STATIEGELD KAN HET
VERSCHIL MAKEN TUSSEN EEN
VOL EN EEN HALF BORD ETEN
vww j" ^V.,^^
DL'TV^Lf'» -.:-
:-/ :->i SNAav-.tANA': e?^;-
4' -
het redelijk voor elkaar. Het was midden
klasse, en ze deden zaken die mij onbe
reikbaar leken. Dagje Efteling, om het
halfjaar nieuwe schoenen voor alle drie
de kinderen, in de zomer op vakantie.
Het vriendje kreeg voor zijn verjaardag
een walkman. Van Sony. Terwijl ik mee-
lachte tijdens het uitpakken, voelde ik die
onredelijke kwaadheid al omhoogkomen.
Een walkman, hij? Voor die suffe smur-
fenhouse waar-ie naar luisterde? Tsss.
Even later werd ik apart genomen door
zijn vader. Hij pakte iets uit een keukenla.
Nog een walkman. „Het is een wat ou
dere, maar die mag jij hebben." Hij gaf
een knipoog en weg was-ie. Een mooi
gebaar, en nog bescheiden uitgevoerd
ook. Maar dat zag ik toen niet. Het werd
me te veel.
Via de tuin kwam ik op straat. Rood
aangelopen liep ik in de richting van huis.
Dat was best nog even stappen. Halfweg
kwam ik langs een pleintje. Een stel kin
deren trapten per ongeluk een bal mijn
kant op. Ik aarzelde geen moment, pakte
de bal en schopte hem op het dak van de
basisschool naast het plein. Aangekomen
bij mijn eigen huis haalde ik de walkman
die ik cadeau had gekregen uit mijn zak.
Ik keek er even naar. Het was een fraai
exemplaar, zo een waarbij je het bandje
er niet uit hoefde te halen om de andere
kant te beluisteren. Ik gooide hem stuk
op straat.
Binnen zat mijn moeder huilend
aan de keukentafel. De ouders van het
vriendje hadden gebeld, niemand wist
waar ik was, ze waren doodongerust. Het
kon me niets schelen. Zonder wat te zeg
gen sloot ik me op in mijn kamer. In de
weken hierna veranderde het vriendje
in een vage kennis.
Zulke voorbeelden heb ik meer, vooral
uit mijn tienerjaren. Een klasgenoot
hoefde maar te laten vallen dat ze paar
den in de achtertuin hadden, of ik zon al
op wraak. Ik plakte agenda's dicht met
prittstift en pakte jongens van deze snit
keihard aan tijdens voetballen op het
schoolplein. Later werd deze manier van
afreageren minder, maar ik bleef raadsel
achtige dingen doen. Ik was extravert,
maar danste tegelijk om de moeilijke
emoties heen.
Zelfs de komst van mijn stiefvader, die
eindelijk wat laagjes middenklasse toe
voegde aan het bestaan, veranderde daar
weinig aan. Op de zo verlangde, niet
meer verwachte, eerste zomervakantie
die ik op mijn 15de maak, ben ik kribbig.
Terwijl mijn moeder en stiefvader Rho-
dos verkennen, wissel ik met niemand
een woord, en lees ik onophoudelijk boe
ken aan het zwembad, een walkman met
Nirvana op de oordoppen.
Zo tuimel ik ook door het twintigers-
bestaan heen. Uiteraard verklooi ik een
paar studies want ik hang liever de ge
tapte jongen uit in het café. Ik ben een
tenenkrommend geval van zelfmedelij
den geworden, maar ben lang, te lang te
trots om dat te erkennen. Laat staan iets
te veranderen.
Tot een zondagmorgen, een jaar of tien
geleden. Met een ongelooflijke kater
strompel ik naar de buurtsuper. Bij het
verlaten van het huis jat ik een paar lege
colaflessen van een huisgenoot. Als ik een
kwartier later de bon wil inleveren bij de
kleine winkel kijk ik naast me. Een ventje
van nauwelijks 7. Hij probeert een groot
pak rijst af te rekenen, maar komt geld te
kort. De man achter de kassa is onverbid
delijk. Pech gehad. Ik staar naar mijn
eigen reflectie in de antidiefstalspiegel.
Eindelijk realiseer ik me hoe zinloos mijn
kwaadheid is. Hoe moe ik ben van mijn
eigen gedrag. Ik pak mijn emballagebon
en leg hem voor de neus van de man ach
ter de kassa. „Heeft-ie zo genoeg?" Het
antwoord wacht ik niet af, en ik loop de
winkel uit. Mijn boodschappen blijven
onaangeroerd op de band liggen.
Terug naar die donderdagmorgen, on
langs. Met de brief van de deurwaarder
in mijn hand kijk ik naar mijn dochter.
Zij heeft geen idee van de wereld die
passeert in mijn hoofd, en ik wil dat
graag zo houden. Er zit maar één ding
op: openscheuren die brief, en verant
woording nemen.
Het valt mee. Mijn NS-abonnement is
een weekje te laat betaald. Of ik nog wat
extra kosten wil voldoen. Welja. Ik gireer
het geld, en maak eten voor mijn dochter.
Hoewel niks in mijn leven ongecompli
ceerd is, voel ik me prima. De kwaadheid
is zo goed als weg. <1
-■TV
•T-",
TTT 1 v r; ,„1Jj;i. >j.1 ,rT;
- *N r
Voetbal
'Ik speelde mijn wedstrijden
noodgedwongen op straat,
en niet in het shirt van een
vereniging.'
magazine 23