M M 14 WEE Kinderen die sorry zeggen voor terrorisme, een confrontatie tussen Ali en zijn PVV- stemmende buurman. Abdelkarim El-Fassi raakt gevoelige snaren met zijn films. De regisseur maakt ze vanuit Rotterdam, maar gaat met zijn camera nog vaak terug naar zijn Souburgse roots. Want daar is het allemaal begonnen, op het pleintje in de Witte Wijk. PORTRET FILMMAKER ABDELKARIM EL-FASSIA Mijn moeder leeft anoniem, maar het is een ongelooflijk grappige vrouw Opgroeien in Zeeland heeft misschien wel meer impact gehad dan dat mijn ouders uit Marokko komen Ja, d'r woont hier van alles", glim lacht de postbode. Bij het ene huis in de Souburgse IJsselstraat staat een groot I LOVE JESUS-bord voor het raam, het andere heeft dichtgetrokken donkere lamellen. Voortui nen als stortplaatsen of strakbetegelde par keerplekken. Oude barrels staan er en splin ternieuwe Mercedessen. De kinderen die uit de gele voordeuren rennen, hebben alle maal een ander kleurtje. Maar spelen doen ze allemaal samen. Het is nooit anders geweest, zegt Abdel karim El-Fassi (32) terwijl hij zijn schoenen uittrekt en zijn moeder een kus geeft. Hij nestelt zich in één van de vele banken die de huiskamer van zijn ouders vullen, onder een goudomrande Korantekst. Negen kin deren zette zijn moeder op de wereld, maar ze zijn inmiddels allemaal het huis uit. Vier wonen in Vlissingen, vier in Rotter dam en dochter Zoulikha woont in Hong Kong. Abdelkarim en zijn zus Asma maken samen films. „Mijn vader, de expat was de eerste, 'Toen ma naar Mars vertrok' is net in première gegaan in het oude Luxor-Thea- ter." „Het was druk, altijd druk. Het leefde hier in huis. Ik was de zesde en sliep met twee broers op een kamer. Mijn ouders spraken de taal niet goed, dus wij moesten de Be lastingdienst voor ze bellen. Er was altijd wel wat. Altijd geld tekort. Vanaf mijn twaalfde werkte ik op het land bij boer Knibbe en in de kassen van Abeele. Een hecht gezin, dat wel. Maar door de drukte was studeren lastig, dus ik was veel buiten. Voetballen met vrienden en daarna in de bat. Altijd maar discussiëren, over de sa menleving en alles wat zich daarin af speelde. Zo intens en zo luid, dat buren er last van kregen. De politie werd er weieens bij gehaald. We stonden hier in contact met de hele wereld, we kwamen overal vandaan. Antillen, Suriname, Turkije, Co lombia, Nederland. Ik was de enige in de klas met een Marokkaanse achtergrond. Eén van de weinigen in de wijk die naar het vwo ging." „Ik heb er achttien jaar gewoond. Het is goed om je lokale identiteit te benadrukken. Er wordt een Marokkaanse identiteit op me ge projecteerd, maar opgroeien in Zeeland heeft misschien wel meer impact gehad dan dat mijn ouders uit Marokko komen. Het provinciale, het nuchtere van de mensen, de ruimte die je hier hebt. Zeeland heeft mij gevormd. Toch voelde ik al gauw dat het te klein werd voor mij. De grote stad trok mij en toen ik mijn diploma op het Schelde- mond had behaald, ben ik vertrokken." „Ik heb net de sleutels gekregen van mijn nieuwe appartement op de vijftiende ver dieping van een woontoren in Rotterdam- Zuid, dus nu ben ik een yup. Tegelijkertijd zit ik nog steeds in theehuizen. Het kan prima samen. Ik hou van het snelle van de stad, maar ik hou ook van de Marokkaanse cultuur. Die is soms benauwend, maar je hebt er veel aan elkaar. De liefdadigheid is groot. Toen mijn oude Renault gister de geest gaf, belde ik niet de ANWB maar mijn vriend. De Marokkaanse cultuur is heel col lectief. In Nederland wordt juist het indivi dualisme gepromoot. Maar als je in jezelf keert, zul je nooit veranderen. Dat is pas conservatief. En dat past eigenlijk helemaal niet bij dit land. Nederland is altijd een im migratieland geweest. Het is belachelijk dat we opeens muren willen optrekken. Het mooie van nieuwe mensen binnen je ge meenschap is dat je van elkaar kunt leren. Ik was laatst in Colombia en zag hoe mensen daar met elkaar omgaan. Ik ging naar een tentoonstelling van Fernando Botero. Prachtige kunst. Ik ging even naar buiten en een oude man kwam bij me zitten. Hij heette me welkom in zijn land en bedankte me voor mijn bezoek. We verstonden