ik gewoon bij kennis bleef na die val, maar dat filmpje bewees mijn gelijk. Ik heb geen onbeantwoorde vragen meer." Paralympische sporten Toch leeft hij sinds die dag met een dwarslaesie. Dat valt hem soms zwaar, maar Van Liere is er de persoon niet naar om lang te treuren. Vrij vlug na zijn revalida tie in Hoensbroek bedacht hij al wat hij allemaal nog wél kon. Hij zette zijn eigen bedrijfje op: One Dirty 8-designs, voor al uw speci ale motorcrosshelmen en sticker sets, naar zijn startnummer #138. Maar hij wilde ook graag sportief bezig blijven. Dus toog hij naar een talentendag voor Paralympi sche sporten. Rolstoelbasketbal sprak hem daar het meest aan. Dat paste bovendien qua tijd - want: dichtbij - en financiën - want: je hoeft niet veel geld te investeren om te kunnen rolstoelbasketballen - het beste bij hem. „Die vrouw die die les verzorgde zei: 'Neem dan eens contact op met Mark Aalders, hij zit in Mid delburg en daar kun je zo terecht'. Na de eerste keer meetrainen ben ik blijven hangen, want ik vond het meteen hartstikke leuk. Ik ging in eerste instantie wel naar die talentendag met het idee: ik wil in de sport die ik kies de top halen. Dat heb ik altijd gehad en dat zal ik ook altijd hebben. Maar ik kwam er al snel achter dat dat niet zo makkelijk is. Ten eerste is rolstoelbasketbal een teamsport. Dat vind ik al een stuk moeilijker, want uiteindelijk ben ik geen teamspeler maar een solist. Ik speel liever alleen. Als ik dan een fout maak, kan ik het alleen mezelf kwalijk nemen." „Daarnaast", vervolgt Van Liere, „heb ik in mijn rolstoel een aantal beperkingen. Ik zit bijvoorbeeld lager dan anderen, omdat ik de zwaarste handicap heb. Ik kan mijn middel niet bewegen of ge bruiken, dus ik kan amper dribbe len. Als ik niet zo laag zou zitten, zou ik snel voorover vallen als ik een bal op wil pakken. Mijn rol is dus vaak om er onder de basket voor te zorgen dat anderen kun nen schieten. Die anderen stil te zetten, dus." In rolstoelbasketbalbegrippen is hij een ééntje. Dat wil zeggen: hij heeft de zwaarste handicap en hij telt in een opstelling voor één punt. Ieder team mag vijf spelers opstellen, maar elk team mag in totaal maar uit 14,5 punten be staan. „Eentjes als ik zijn dus ge wild", legt Van Liere uit. „Maar het maakt het vergelijken met anderen met andere handicaps wel erg las tig, dus dat uitblinken ook." Want bij RBVM spelen ook le den met een minder zware handi cap mee. De een mist een been, de ander heeft alleen slecht zicht. „Maar er zijn ook teamgenoten met meerdere handicaps, sommi gen hebben die al vanaf hun ge boorte", weet Van Liere. „We heb ben het daar onderling niet echt over, wie wat heeft en waarom. Ie dereen heeft zijn eigen sores en dat vindt iedereen wel prima. Maar soms denk ik weieens, als ik die anderen zie: dan mag ik nog van geluk spreken met een dwarslaesie." Het glas is altijd halfvol bij Van Liere. Rolstoelbasketbal is dan wel geen motorcross, maar „ik hoef al leen dit flesje water, dit hand doekje en een vest mee te nemen. Ik kan met mijn auto met handgas hier zonder hulp komen, er is hier een kamer vol rolstoelen om in te basketballen dus die hoefik ook niet steeds mee te nemen. En het is lekker in beweging zijn op de maandag. Eén keer in de maand spelen we op een dag twee wed strijden in de C-divisie. Ik vind het leuk, hoor." Soms denk ik weieens: ik mag nog van geluk spreken met een dwarslaesie Dat hij nu niet actiefis in een glitter en glamour-weteld vol spek takel heeft hij inmiddels geaccep teerd. Zijn vrienden stonden hem toe te juichen in de Zeelandhallen, maar zullen niet snel in De Sprong te vinden zijn. Dat vindt Van Liere niet erg. „Voor mij is rolstoelbas ketbal gewoon bewegen, snap je? Als jij morgen naar de sportschool gaat, gaan je vrienden ook niet mee om te komen kijken. Dat is het een beetje. Ik merk trouwens wel dat ik mijn echte vrienden overhoud. De hype is over, het nieuwe is eraf. Op het begin was er veel aandacht, maar dat wordt minder. Ik ben nog steeds het zelfde mannetje, ik zit alleen in dit rotstoeltje. Wat maakt mij dat uit?" „Over het algemeen gaat alles in die rolstoel goed", vervolgt hij, „maar als ik op stap ga, drink ik bier en dan gaat er soms iets fout of maak ik me druk. Dan moet ik gewoon naar huis en vervloek ik heel de wereld, vraag ik me af of het gewoon niet meer mag. Maar als ik erover nadenk, besefik ook wel dat het door andere dingen komt. Doordat ik twaalf bier op heb en op een plek ben waar ik me niet echt op mijn gemak voel. Dan is die woede weer snel voor bij. Ik zorg wel dat op zo'n mo ment zo min mogelijk mensen er iets van meekrijgen. Kijk, dat zijn mijn moeilijke momenten." Aangepaste crossmotor Lang