Babbelaartje om lekker door te
kletsen bij het tweede kopje
0
O
0
0
MARGOT
17
zaterdag 4 november 2017
M Overal staan meubelen onder plastic zeil en in
dozen staan de prullaria. De keuken is ons
toevluchtsoord
MIDDELBURG Iedere paar
weken bakt Bas Christiaansen
babbelaars. Echte Zeeuwse bab
belaars wel te verstaan voor de
firma JB Diesch.
Hij bereidt ze volgens een oud
familierecept. „Dat deed mijn
vader al op deze manier, en zo
doen we het nog steeds," zegt
hij. „Ook de plaats waar we bak
ken, een oude bakkerij in Kou-
dekerke, is in al die jaren nau
welijks veranderd." Het ruikt er
heerlijk zoet. Eerst heetten ze
spekjes, maar dat werd al gauw
omgedoopt in babbelaar omdat
je door dit snoepje, wat je bij
het tweede kopje koffie of thee
kreeg ter vervanging van een
schep suiker, lekker lang bleef
babbelen.
„Suiker was duur," legt Christi
aansen uit. „Al had men mis
schien ook wel liever een bab
belaar bij het eerste kopje koffie,
want de combinatie van boter,
zout, suiker en glucosesiroop
levert een heerlijk snoepje op.
Alle ingrediënten waren voor
handen op de boerenbedrijven,
dus in veel huishoudens wer
den babbelaars gemaakt en
daarom zijn er veel verschil
lende recepten. Nu gebeurt dat
veel minder en wordt een deel
van de babbelaars in de fabriek
gemaakt. Die zijn ook heerlijk,
maar de vraag naar ambachte
lijke babbelaars blijft, in combi
natie met de authentieke blik
jes. Ik bak nog steeds met veel
plezier, al kostte me het overi
gens wel 15 jaar voordat ik de
goede kwaliteit had die we nu
hebben," lacht hij. „Het suiker-
mengels brandt namelijk zö
aan." Inmiddels is de Zeeuwse
babbelaar niet meer weg te den
ken en zitten ze ook in repen
chocolade of worden ze ver
kocht met een zachte koffievul-
ling. Alles even lekker.
BEOORDELING
Voorgerecht
Hoofdgerecht
Nagerecht
Bediening
Ambiance
Prijs kwaliteit
Margot Verhaagen schrijft
op deze plaats elke week
overeten en drinken
in Zeeland
prima, maar het huidje wordt snel papperig
door de vele saus eroverheen, die ook snel
stolt op het bord. Het is te verhelpen met op
maak en doorloopsnelheid. De groentegarni
tuur met champignons, minimais en wortel is
netjes beetgaar, maar smaakt wel alsof de
groentes al een tijd bij elkaar hokten in één
groothandelzak. We zijn lovend over de verse
friet. Het onthouden van mayonaise voor
die ene euro vinden we een verkeerd soort
zuunigheid. Eetvriend verslindt een drietal
gebakken visfilets: schelvis, zalm en kabel
jauw, plus een dikke sappige gamba. De schel
vis is lekker stevig, de kabeljauw is precies
goed gepeperd met witte, sappige lamellen.
Het mootje zalm is bescheiden maar smakelijk
bereid. Kweekzalm heeft het niet zo fijn, net
zoals de oesters met hun herpesvirus. Morgen
denken we daar weer over na.
De bediening van de Viskêête zijn vriende
lijke en razendsnelle dames van het dorp, die
wel wat vaker mogen vragen of we nog een
glaasje wensen. Zo willen we best meer van de
huiswijn: een Macabeo, fruitig en vrolijk wit.
De dames denken wel attent mee met mijn
notenallergie en gelukkig concluderen we sa
men dat het chocodessert best kan, ondanks
sporen van noten. Het trio van chocola is een
melkchocolademousse, een chococakeje en
een soesje gevuld met vanilleijs en wat streep
jes chocosaus. Onderop ligt een bergje choco-
schaafsel, dat door de warmte van de zaak of
van het bord aan de bodem vast smelt. Maar
geen nood, we bikken het eraf. Want dat doe
je voor chocola.
We hebben prima gegeten voor weinig geld in
de Viskêête. De menukaart is wel nog erg ver
bonden aan de plates en de viswinkel. Avon
tuurlijkere gerechtjes met bijvoorbeeld stok
vis zouden ook leuk zijn. Maar wat een plek en
wat een uniek uitzicht: eten aan en uit een Na
tionaal Park.
Man is sinds een paar weken aan het klus
sen; de deuren, muren en plafonds krij
gen een verfje. De laatste keer dat we de
muren schilderden was toen we 14 jaar geleden
in dit huis kwamen wonen. De deuren waren
toen maïsgeel en dat lieten we maar zo met twee
Mannetjes die door het huis renden en fietsten.
Na al die jaren stonden nog steeds overal kinder
handjes op de muren en rond de lichtknoppen
was het bijna zwart.
Dat kon echt niet meer. Al zou je verwachten dat
nu ze groot zijn, ze niet meer met de handen
langs de muren strijken, maar niets is minder
waar. Het wordt erg mooi en al onze deuren wor
den nu groen. Het blijft de komende jaren vast
deze kleur want schilderen, en vooral alles voor
bereiden, is een hels karwei; al heb je wel meteen
eer van je werk.
Maar sinds een paar weken kamperen we dus nu
in ons eigen huis. Overal staan meubelen onder
plastic zeil en in dozen staat de prullaria. Soms
zijn er momenten dat ik er over denk om dat alle
maal weg te doen, maar zover zal het wel niet ko
men. De keuken is ons toevluchtsoord en geluk
kig heeft Man stevige trek na al dat werken. Tijd
voor een bord pasta.
Bak in een koekepan 250 gr. champignons, 2 uien
en een teen knoflook in een grote klont Zeeuwse
roomboter. Maak een paksoi schoon, snij in stuk
ken en stoof mee. Voeg er 200 gr. blauwe kaas aan
toe en wat verse tijm. Kook 400 gr. pasta gaar, doe
dit erbij en strooi er wat gehakte walnoten en een
handje rucola overheen. Dat smaakte goed na de
gedane arbeid.
Bas Christiaansen bakt babbelaars: „Het kostte me 15 jaar
tot ik de kwaliteit had die we nu hebben." foto lex de meester
GO
(Prijs/kwaliteit telt dubbel)