Het regen klachten over cliëntenvervoer Arduin
Héél vroeg beginnen op
school
Geen
warm
boterhammen maar
eten
helpen elkaar als iemand
woord niet weet
7
UITWISSELINGSPROJECT MET DUITSLAND
In Duitsland hoefje
geen brood mee te
nemen naar school,
maar moet je wel
vroeg opstaan.
Leerlingen van Het
Reynaertcollege
keken een week bij
een Duitse school.
Hulst staat
centraal in
tv-programma
In de kantine van het Rey
naertcollege klinkt tijdens de
lunch 'gewoon' Nederlands
en Nederlands met een Duits
accent.
Afgelopen zondag reisden 23
atheneumleerlingen met bege
leidster Goedele Laenens van het
Reynaertcollege naar Gymnasium
Georgianum in het Duitse grens
stadje Vreden. Ze sliepen daar bij
gastgezinnen en maakten kennis
met het Duitse schoolsysteem, de
cultuur en leeftijdsgenoten.
Afgelopen woensdag reisden ze
terug naar Hulst en namen ze der
tien Duitse leerlingen mee. Die
konden op hun beurt ook een paar
dagen van de Nederlandse en Bel
gische cultuur proeven. Zo be
zochten ze samen Neeltje Jans,
Saeftinghe, Doel en de Joodse wijk
in Antwerpen. „We hebben als
scholen dezelfde belangen. We
willen twee culturen met elkaar in
contact brengen. Ze merken bij de
gastfamilies dat bepaalde dingen
anders zijn", vertelt decaan Gorik
Hageman van het Reynaertcollege.
De Hulster leerlingen konden
daarnaast hun Duits verbeteren en
de Duitse leerlingen hun Neder
lands, ze hebben de taal als keuze
vak. „We hebben er van tevoren op
aangestuurd dat ze alleen Duits en
Nederlands met elkaar praten. En
dat hebben ze prima gedaan. Onze
leerlingen krijgen nu het besef: 'Ze
begrijpen me als ik Duits praat.'"
HULST De gemeente Hulst staat
woensdag centraal in het tv-pro
gramma Geloof en een Hoop Liefde
van de EO. Daarin bezoeken de pre
sentatoren bewoners in steeds wis
selende regio's om hen te vragen
naar hun ideeën over geloof, hoop
en liefde.
De EO zet Hulst in een vooruit
blik neer als 'de meest Vlaamse
plaats van Nederland, waar de in
woners een soort Vlaams dialect
spreken'. Ook op de bourgondische
inslag ('lekker eten en speciaal-
bier') en katholieke achtergrond
van de bewoners wordt ingegaan.
De uitzending op NPO2 begint ko
mende woensdag om 17.50 uur.
De cliëntenraad kreeg tientallen
klachten binnen over het nieuwe
vervoerssysteem dat eind oktober
is ingevoerd. Voorzitter Jacques
Suurmond maakt zich grote zor
gen. „Alles wat mis kan gaan, gaat
mis", zegt hij. „Hier ontstaat het
beeld van een organisatie die het
niet aankan." De cliëntenraad
heeft spoedoverleg gevoerd met de
Raad van Bestuur. Suurmond:
„Het is net als met een huis dat in
brand staat: je moet eerst blussen
en dan pas discussiëren over de
oorzaak. De acute problemen
moeten éérst opgelost worden."
Tot eind oktober zorgde ver
voersbedrijf TCR voor het vervoer
van cliënten. Dat is veranderd: Ar
duin least nu bussen van TCR en
regelt zelf het rittenschema en de
bestuurders. De zorginstelling
maakt geen gebruik meer van
TCR-personeel, maar zet vrijwilli
gers en eigen personeel in. Dat is
tonnen goedkoper en het zou
moeten zorgen voor meer flexibi
liteit. Bovendien worden cliënten
thuis opgehaald en niet meer vanaf
een centraal punt.
Ook bij de gemeente Vlissingen
regent het klachten, zegt wethou
der Albert Vader. „Ik heb begrip
voor kinderziektes in het nieuwe
We hebben
aanloopproblemen,
die lossen we zo snel
mogelijk op
systeem, maar gezien de kwets
baarheid van de cliënten mogen de
problemen maar heel kort duren.
