KIEK UITROEPTEKEN Veel monstransen verdwenen in roerige tijd 10 ZE Monnikenwerk vrijdag 29 september 2017 Het licht biedt zicht op zee. Een straaltje op de Vlissingse kust, die hoop is nog niet vervlogen. Mocht dat gebeuren heb je een uitroepte ken paraat. Twee zelfs, foto lex de meester José Baars et kan zijn dat ik u van daag iets op de mouw speld. Het verhaal breng ik weliswaar mee uit een serieus college bij de Vrije Univer siteit, maar toch zou het fictie kunnen zijn. Daarover straks meer. Het gaat over de monstrans. Het is zo'n dertig jaar geleden dat ik zelf voor het eerst hoorde over dit object. Om precies te zijn bij een Grieks restaurant in Amersfoort waar we met katho lieke vrienden aten. Het duurde even voor ze mij aan mijn verstand hadden gepeuterd waar het over ging: Een monstrans is cultureel erfgoed uit de Rooms Katholieke kerk. Het is een soort standaard of houder waarin een hostie tentoon wordt gesteld. Een hostie is een schijfje ongedesemd tarwebrood. Maar nadat de daartoe bevoegde geestelijke, de priester, de woor den heeft uitgesproken 'dit is Mijn lichaam' is het brood veranderd in het lichaam van Christus. Althans volgens de Rooms Katholieke leer. Nu het verhaal. Het christen dom breidt zich in de eerste eeu wen van onze jaartelling uit in het Middellandse Zeegebied. Stukje bij beetje wordt het geloof ook geïnstitutionaliseerd. Er ontstaat een kerk. In de vroege kerk vindt verering plaats van relieken. Relie ken zijn gedeelten van het skelet van een heilige. Denk daarbij on der meer aan heiligen zoals de apostelen. Het verhaal gaat dat het stichten van een nieuwe kerk mo gelijk was, als er een reliek be schikbaar was. Al tijdens de colle ges stelde ik mij voor hoe de over blijfselen van heiligen in steeds meer fragmenten werden ver José Baars schrijft wekelijks over religie en kerken in Zeeland. Kijk voor haar blog op pzc.nl/monnikenwerk. deeld. De ene kerk wordt voorzien van een vingerkootje, de andere van misschien wel een stuit- beentje. In katholieke kerken zijn relieken soms nog wel te zien, in kunstige houders met glazen ci linders, bijvoorbeeld. Afgelopen zomer bekeek ik Maria Magdalena in de Bourgogne. Maar uiteindelijk houdt dat delen op natuurlijk. De kerstening van Europa neemt ech ter een grote vlucht. In de achtste tot tiende eeuw wordt ook Noord west Europa gekerstend. De bevol king ziet steeds meer in de chris telijke godsdienst en gaat daartoe over. Nu wil het dat rond die tijd de transsubstantiatie (de leer dat het brood daadwerkelijk verandert in Christus' lichaam) binnen de kerk wordt geaccepteerd. Er kun nen voortaan dus kerken worden gesticht zonder relieken maar met hosties. Niets is uiteindelijk heili ger dan de Heiland zelf. Zoals re lieken in reliekkastjes werden ten toongesteld, wordt de geconsa creerde hostie in de monstrans ge toond en door gelovigen aanbe den. Ik vind het een geweldig ver haal, maar of het klopt? Ik durf mijn hand er niet voor in het vuur te steken. Bij de VU is in de afgelo pen jaren een hoogleraar gesneu veld op fraude. Hij bedacht we ieens iets maar hoe ik ook in boe ken zoek, ik kan niet achterhalen of dit verhaal van hem afkomstig is. De meeste monstransen zijn trouwens slachtoffer geworden van de beeldenstorm. Ook in de Zuidelijke Nederlanden. Mon stransen zijn wel te zien in het Ca- therijneconvent in Utrecht. Al tijdens de colleges stelde ik mij voor hoe de overblijfselen van heiligen in steeds meer fragmenten werden verdeeld ,V"' H

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2017 | | pagina 65