in zak en as zitten doet hij niet. Hij heeft namelijk nog ge noeg om van te genieten. Van mo torcrosser Bryan Nelis bijvoor beeld, die hij les geeft en de fijne kneepjes van het motorcrossen bijbrengt. De jongeling kroonde zich afgelopen jaar tot kampioen bij de MON. „Ik denk nog weieens: wat zou ik graag nog eens op die mo torstappen om het even voor te doen. Het zou in feite ook wel kunnen. Mijn motor is aangepast en is nu een soort scooter. Ik schakel op mijn stuur en het is een automaat koppeling. Ik heb het afgelopen zomer getest en dat ging hart stikke goed." Maar motorcrossen gaat voor hem nooit meer worden wat het voor hem zo mooi maakte. Van Liere wil showen en winnen. „Ik heb afgelopen zomer één keer ge reden op mijn aangepaste motor en daarna is het er niet meer van gekomen. Maar voor mij is alleen het idee dat als ik wil rijden ik kan rijden, al goed. Die motor is nu bo vendien hartstikke blingbling, dus als ik er mee ga rijden moet ik hem ook weer schoonmaken. Niet dat dat nou zo erg is, maar het is voor mij de Ferrari die iemand anders altijd heeft willen hebben. Die wil je mooi houden, in je schuurtje. En als het op zondag héél mooi weer is, kun je er een rondje in doen. Maar niet te lang, want je wilt niet dat hij vies wordt of dat er krasjes op komen. Snap je? Zo is het een beetje." De motor herinnert hem aan zijn jaren als succesvolle crosser en houdt tegelijkertijd de hoop op herstel levend. Want Van Liere ziet zijn tijd in een rolstoel als een fase. „Ik ben ervan overtuigd dat ze over vijf of tien jaar een oplos sing voor me hebben", zegt hij stellig. „Natuurlijk is er sinds die dag in januari veel veranderd, maar ook net niks, want ik ben dus nog steeds dezelfde jongen. Ik zit nu alleen in een rolstoel. Ik zit er wel over te denken om een boek te schrijven over alles wat me is overkomen en ik weet nu ook al hoe dat boek gaat heten: Van Droom naar Nachtmerrie." moest die dag uitkomen in de Zeelandhallen in Goes. Daar hoopte hij de Super cross te winnen. Nee, daar móést hij de Supercross winnen. „Daar door nam ik meer risico dan nodig was." En, zo stelt hij bijna vier jaar la ter vast, dat was niet nodig ge weest. Van Liere: „Ik legde de lat voor mezelf erg hoog, maar het was niet nodig geweest. Ik weet al leen óók dat ik die fout morgen weer zou maken. Want als ik mor gen weer mee mag doen aan de Supercross, wil ik nog steeds win nen. Dat blijft mijn droom." Van Liere weet heus ook wel dat dat er niet meer van gaat komen. Bij zijn dubbele sprong kwam hij niet goed uit, verloor de macht over zijn crossmotor en knalde met zijn hoofd op een bult. Die klap veranderde zijn leven. Hij liep een dwarslaesie op en is vanaf zijn middel verlamd. De beelden van het ongeluk kijkt Van Liere nog weieens terug. Niet vaak, maar hij heeft het op zijn telefoon staan. „Toevallig liet ik het vorige week Ik ben nog steeds hetzelfde mannetje. Ik zit alleen in dit rotstoeltje Er was een tijd dat Joeri van Liere (31) direct het gas van zijn crossmotor losliet als iemand kei hard naar hem riep: „Zet hem stil! Zet hem stil!". Op een maandagavond in sporthal De Sprong doet hij tegenwoordig heel iets anders als RBVM-coach Mark Aalders het naar hem roept. Hij rijdt dan met zijn rolstoel naar de tegenstander onder de basket en zet die klem om een aanval te voorkomen, of zet een verdediger van de tegenpartij stil om zijn ploeggenoot bij de Middelburgse rolstoelbasketbalvereniging een schotkans te bieden. Er is geen stereotiepe rolstoel basketballer, maar als die er zou zijn, zou Van Liere het niet zijn. „Ik kom uit de motorcross en rol stoelbasketbal is niet echt motor sport, hè", lacht de Kapellenaar, die inmiddels al aan zijn tweede seizoen bezig is. „Motorcrossen paste bij mij, want dat is geen sport, maar een way of life. Een motorcrosser denkt anders, is ge waagder, avontuurlijker dan de standaard Nederlander. En de sport zeifis een sport van glitter en glamour. Ik reed in het chiqueste van chiqueste, zelfs mijn sokken - die niemand kon zien - moesten er mooi uitzien." Nu doet hij op trainingsavonden bij RBVM een witte band om zijn middel, omdat die hem steun geeft in zijn rolstoel. „Ik draag hem al leen liever niet, ook al weet ik dat ik er beter door ga spelen", vertelt hij. „Het staat gewoon niet." Joeri van Liere is Joeri van Liere geble ven, zoveel is duidelijk. Een binky: iemand met zelfvertrouwen, de borst vooruit en een beetje ijdel. Die rolstoel herinnert hem alleen nog iedere dag aan 24 januari 2014. zaterdag 2 december 2017 onder de basket lekker zichzelf - Joeri van Liere - Joeri van Liere Mitchell Minnaard Middelburg

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2017 | | pagina 148