Dit moet binnen twee weken klaar
zijn."
Arduin werkt hard aan het op
lossen van de problemen, zegt Pe
ter van Wijk, voorzitter van de
Raad van Bestuur. „We hebben
aanloopproblemen, maar we zijn
bezig om die zo snel mogelijk op te
lossen. De routes zijn nog te inge
wikkeld, waardoor de ophaaltijden
niet altijd gehaald kunnen worden.
Daarnaast hebben we ook pech ge
had: twee gloednieuwe busjes zijn
kapot gegaan. Die mankementen
zijn nu verholpen."
Volgens Van Wijk is het aantal
storingen de afgelopen dagen flink
afgenomen. „We hebben alle ou
ders en vertegenwoordigers van
cliënten een brief gestuurd met
uitleg. We hebben onze excuses
aangeboden. Dit is nog een kwestie
van dagen, niet van weken."
zaterdag 18 november 2017
Cultuur opsnuiven van twee landen
Sophie Stockman
„We moesten in Duitsland best vroeg beginnen op school", blikt
Aron van Putte (16, links) van het Reynaertcollege terug.
„De les begon om kwart voor acht 's ochtends", zegt hij. „Maar de
school op zich was niet erg anders. De school is daar ook 'ge
woon' een schoolgebouw. Ik heb niet zoveel in de les gezeten, we
hebben samen aan een project gewerkt." Duitser Marlon Bussman
(16) merkte wel een verschil tijdens de lessen die hij volgde op het
Reynaertcollege. „De leraren zijn hier meer open. Mensen zijn
meer verbonden met elkaar", zegt hij in het Nederlands. Hij kijkt
even vragend naar Aron. Die knikt, hij heeft het goed verwoord. Als
Marlon een compliment krijgt over zijn Nederlandse uitspraak en
hoe snel hij alles begrijpt, begint hij te stralen. „Dat hoor ik graag."
FOTO'S CAMILE SCHELSTRAETE
Zorginstelling Arduin liet cliën
ten de afgelopen weken in de
kou staan: ze moesten uren
wachten op vervoer van en naar
hun dagbestedingslocatie, in
sommige gevallen moesten ze
noodgedwongen thuisblijven of
door familieleden worden opge
haald.
Cornelleke Blok
Vlissingen
-Peter van Wijk, Arduin
De laatste avond die de leerlingen samen doorbrachten zongen
ze gezellig karaoke met Nederlandse én Duitse liedjes en praat
ten ze over de verschillen en overeenkomsten tussen hun twee
landen. Maar veel dingen zijn eigenlijk hetzelfde, concluderen Jo
sephine Franse (17, links) en Jule Mehlmann (16), die ook bij elkaar
thuis logeerden. „Alleen eten wij 's middags warm op school", zegt
de Duitse Jule in het Nederlands. „Zeg ik dat goed zo?", vraagt ze
aan Josephine. „Ja, terwijl wij normaal gezien boterhammen mee
nemen", reageert Josephine. In de omgang met elkaar, merkten de
meiden de afgelopen dagen kleine verschillen. „Nederlanders zijn
bijvoorbeeld heel open en Duitsers zijn iets meer gereserveerd",
zegt Josephine. Jule glimlacht en knikt bevestigend. „Maar ik vind
je heel erg aardig hoor", zegt Josephine enthousiast.
Emily Allefs (16, links) en Franziska Upgang (16) praatten afge
lopen dagen Duits of Nederlands met elkaar en ze hebben niet
gesmokkeld met Engelse woorden tussendoor. „Soms weet je
een woord niet in het Nederlands of Duits, maar dan helpen we el
kaar een beetje", zegt Emily. „Ik was van tevoren wel bang dat ik
Duits praten niet zou kunnen. Maar als je het moet, blijkt het toch
te gaan. Als we in een hotel hadden gelogeerd in plaats van bij een
gastgezin, was het heel anders geweest." Franziska heeft al drie
jaar Nederlandse les op school, maar merkte dat het 'in het echt'
toch anders is. „Ik had niet gedacht dat het zo moeilijk zou zijn."
Franziska komt, net als haar Duitse medestudenten, regelmatig in
Nederland, omdat Vreden vlakbij de grens ligt. „Ik woon op tien mi
nuten fietsen van Winterswijk."