'IK WIL HET
LAATSTE
STUKVAN
MIJN LEVEN
ANDERS
INVULLEN'
Paspoort
MartinusJan
Smeets
hem sta. Dat hij die doping genomen
heeft, snap ik nog wel. Maar het voort
durende liegen erover, het enorme
bedrog, dat is me zo tegengevallen. Ik
vind hem een ontzettende hufter.
„In 2011, toen zijn bedrog uitkwam,
had ik net een boek over hem geschreven.
Dat maakte kans op de NS Publieksprijs
en daar heb ik me toen voor teruggetrok
ken. Nu zeg ik: dat had ik nooit moeten
doen. Want ik sta nog steeds achter alles
wat ik in dat boek schrijf. Maar de sfeer
was op dat moment zó vervelend. Doods
bedreigingen in de brievenbus, 'we krij
gen je wel', de namen van mijn kinderen
erin... Op straat kwamen mensen naar me
toe: 'Jij wist wat Armstrong deed! Ik hoop
datje kanker krijgt!' Uiteindelijk werd
het zo heftig, dat ik dat boek heb terug
getrokken. Ik heb me laten leiden door
het vuilnis van de straat."
„Dan staat ineens zo'n knaap voor je
neus: 'Smeets! Je bent een Jood!' Dan
denk ik: nou, dat ras heeft heel grote we
tenschappers en kunstenaars opgeleverd.
Maar ja, die kent die jongen waarschijn
lijk niet. Deze vind ik ook mooi: 'Vuile
homojood!' Ik loop gewoon door. Of ik
zeg: anders nog iets? Nee? Prettige dag
verder!"
„Men kent mij niet, men kent mijn
imago. Tja. Misschien was ik vaak te
streng op tv, te belerend. Te arrogant,
zeggen sommigen. Zou kunnen. Maar
bedenk ook: dat is wat tv-makers willen.
Die vroegen mij in hun programma's
voor wat reuring. Omdat ik zeg wat ik
denk, en omdat een heleboel andere jojo's
dat niet durven. Die spelen een nette rol.
Ik niet. Dat mensen me daarom een lui
vinden: prima. Maar dan begrijp ik nog
steeds niet waarom ze woorden als
'homo' of'jood' als scheldwoord gebrui
ken. Bizar vind ik het. Het wordt gelukkig
wat minder."
„Heerlijk. Heer-lijk. Echt waar. Ik doe
alleen nog tv voor Ziggo, Amerikaans
basketbal, midden in de nacht. Naar die
live-uitzendingen kijkt helemaal nie
mand. De echte NBA-fans, een paar gek
ken, en mijn vriend Frits van Rijn. Soms
spreek ik hem gewoon toe, in de uitzen
ding. 'Frits, kende jij die speler al?' Vind
ik mooi.
„Ik hoef niet meer in beeld. Het is me
aangeboden, ik heb ervoor bedankt. Ik
wil niet meer groot, ik wil niet meer een
bekende Nederlander zijn. Ik wil het laat
ste stuk van m'n leven anders invullen."
„Hij heeft gelijk. Ik ben aan het aftellen.
De tijd hou ik niet tegen, en dit lichaam
hapert. Het is vervelend hoor, als je wordt
opgenomen in een ziekenhuis omdat je
hart niet goed werkt. Héél vervelend.
Eind november vorig jaar voelde ik me
niet lekker. In het ziekenhuis waren ze er
snel uit. Ik had een infarct gehad, moest
meteen blijven. Dat zijn spannende
momenten.
„Wat wel geestig is: ik heb mijn vrouw
meteen gevraagd of ze mijn computer
kon brengen, want ik moest mijn stukje
nog tikken voor het Haarlems Dagblad.
Heb ik dus in het ziekenhuis liggen doen,
met al die slangen aan m'n lijf.
„Het liep goed af, ik mocht de volgende
dag naar huis, maar confronterend was
het wel. Andere dingen doen het ook niet
meer, lopen is ontzettend moeilijk ge
worden. Mijn vrouw zegt: je hebt zó hard
gewerkt, je hebt voor drie geleefd, wees
dan niet verbaasd dat je nu dit hebt. En
Privé
dat besefik. Het is ook niet erg, het over
komt iedereen. Klaar."
„Ik slik 's ochtends zes pillen. Zes! Na
tuurlijk denk ik na over de dood. Ik wil
niet, maar ik ben er wel mee bezig. Is alles
wel geregeld, wat moet ik nog tegen m'n
zoon en dochter zeggen? Dat komt door
dat ding hier, die rikketik. Dat maakt je
kwetsbaar, en dan zak je soms weg in...
Het is niet doemdenken, maar wel: hoe
ga ik hiermee om? De gedachte dat ik
mijn kleinkinderen dan niet meer zie.
Moet ik nog een bankboekje voor ze
maken? Dat gaat nu door m'n hoofd."
„Natuurlijk! The Pretender, van Jackson
Browne. Ik wil er de totaalregie over. Ik ga
het nog sterker vertellen: ik weet zelfs al
welke wijnen er zullen worden geschon
ken. Ik kies altijd de wijn uit, overal. Dus
dan ook.
„Vroeger zat het leven anders in elkaar.
Ik was nooit met de dood bezig. Het over
lijden van mijn ouders heb ik makkelijk
verwerkt, nooit een traan om gelaten.
Maar als ik nu een lieveheersbeestje
doodtrap, schiet ik vol. Heel gek. Ik word
softer, sentimenteler zo je wilt. De dood,
als die je hoofd binnenkomt... Ik ben een
ander mens geworden.
„Het was altijd maar gaan, wegwezen.
De hele wereld rond, altijd. Maar sinds
een jaar hebben we twee poezen thuis,
en dit geloof je niet, maar het is echt
waar: als die beesten in de buurt zijn is
het of ik van was ben. Ze zitten naast
me als ik zit te tikken, ik klets met ze.
Ik smelt.
„Pas stelde mijn vrouw voor om een
weekendje naar Stockholm te gaan. Ik
zei meteen: maar wie past er dan op de
poezen? Daar moesten we allebei enorm
hard om lachen. Maar we zijn wel thuis
gebleven." 41
Het gebeurt nog steeds, vertellen
uw vrienden.
Vraagt u zich weieens af waarom u
dat oproept?
U bent nu anderhalfjaar weg bij de
NOS. Hoe bevalt het leven buiten de
schijnwerpers?
Ik vroeg uw zoon hoe het met u gaat.
Zijn antwoord: papa wordt oud.
Geboren
11 januari 1947 in
Arnhem.
Loopbaan
Speelt tien jaar
professioneel bas
ketbal. Maakt na
een zware blessure
de overstap naar
de journalistiek. Via
het Haarlems Dag
blad en De Tijd
komt hij in 1973
terecht bij de NOS,
waar hij uitgroeit
tot beeldbepalend
verslaggever en
later presentator
(Studio Sport, De
Avondetappe).
Schrijft jarenlang
columns voor
onder meer het
Haarlems Dagblad
en Trouw. Publi
ceert meer dan
vijftig boeken.
Neemt in 2016
afscheid van de
NOS.
Getrouwd. Twee
kinderen uit zijn
eerste huwelijk,
dochter Nynke en
zoon Tjerk. Drie
kleinkinderen.
De laatste zin van uw boek: 'Klein
minpuntje: het leven is te kort'.
Weet u al welke muziek er op uw
begrafenis wordt gedraaid?
141 zaterdag 18 november 2017
WG