14 WEE Antoine Mes (90) raakt nooit uitgeschilderd. Met zijn voeten in de klei reduceert hij het Zeeuwse landschap tot de essentie: lijnen, vlakken, kleur. PORTRET ANTOIN E M ES Dat plan voor het Veerse Meer, dat mogen ze niet doen, dat is vandalisme. Het gaat om dat ontzettend grote spiegelvlak Sorry, die boerenschuur heb ik in mijn atelier gemaakt. Mensen moeten die zoektocht naar herkenning eens uit hun kop zetten Hij mag dan net negentig zijn geworden, toch be stijgt schilder Antoine Mes nog dagelijks de trap naar zijn atelier. Als geen ander weet hij hoe bevoorrecht hij is. Drie weken geleden vierde hij namelijk zijn verjaardag bij zijn tweelingzuster, die in een zorgcen trum in Koudekerke woont. Zij is de menterend, terwijl hij nog scherp van geest is. Af en toe moet hij wel eens zoeken naar een naam, maar zijn herinneringen zijn voor de rest glas helder. En hij volgt de actualiteit nog op de voet. „In je hoofd denk je: 'We gaan van die dubbele verjaardag iets leuks maken', maar op deze manier is het niet echt leuk. En ik ben al hele maal geen feestneus." Toch wordt zijn negentigste ver jaardag wel degelijk groots gevierd, met een overzichtstentoonstelling in Museum Veere, die volgende week zaterdag begint. Daar komt een ruime keuze te hangen van de schil derijen die hij de afgelopen jaren heeft gemaakt, geïnspireerd door het Zeeuwse landschap. Maar de bezoe ker krijgt eveneens een inkijkje in zijn eerdere carrière, als ontwerper van kunstobjecten voor tal van ge- bouwen en de openbare ruimte, veel in Zeeland, maar ook ver daarbuiten. Mes zit aan een grote tafel in de voorkamer van zijn monumentale huis in Middelburg. Dat hij zijn leven zou wijden aan de kunst was niet zo vanzelfsprekend, vertelt hij. Elet ge zin waarin hij opgroeide had daar niks mee. Hij wijst met een breed ge baar naar een ouderwetse piano te gen de wand. „Piano's wel hè." Toen zijn grootvader plotseling overleed na het nuttigen van een mosselmaal tijd, namen Mes' vader en diens broer de gelijknamige pianofabriek in Mid delburg over. „Mijn vader zat in de verkoop en de verhuur van piano's. En hij was pianostemmer, maar hij had daarvoor maar een heel beperkt deuntje." Zijn moeder kwam uit een muzikaal gezin, maar omdat ze zo'n hekel had aan de muzieklessen die haar vader haar oplegde, besloot ze dat haar kinderen geen instrument hoefden te leren bespelen. „Ik vond het leuk om te tekenen. Tij dens de oorlog zat ik eindeloos strips te maken met Duitse mannetjes erin. Mijn ouders zeiden: 'Laat die jongen dan maar bouwkundig tekenaar wor den.' Ik ging naar de ambachtsschool aan het Molenwater. Daar leerde ik dakkapellen tekenen. Ik had het idee dat ik misschien architect kon wor den, maar mijn wiskundig inzicht schoot tekort. Mijn tekenleraar raadde me aan mijn akte middelbaar tekenen te halen. Ik ging naar de lera renopleiding in Tilburg. Ik heb daar drie keer examen gedaan. Het prakti sche deel ging meteen goed, maar het theoretische niet. Ik hoefde alleen mijn theorie over te doen, maar toen ik weer zakte, moest ik het allebei op nieuw doen. Een van de docenten op de academie in Tilburg was ook mo numentaal kunstenaar. Hij restau reerde mozaïeken in een kapel in Moergestel. Daar is mijn interesse ontstaan in het ontwerpen van din gen en ze ook in de werkelijkheid realiseren. Ik besloot naar de Rijks academie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam te gaan. Daar heb ik ge kozen voor de beeldende kunst in de architectuur. Daar heb ik een manier van kijken geleerd waarvan ik nog steeds profijt heb." „Dat vroegen ze zich daar ook af. Dat vonden ze niet wijs. 'Wat moet je in Zeeland doen? Daar zijn geen kunste naars. Daar zijn geen middelen', zei den ze. Maar ik wilde hiernaartoe, omdat ik Zeeland als mijn materiaal zag. Bovendien heb ik de tijd mee ge had. De wederopbouw was in volle gang. Ik zat op een architectenbureau dat boerderijen moest herstellen. In Middelburg en Goes moesten politie bureaus komen. In Breskens werd een stadhuis gebouwd. Ik kreeg veel werk via het architectenbureau van Rothuizen. Met mij wisten ze wat voor vlees ze in de kuip hadden." „Toen was de opvatting dat beel dende kunst een completering was van de architectuur. Als kunstenaar droeg je bij aan de vervolmaking van een gebouw. Ik had alle vrijheid. Ze gaven geen enkele sturing. Dat zou ook niet gewerkt hebben. Ik heb één keer een opdracht gemist, omdat ik heel eigenwijs was. Ik had geen zin PASPOORT om het te doen zoals ze wilden, dus toen ging het niet door. Ik kon er goed van leven en ik had het naar mijn zin. Het is nooit in mijn kop opgekomen om ermee te stoppen." „In de jaren negentig ja. Ik dacht: 'Ik ga lekker landschappen schilderen.' Ik begon met haventjes