elkaar niet, maar we begrepen elkaar wel en heb ben vervolgens een hele tijd met elkaar zit ten praten. Hoe mooi is dat?" „Ik kan nu een heel ingewikkelde filosofi sche, idealistische verhandeling gaan hou den, maar 95 procent van wat ik laat zien, zijn heel triviale dingen. Boodschappen doen bij de Appie, gesprekken over kinde ren. Dat is toch waar het om draait. Dat brengt mensen dichter bij elkaar." „In zekere zin, wel. Maar het is niet dat ik per se de positieve kant wil belichten. De andere kant. Alsof het uitgangspunt is dat nieuwkomers slecht zijn. Toen Geert Wil- ders zijn minder-minder-minder-uit- spraak had gedaan, werd ik gebeld door een omroep met de vraag of ze mijn docu mentaire Mijn vader, de expat mochten uitzenden. Ik heb nee gezegd. Ik wil mijn film niet laten gebruiken als tegengeluid. De film is ook niet gemaakt vanwege Geert Wilders. Ik ben niet politiek en dat is de film ook niet. De film gaat over mijn vader, die in de jaren zeventig hierheen is gekomen. Net als duizenden anderen. Dat is een onderdeel van de Nederlandse ge schiedenis, net als de Tachtigjarige Oorlog dat is. Er wonen hier een miljoen mensen die er nog maar net zijn. Die doe je tekort als je hun invloed beperkt tot het idee dat je bij de islamitische slager lekker goed koop gehakt kunt kopen." „Ik vind het belangrijk om letterlijk een kijkje te geven in de keukens van heel veel moeders. Marokkaanse vrouwen van mijn moeders generatie zijn onzichtbaar. Ze zijn veroordeeld tot hun huis en nemen daar ge noegen mee. Het is knap dat ze hun kinde ren in zo'n beperkte ruimte klaarstomen voor de maatschappij die ze zelf amper ken nen." „Ook dat hoort bij die generatie; de anoni miteit en de bescheidenheid. Maar mijn moeder is een ongelooflijk grappige vrouw. Ik wist: als zij iets vertelt, moeten mensen lachen. Ik kom uit een cultuur van verhalenvertellers. Een orale cultuur, waarin weinig wordt vastgelegd. Ik heb geen foto's van mezelf als kind. Wij alle maal niet. Maar verhalen zijn er des te meer. Mijn ouders komen uit Al-Hoceima in Noord-Marokko. Uit de bergen, zonder scholing, zonder kunst en cultuur. Jezelf op meerdere manieren uiten werd daar niet gestimuleerd. Maar mijn ouders zijn hierheen gekomen en daardoor hebben wij kansen gekregen. Eten is geen zorg meer en mijn generatie kan zich wél op al lerlei manieren uiten. De film is geen her innering aan Marokko. Marokko is voor mij een gepasseerd station. Ik wil niet blij ven hangen in verhalen van immigranten, over waar zij vandaan komen. Mijn film werpt een blik op de toekomst." „Dingen blijven maken die ertoe doen. Ik ben bezig met nieuwe projecten, maar uit eindelijk moeten we toch naar een speel film. Niet een traditionele, met alleen ac teurs. Ik hou van mooie beelden, authen tieke mensen die je raken. Er is een tijd ge weest dat ik scherpe, venijnige columns schreef. Ik ben een provocateur, ik kan mensen uit de tent lokken. Maar die peri ode heb ik achter me gelaten. Deze tijd heeft humor nodig. Ontroering. We moe ten elkaar onze kwetsbare kant laten zien. Pas dan kunnen we elkaar echt begrijpen." Vader Ali komt binnen. Hij omhelst zijn zoon en pikt een mandarijntje uit de keu ken. Daar staat moeder Noha alweer een poosje aan het fornuis. Wat ze maakt? „Erwtensoep. Met gehaktballen", lacht ze. „Marokkaans gekruid." zaterdag 14 oktober 2017 We moeten elkaar onze kwetsbare kant laten zien Wendy Wagenmakers Het is nu stil in huis, maar dat was vroe ger vast anders? Veel filmfragmenten neem je hier op, in Souburg. Waarom doe je dat? Sta je nog steeds met één been in de wit- teyuppenbubbel en het andere in de mul ticulturele gemeenschap? In je documentaires staat de multicultu rele gemeenschap centraal. Welke bood schap probeer je uit te dragen? Wil je laten zien dat we allemaal meer op elkaar lijken dan we denken? Je maakte een film over je vader. Waarom nu nog een film over je moeder? Eigenlijk wilde je moeder helemaal niet dat er een film over haar werd gemaakt. Ze komt uiteindelijk ook nauwelijks in beeld. Hoe ziet jouw eigen toekomst eruit?

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2017 | | pagina 50