Dorpsfeesten vol vuur
Alle dorpen in Catalonië hebben hun
jaarlijkse feest, meestal ergens in de
zomermaanden: het fes ta major. Het
beroemdste is waarschijnlijk de Patum.
Al meer dan vijf eeuwen wordt het in
stadje Berga gevierd, ter gelegenheid van
Corpus Christi, de Sacramentsdag eind
mei of begin juni. En net als overal in
Catalonië is het een feest met heel veel
vuur: het meest massaal bezocht zijn de
optochten van de duivels, de diables, die
kilo's aan vuurwerk boven de hoofden
van de bezoekers afsteken. Elke Catalaan
weet dat je je niet zomaar in zo'n correfoc
vonkenregen moet beschermen met
een hoed, zonnebril en zakdoek
stort, maar drie attributen moet hebben
om je tegen de vonkenregen te bescher
men: een strooien hoed, een zonnebril
en een zakdoek voor mond en neus. De
lokale jeugd gaat het liefst met korte of
zelfs zonder mouwen: de kleine brand-
wondjes van de vonken zijn een tijdelijke
trofee om mee naar huis te nemen.
De rivier van het textiel
Halverwege de 19de eeuw vestigden zich
aan de oevers van de Llobregat tientallen
textielindustrieën, waarvoor het stro
mende water vitaal was om de turbines
op gang te houden. Het was de eerste
grote industrie die Catalonië op de we
reldkaart zette, de potentie was enorm,
en buitenlandse textielgiganten zochten
een plaats aan de 170 kilometer lange ri
vier. Om de werknemers naar deze afge
legen streken te lokken en hen zo dicht
mogelijk
bij de fabriek
te hebben,
lieten de
eigenaren
vaak een
heel dorp
bouwen,
met school, supermarkt, kerk, apotheek,
restaurant en sociale ontmoetingsruimte.
De textielkolonies, zoals ze heetten,
waren meestal groter en in ieder geval
veel drukker dan de dorpjes in de omge
ving. De meest spectaculaire ligt halver
wege, bij Puig-reig: Cal Vidal, eenvoudig
te vinden vanaf de hoofdweg C-16, is het
beste voorbeeld van hoe de Catalaanse
arbeiders tot minder dan een halve eeuw
geleden hier leefden, totdat de textiel
industrie langzamerhand verdween en
veel van deze kolonies verlaten werden.
Het groene labyrint
Het is een van de leukste parken van de
stad, zeker als je met kinderen bent. En
ook een van de mooiste. Tot de jaren 60
was het park privédomein van een adel
lijke familie die er verschillende tuinen
liet aanleggen, van romantisch tot neo
klassiek, met talloze referenties aan
Romeinse goden; de architect was dan
ook een Italiaan. Maar het centrale punt
van het park Laberint d'Horta is, de naam
zegt het al, het grote doolhof van 700
meter goed geknipte coniferen. Je doet er
de eerste keer redelijk lang over om de
goede weg richting uitgang te vinden.
De andere Rambla
Veel Barcelonezen komen allang niet
meer op de Rambla, of de Ramblas; ze
zijn de drukte zat. Maar er is een andere
Rambla, minder overspoeld door toeris
ten. Eleganter, met duurdere winkels.
Met minder drukke terrasjes, waar niet
zulke exorbitante toeristenprijzen van
14 euro voor een biertje worden gevraagd.
De Rambla de Catalunya is eigenlijk ge
woon een verlenging van die beruchte
Ramblas. Toen Ildefons Cerda rond 1859
zijn stadsplan maakte voor de wijk Eix-
ample tekende hij twee wat afwijkende
straten in: de Passeig de Gracia, breder
dan de rest, om de prachtige lommerrijke
laan vanuit het ommuurde Barcelona
naar het dorp Gracia te respecteren, en
evenwijdig daaraan de Rambla de Catalu
nya, die de loop van het vroegere kanaal
volgde; een rambla is oorspronkelijk een
soort rivierbedding. Op deze Rambla
vinden de Barcelonezen ouderwetse
kroegjes als La Bodegueta, een monu
mentje op de hoek met Carrer Provenca,
waar een biertje nog geen 2 euro kost.
magazine 49
Uit het hoofdstuk Barcelona
Uit het hoofdstuk Het binnenland
Laberint d'Horta
WG