'Ik heb geen sleutel,
want die raak ik|
altijd kwijl. In de
winter is de deur
wel dicht en danj
moet ik aanbellen'
Uitsterfbeleid
Miranda (43). Zij heeft niet zoveel last
van aanpassingsmoeilijkheden. „Ik kan
overal wonen", zegt Miranda. „Ik pas me
makkelijk aan. Al kook ik nog altijd veel,
dat is toch de traditie. Ook hier kan er
altijd iemand langskomen en die kan
altijd aanschuiven en mee-eten. Maar
Richella is een echt reizigersmeisje. Dat
zie je aan alles, vind ik. Als ze op bezoek
gaat bij haar oma, tut ze zich helemaal
op."
Ook voor vandaag heeft Richella haar
best gedaan. Speciaal voor de foto is ze
naar de kapper en de visagist geweest.
Ze vertelt dat ze zich nog goed herin
nert dat haar broertje niet sprak over
'huis' of'thuis', toen zij net van het kamp
waren vertrokken. „Hij had het altijd over
'het gebouw' als hij ons huis bedoelde."
Moeder en dochter weten niet wat de
toekomst brengt. Nog los van het feit dat
de standplaatsen niet voor het oprapen
liggen, is de grond prijzig. Een stand
plaats kost gemiddeld een ton. „Dan
komt er nog een wagen bij en ben je al
snel twee ton verder." 41
magazine 33
Zo'n honderd jaar ge
leden trokken woon
wagenbewoners nog
van de ene plaats
naar de andere. Het
woord 'reizigers',
zoals woonwagen
bewoners zichzelf
ook wel noemen, ver
wijst naar die manier
van leven. Het woord
'kampers' vinden zij
een scheldwoord,
zeker als een 'burger'
hen zo noemt.
In 1918 maakte de
Woonwagenwet een
einde aan de vrijheid
om met een wagen
te reizen. Na de
Tweede Wereld
oorlog werden
woonwagens gecon
centreerd in kampen.
Sinds de wet in 1999
weer werd afge
schaft, voert elke
gemeente een eigen
standplaatsbeleid.
Op een enkele uit
zondering na, zijn
Nederlandse ge
meentes al jaren
weinig toeschietelijk
met het afgeven van
standplaatsen. Ze
voeren een zogehe
ten uitsterfbeleid en
willen van de woon
wagenkampen af
vanwege criminaliteit,
overlast en hoge
(onderhouds)kosten.
Sinds 2014 staat de
woonwagencultuur
op de Unesco-lijst
voor immaterieel
erfgoed in Nederland.
Heimwee
Richella woont al
jaren in een stenen
huis, maar droomt
ervan weer naar
het kamp terug te
kunnen.