bij Yerseke en Borssele. Daar reed ik naartoe en ik ging aan de slag. Eb en vloed, dat prachtige leeglopen van de haven tjes, het licht op de natte modder. Maar ik vertaalde alles naar vorm. Ik markeerde vlakken. Ik zocht naar een interessante compositorische structuur." Mes wijst op het schilderij dat bo ven de piano hangt. Het bestaat uit een lage horizontale strook in groen, dan een hoog bruinachtig vlak, met erboven weer een groene strook en dan een blauwe baan. Het is een ab stracte compositie, waarin tegelij kertijd ook de strakke lijnen zijn te zien die het Zeeuwse landschap ty peren. „Het is mijn laatste schilde rij", zegt Mes. Hij staat op en beeldt uit hoe hij in het landschap staat. „Hier sta ik met mijn voeten in de klei." Hij wijst voor zich. „Daar is mijn horizon. Die is bij mij altijd hoog. Dat is een dijk. En dan vertel ik het verhaal van de voorgrond. Van de ruimte voor me. Van lieverlede heb ik ontdekt hoe weids het landschap is en hoe groot. De boeren hebben me op het spoor gezet. Die delen hun land in vlakken in. Het wordt doorsneden door een sloot. Ze ploe gen een stuk om. Of ze planten een strook met bloemen. Ik ben begon nen met dat na te schilderen. Boe renschuren, bomen, de structuur van stoppels, aanvankelijk ook nog een kromme weg. Nu is die werke lijkheid er nog wel, maar ik hoef niet meer de realiteit te volgen. Het is al leen nog de compositie, de kleur en de penseelvoering. Ik denk dat ik de essentie heb bereikt. Dat kan alleen maar na een ontwikkeling van zo veel jaar. Ik moest eerst die hele bups, al die andere dingen schilde ren om te komen tot dit schilderij. Je kunt het niet andersom." „Nee, dit is wat het is. Dat was overi gens al zo toen ik nog boerenschuren schilderde. Op een gegeven moment kende ik de afmetingen uit mijn hoofd en maakte ik ze thuis. Ik heb er een keer één verkocht aan een no taris. Na een aantal jaren werd ik op gebeld. 'Ik ben op zoek naar de boe renschuur die u heeft geschilderd', zei hij. 'Sorry', zei ik. 'Ik moet u te leurstellen. Die heb ik hier gemaakt, in mijn atelier.' Mensen moeten die zoektocht naar herkenning eens uit hun kop zetten." „Dat is iets heel anders. Dat zou ver schrikkelijk zijn. Het prachtige land schap dat mij heeft geïnspireerd, wordt verziekt. Mensen weten straks niet meer dat Zeeland uit eilanden heeft bestaan. Kijk naar dat nieuwe plan voor het Veerse Meer. De dijk van Vrouwenpolder naar Kamper land is nu een langgerekte streep. Dat is wat je ziet als je er vanaf het water op kijkt. En ik wed dat ieder een, iedere chauffeur, wandelaar of scooterrijder die daar rijdt opzij kijkt naar Veere, naar de ruimte, naar dat uitzicht, naar de randen van Wal cheren en Noord-Beveland. En wat willen ze dan nu doen? Er godverdo- rie eilanden in gooien. Ja, zeggen ze dan, we zijn nog wel bereid een stukje open te laten, zodat je toch Veere kan zien. Maar het gaat om dat ontzettend grote spiegelvlak. Je moet van links naar rechts kunnen kijken. Nu kan iedereen dat nog, maar als dit doorgaat is de enige die dat kan de gene die de villa koopt die op het ui terste randje van de eilanden staat. Ik vind, dat mogen ze niet doen, dat is vandalisme." „Alleen als het fysiek niet meer gaat. Na elk schilderij vraag ik me af wat ik nog kan maken. Wat zou er gebeu ren als ik dat gele vlak blauw maak? Dan moet je de andere kleuren ook weer compenseren. Zo blijf ik maar doorgaan. De keuze om te stoppen is er niet. Trouwens, je wordt niet ne gentig door achter de geraniums te kruipen, maar door gewoon door te blijven gaan." zaterdag 30 september 2017 GO Je wordt niet negentig door achter de geraniums te kruipen Ernst Jan Rozendaal Hoe kwam u dan toch in de kunst terecht? Waarom bent u daarna weer terug naar Zeeland gekomen? Antoine Gomaris Mes werd op 10 september 1927 in Middelburg gebo ren. Na de oorlog volgde hij een op leiding tot bouw kundig tekenaar aan de ambachts school in Middel burg. In 1946 begon hij aan de lerarenop leiding van de Aca demie voor Beel dende Kunsten en Katholieke Leer gangen in Tilburg. Van 1955 tot 1961 studeerde hij aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten in Amster dam. Vanaf 1961 werkte hij als beeldend kunstenaar in Mid delburg. Hij maakte wandschil deringen, glas-in- lood-ramen, sculp turen en ruimte lijke elementen. Tegenwoordig schildert hij alleen nog. Tentoonstelling: Antoine Mes 90, Museum Veere, 7 oktober 2017 t/m 11 maart 2018. Uiteindelijk kreeg de schilderkunst de overhand? Dus het heeft geen zin u te vragen welk plekje in Zeeland u hebt ge schilderd? Dus het zou niet uitmaken als dat landschap niet meer bestond? Raakt u ooit uitgeschilderd?

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2017 | | pagina 50