'Meestal laat
ik zijn
over me heen
komen'
Die van mij
DIE RUZIES
HOREN ERBIJ,
IN DE KERN IS
HET GOED
TUSSEN ONS
Eva (38) en Arthur (48) zijn al tien jaar bij elkaar,
ondanks alle ruzies over de rommel die Eva maakt.
Zij vindt dat hij stampij maakt om niks.
Elke dag krijg ik wel een keer
op mijn kop van Arthur. Dat de
tafel vol ligt met folders en tas
jes van mij. Dat ik de schoon
maakspullen zomaar in de kast
heb gegooid, die hij juist zo netjes had in
geruimd. Dat ik kennelijk wel tijd heb om
met vriendinnen te bellen, maar niet om
de badkamer schoon te maken. Dat ik
nog steeds ons pasje van de sportschool
kwijt ben. Hij vindt mij ontzettend slor
dig en kan daar eindeloos over doorgaan.
Er gaat geen dag voorbij of hij zegt zoiets
als: 'Je zou dat pasje toch zoeken?' Of:
'Heb je het nou al gevonden?' Maar het
is gewoon weg, ik weet niet waar ik moet
zoeken. Dan houdt het op, toch?
Niet volgens Arthur. Die kan zo enorm
doordrammen. Soms schuift hij spullen
van mij op een grote hoop en dumpt ze in
mijn kledingkast of op mijn bureau. Dan
wil hij dat ik ze opruim, maar ik leg ze er
gewoon weer naast. 'Het interesseert je
helemaal niet!' roept hij dan, en dat klopt.
Ik ben rommelig, waarom kan hij dat niet
accepteren? Waarom kijkt hij daar niet
doorheen, naar de dingen die wél goed
zijn? Het zou zoveel vrolijker en romanti
scher tussen ons kunnen zijn, als hij maar
ophield met zeiken. Je kunt ook andere,
leuke dingen met me doen in plaats van
alleen maar tegen me te klagen. Maar als
ik dat zeg, reageert hij fel: 'Ik wil helemaal
geen leuke dingen met je doen, want ik
ben kwaad op je.' En: 'Dan ben ik maar
een zeikerd.'
Meestal laat ik zijn gezeur over me
heen komen, maar soms houdt Arthur
zo lang vol, dat ik toegeef om ervan af te
zijn: 'Oké, je hebt gelijk.' Jammer genoeg
trapt hij daar niet in. 'Je meent er geen bal
van!' Maar ik wil er gewoon over ophou
den. Wat heeft het voor zin om alsmaar
te blijven hameren op huishoudelijke
dingen die ik nog zou doen? Dat is toch
zonde van de tijd en energie? We gaan
er toch niet om uit elkaar, na tien jaar
relatie.
Waarschijnlijk zou het beter zijn als
we allebei water bij de wijn deden. Maar
op de een of andere manier lukt het ons
nooit om het hier rustig over te hebben,
zonder
verwikkeld te
raken in verwijten.
Ruzies oplossen door ze
uit te praten, daar zijn we niet
goed in. Wat wel werkt, is samen op
de bank een boek lezen. Ik kruip tegen
Arthur aan, hij begint eerst nog wat te
brommen, maar slaat uiteindelijk toch
een arm om me heen. Dan moeten we
erom lachen en vinden we elkaar wel
weer leuk.
Die ruzies horen erbij, helaas. Maar in
de kern zit het wel goed tussen ons. Ik
ben ooit gevallen op zijn slimme, snelle
en scherpe gevoel voor humor en ik moet
nog steeds om Arthur lachen. Ik kan al
tijd van hem op aan, al ben ik gestrand
aan de andere kant van het land. Dan
springt hij op de motor en komt me
halen, ook als hij het hartstikke druk
heeft.
We hebben nog genoeg romantische
momenten samen. Meestal juist niet tij
dens een gepland diner met kaarslicht in
een restaurant, maar eerder spontaan, aan
de keukentafel of als we samen de hond
uitlaten. Dan zijn we opeens heel lang en
leuk aan het kletsen en is het per ongeluk
heel gezellig. En dan maken we grappen:
dat de ander weliswaar niet goed bij z'n
hoofd is, maar dat we het er maar mee
moeten doen." 41
magazine 15
gezeur
Tekst PAM VAN DER VEEN
ES Ook geïnterviewd worden over die van jou?
magazine@persgroep.nl