1
Onafgebroken had ik dat|
beeld voor ogen; springen was
een opdraehl, geen keuze
ouders op mijn dertiende, leed ik aan een
angststoornis. Ik kon niet tegen controle-
verlies, wat ertoe leidde dat ik zonder het
slikken van antidepressiva niet meer in
de auto of de trein durfde. Ik leed eron
der, maar maakte tegelijkertijd handig
gebruik van deze diagnose. Die vormde
namelijk een waterdicht excuus. „Met
mijn angststoornis kan ik nooit drugs
nemen, want ik wil altijd alles onder con
trole houden." Dat GHB juist al mijn ang
sten wegnam, zei ik er niet bij. En toen ik
eenmaal GHB had genomen was de stap
naar speed, xtc en coke nog maar klein.
Nooit nuchter
Een ander voordeel van GHB was dat, als
ik niet te veel gebruikte, niemand zag dat
ik onder invloed was. Voor mijn studie
maatschappelijk werk en dienstverlening
haalde ik goede cijfers, nooit zag een
docent dat ik vlak voor de colleges nog
had gebruikt. Boodschappen doen, een
afspraak bij de tandarts, familiefeestjes; ik
was nooit meer nuchter. Vanaf de eerste
keer dat ik GHB gebruikte was ik ver
slaafd aan het gevoel dat ik onder invloed
leek te veranderen in een verbeterde ver
sie van mezelf. Het plaatste een schild
tussen mij en de buitenwereld én het ver
borg wie ik echt was.
Maar Flip zorgde voor een ommekeer.
De gedachte dat ik tijdens het uitlaten in
het park out zou gaan was onverdragelijk,
want wat zou er dan met Flip gebeuren?
De reageerbuisjes met GHB schonk ik
voortaan dus iets minder vol en ik haalde
ook minder nachten door met speed.
Op een dag kwam ik thuis na een lange
wandeling in het park met Flip. Toen ik
de woonkamer binnenliep, waar in mijn
afwezigheid niets was veranderd, was de
GHB zo goed als uitgewerkt. Ik zag overal
bierflesjes en overvolle asbakken staan,
en ook de snuifplank met speed, die het
hele weekend op tafel zou blijven liggen.
De gordijnen waren dicht en de verwar
ming stond te loeien, ook al was het een
zomerse dag. Op het matras dat we elk
weekend in de woonkamer neerlegden
'om beter te kunnen chillen' lagen wat
vrienden als zombies naar de tv te kijken.
En ik dacht: is dit mijn leven?
De jarenlange drugsverslaving had me
harder gemaakt, afgestompt. Hoe meer
drugs ik nam, hoe verder ik van mezelf af
kwam te staan. Alleen Flip drong met zijn
onschuldige puppylijf door mijn pantser
heen en liet me weer voelen.
Hij maakte ook het verlangen naar
mijn moeder weer wakker. Jaren had ik
haar ontweken, maar nu zocht ik haar
steeds vaker op. Ze woonde naast het bos
en tijdens lange wandelingen begon ik
haar te vertellen hoe het eigenlijk écht
met me was. Iets wat ik al heel lang
verzweeg.
Met mijn ogen op Flip gericht, vertelde
ik over vrienden die drugs gebruikten. Ik
vertelde over iedereen behalve over
mezelf. Na een aantal wandelingen belde
ze me op. „Ik wil met je praten, met jou
en Taco." Ik probeerde er onderuit te
komen, maar ze was onvermurwbaar.
De zondag dat ze langskwam zaten
Taco en ik zenuwachtig in de ene hoek
van de bank terwijl mijn moeder zich in
de andere posteerde. Taco rolde onafge
broken sjekkies die hij op een rechte lijn
voor zich uitstalde en ontweek elk oog
contact.
„Ik heb het idee dat je drugs gebruikt."
Mijn moeder keek naar Taco. Hij re
ageerde niet. Ik trok Flip dichter tegen me
aan. Mijn moeder vuurde de ene na de
andere vraag op Taco af, maar hij ont
kende alles. Volkomen onverwachts
vroeg ze: „En Renee, hoe zit het met jouw
drugsgebruik?" Ik brak. Meteen. „Mama,
ik ben al heel lang verslaafd." Mijn moe
der viel stil, keek me indringend aan en
spreidde toen haar armen wijd uit. „Ik ga
bij mama zitten", zei ik tegen Taco. Ik liep
naar de andere kant van de bank naar
mijn moeder. Ze sloot haar armen stevig
om me heen en wiegde me net zo lang
totdat ik niet meer kon huilen.
De volgende dag haalde ze me thuis op,
ik deed Flip in de achterbak en zou vanaf
die dag nooit meer drugs gebruiken.
Omdat er nog geen behandelmethode
bestond voor GHB-verslaafden en de
huisarts zelfs nog nooit van GHB had
gehoord, moeSfik cofiTttrrkeyiifldcken
Jaij mijpjroeder thuis. Dit moest ik
helemaal alleen doen. Ook Flip kon me
nu niet helpen.
Eerst kreeg ik koortsverschijnselen,
daarna werd ik psychotisch. Na twee
weken kon ik me niet voorstellen dat ik
ooit nog gelukkig zou worden. Toen de
ergste lichamelijke afkickverschijnselen
afnamen, leken de angsten alleen maar
toe te nemen. Geluiden kwamen binnen
alsof ik me dag en nacht in een overvol
zwembad met slechte akoestiek bevond.
Op straat was ik bang omdat ik dacht dat
er iemand vlak achter me liep; ik kon de
adem in mijn nek bijna voelen. Maar als
ik me omdraaide, was er niemand.
Flip was de enige reden dat ik niet
toegaf aan mijn pleinvrees. Omdat hij
drie keer per dag uit moest, werd ik
gedwongen naar buiten te gaan; net zo
lang totdat ik niet meer bang was.
Op een dag werkten de antidepressiva
die ik slikte voor mijn angststoornis niet
meer. Mijn psychiater schreef andere
voor. In de bijsluiter las ik: kan suïcidale
neigingen veroorzaken.
Enkele dagen later stond ik op het bal
kon. Ik had mijn ogen open, maar in
plaats van de strakblauwe lucht of de
bloeiende hortensia's, zag ik mezelf over
de railing klimmen en vallen. Onafgebro
ken had ik dat beeld voor ogen; springen
was een opdracht, geen keuze. In trance
deed ik een stap naar voren en legde mijn
handen op de koele balustrade.
Op dat moment liep Flip het balkon op.
Toen hij tegen me op sprong, voelde ik
zijn scherpe teennagels wegzinken in
mijn blote bovenbenen. De film in mijn
hoofd stopte meteen. Hij had geen se
conde later moeten zijn.
„Maar je sprong niet", zei de psychiater
toen ik hem huilend opbelde.
„Headfirst", zei een huisgenoot nadat
ik vertelde over het balkonincident.
Geen van de reacties van de mensen
om me heen bracht me dichter bij me
zelf. Flip wel. Gewoon, doordat hij er was.
Drie jaar nadat ik was afgekickt,
droomde ik nog elke nacht dat ik ver
slaafd was. Op een lange vakantie in Italië
met mijn zus, die daar een boek schreef,
zei ze dat ik mijn herinneringen moest
opschrijven. Dat ik het negatieve moest
transformeren tot iets positiefs. Toen
mijn boek een jaar later uitkwam, kon ik
voor het eerst weer rustig slapen.
Nu, zeven jaar clean, kan ik zeggen: ik
ben weer gelukkig.
Flip is nog altijd bij me." 41
421 zaterdag 30 september 2017