7i 'IK WILDE DE TONEELSCHOOL DOEN, MAAR IK DURFDE HET DORP NIET UIT' thuis. Zelf heb ik er geen last van. Ik ben altijd een explosief mens geweest; het is Jantje lacht, Jantje huilt. Nu ik ouder ben, wordt het gemakkelijker. Ik probeer na te denken voordat ik iets zeg. Mijn humeur springt minder van piek naar piek. Mis schien ken ik mezelf beter. Al heb ik al tijd gezegd: mijn hoofd is niet normaal. Voor mijn dochter heb ik me verdiept in hoog-sensitiviteit, al vond ik dat een modegril. Toen vielen er wel wat kwart jes. Net als zij verdraag ik bijvoorbeeld geen harde geluiden. Van de overgang heb ik weinig last. Om me heen hoor ik over opvliegers, maar die heb ik niet. Wel vind ik het lastig om ouder te worden. Die leeftijd, 50, vind ik confronterend. Krijg ik straks twee of drie Sarahs voor mijn deur. Tegelijk wil ik niet klagen; er zijn genoeg vrouwen die het niet worden. Als ik 50 word, geef ik een groot feest. Samen met mijn man. We zijn dertig jaar bij elkaar, we hebben net een nieuw huis. Redenen genoeg om het leven te vieren. Ik voel me in balans. Ik ben niet meer op zoek, merk ik. Ik heb nooit de behoefte gehad om hetzelfde te hebben als de buren, maar ik was altijd wel op zoek voor mezelf. Ik skip mensen van wie ik denk: meerwaarde nul. Alles wat extra is, smaakt als een toetje. Ik doe niets meer waar ik geen zin in heb. Tevreden vind ik een afschuwelijk woord, dat me doet denken aan zitten suffen voor het raam, en toch ben ik tevreden. Er komen nog nieuwe dingen. Dat mijn lijf gaat hangen, vind ik niet leuk, natuurlijk. Ik weet dat een rimpel kan worden opgevuld, maar daar begin ik niet aan. Er zijn zat vrouwen lelijker dan ik. Mooiere zijn er ook. Maar die rimpel zit er en daar doe ik het mee. Ik voel me energiek. Ik ben een echte thuismuts, na een week vakantie wil ik het liefst gewoon naar huis. Reizen heb ik altijd afgehouden. Maar nu denk ik: de wereld is groter dan ik ooit heb gezien. Ik zou graag een reis willen maken om uit te zoeken of ik toch meer wil zien. Mis schien is het een verrijking en krijg ik nieuwe impulsen. Zo'n duw is misschien wel goed. En als dat niet zo is, weet ik zeker dat het niets voor me is. Mijn allergrootste pijnpunt is dat ik nooit heb gestudeerd. Ik deed het vwo met twee vingers in mijn neus. Ik wilde de toneelschool doen, maar ik durfde het dorp niet uit, ik wilde onder geen voor waarde op kamers. Ik heb een secretares seopleiding gedaan om te bedenken wat ik echt wilde. Na een jaar wist ik het nog steeds niet. En dat is altijd zo gebleven. Het enige wat ik echt zeker wist, was dat ik moeder wilde worden. Ik kreeg mijn kinderen jong. Ik ben toen nog wel begonnen aan een studie op de pabo. Maar dat anderen ondertussen mijn kin deren opvoedden, dat kon ik niet ver kroppen. Dus stopte ik maar weer. Ik kwam op een punt dat ik dacht: ik kan wel aan iets nieuws beginnen, maar ik maak het vast wéér niet af. Ik verveel me snel. Als mensen een ver haal afsteken, denk ik al gauw te weten wat er komt. Als vrijwilligster kon ik mezelf wel bezighouden. Ik ben ook weer gaan werken als receptioniste in het voortgezet onderwijs. Daardoor kom ik steeds op nieuwe plekken en dat vind ik eigenlijk heel erg leuk. Afgelopen zomer liep mijn contract af. Nu moet ik voor eens en voor altijd be slissen: óf ik begin aan een studie, óf ik zet definitief een streep onder dat plan." -Jet (49) I mijn hele leven heb ik stemmings wisselingen. Dat zeggen ze hier 221 zaterdag 7 oktober 2017

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2017 | | pagina 86