'ANDEREN HELPEN,
GEEFT ME HET GEVOEL DAT IK BESTA'
'Bij het College kon ik mijn verhaal
doen, ik werd echt gehoord
Door armoede raken
mensenrechten
geregeld in de knel
Het achtervolgt hem al zijn hele leven:
armoede. Gerard de Jong is nu bijna vijf
tig en kan zich geen dag in zijn leven her
inneren dat hij niet hoefde na te denken
over wat er aan eten op tafel zou komen.
VIJF )AAR COLLEGE VOOR DE RECHTEN VAN DE MENS
I k leef al mijn hele leven in
armoede. Ik kom uit een gezin
met negen kinderen, mijn vader
was hartpatiënt en had daardoor
geen werk. Mijn moeder hield het
gezin draaiende," vertelt De Jong.
„In de praktijk kwam dat neer op
drie dagen warm eten, de rest van
de week brood. Om het inkomen
Mens, die van armoedebestrij
ding een belangrijk speerpunt
heeft gemaakt. Zo staan armoe
de, sociale uitsluiting en men
senrechten dit jaar centraal in de
vijfde jaarlijkse rapportage aan
de overheid. Dat laat zien dat
armoede verschillende mensen
rechten onder druk zet. Volgens
weer leidt tot mindere kansen op
de arbeidsmarkt etc.
Het verhaal van Gerard is een
verhaal over een strijd tegen
armoede, die decennia heeft
doorgewerkt en nog steeds niet
is gestreden. De Jong stichtte
een gezin, kreeg vijf kinderen,
maar kon zich ook toen niet aan
de armoede ontworstelen. Al gaf
hij zijn kinderen wel mee dat een
opleiding het allerbelangrijkste is
om uit de armoede te komen en
te blijven. „Zij zijn goed terecht
gekomen, maar zelf zit ik nog in
de schuldsanering."
Ondanks zijn eigen situatie, is
Gerard vaker met de problemen
van anderen bezig. Hij bouwde
een netwerk op van vrienden,
kennissen en hulporganisaties
en helpt andere gezinnen en
jongeren die dezelfde problemen
kennen als hij. En hij voelt zich
gesterkt door organisaties als het
College, die zich zijn lot aantrek
ken. „Toen ik in contact kwam
met het College, werd ik zo blij.
Bij hen kon ik mijn verhaal doen
en er werd ook echt naar me ge
luisterd. Dat geeft me de kracht
om anderen te helpen en daar
door voel ik me goed. Het geeft
me het gevoel dat ik besta." I
wat aan te vullen, moesten we
na school spaarvarkens in elkaar
zetten vooreen bank, of kerstkaar
ten vouwen en inpakken. Maar het
was nooit genoeg."
De Jong was twaalf toen hij bij
een bedrijf ging werken om bij te
verdienen voorthuis. „Dat mocht
van school en ik wilde graag leren
hoe een bedrijf in elkaar zat. Ik
was nieuwsgierig. Maar de 250
gulden die ik per week verdiende
ging naar mijn ouders, ik kreeg
er niets van. Dat vond ik niet
leuk, dus ben ik op mezelf gaan
wonen."
Intussen was hij in aanraking
gekomen met de mensenrech
tenorganisatie ATD Vierde
Wereld, die hulp biedt aan arme
gezinnen. „Zij leerden me lezen
en schrijven." Nog steeds heeft
hij daar belangrijke contacten.
„Vroeger wist ik helemaal niet
wat mensenrechten waren, maar
door ATD Vierde Wereld heb
ik geleerd dat ook ik rechten
heb, zoals recht op een bepaald
bestaansminimum." Later
kwam hij in contact het met
College voor de Rechten van de
het College is een beleidsvisie en
een nationaal programma nodig
om armoede en sociale uitslui
ting te bestrijden.
„Ik zat in een werkgroep van
ATD Vierde Wereld, die onder
zoek deed naar bestaansrecht en
spookburgerschap. We werden
uitgenodigd door het College
om daarover te praten." Naar
aanleiding van de jaarlijkse rap
portage organiseerde het College
een bijeenkomst over armoede.
Ook Gerard de Jong deed er zijn
verhaal.
Volgens het College voor de
Rechten van de Mens heeft
iedereen recht op een behoorlijke
levensstandaard, maar dat komt
vaak in het gedrang, omdat het
één vaak leidt tot het andere, zo
ervoer ook Gerard de Jong. Gebrek
aan onderwijs (recht op onder
wijs) kan leiden tot werkloosheid
(recht op arbeid), wat kan leiden
tot financiële problemen (recht op
een behoorlijke levenstandaard),
wat kan leiden tot dakloosheid
(recht op huisvesting), wat kan
leiden tot slechte gezondheid
(recht op gezondheid/zorg), wat