'We zijn
gewoon
met geloven'
Die van mij
DE TWIJFEL
SLOEG ECHT
TOETOEN WE
ONS KINDJE
VERLOREN
Sandra (36) kent haar echtgenoot Remco (37) uit de
kerk. Ze volgden alle regels: naar de kerk, bidden en
zingen op straat. Met vrijen gingen ze steeds iets verder.
Remco en ik groeiden op in een
evangelische gemeente. Die
was nogal streng in de leer. We
kenden elkaar van de jeugd
diensten in de kerk en het
evangeliseren op straat. Liederen zingen
met een gitaar - we schaamden ons dood,
maar het hoorde erbij.
Toen we een relatie kregen, rond ons
20ste, waren mijn ouders verrukt. Remco
was de ideale schoonzoon. Gelovig, in
teger, goed opgeleid, serieus en ook nog
gezellig. Onze verkering duurde vieren
eenhalf jaar, totdat we trouwden.
In al die jaren hadden we geen ge
slachtsgemeenschap. Met vrijen gingen
we wel steeds iets verder, en soms vond
ik dat frustrerend. 'Kom op, we zijn straks
getrouwd, waarom doen we het niet
gewoon?' dacht ik dan. Maar Remco was
strenger, consciëntieuzer dan ik. Ook als
het om vloeken, Bijbellezen en een leu
gentje om bestwil ging, was ik wat min
der heilig. Als hij het had gewild, was ik
gewoon met hem naar bed gegaan, maar
voor hem stond het buiten kijf dat we
zouden wachten. Met als gevolg dat op de
huwelijksnacht zelf zo'n lading lag, dat
het alleen maar kon tegenvallen. Nu
móést het geweldig en romantisch zijn,
en dat bleek natuurlijk een deceptie.
Hadden we daar nu zo lang op gewacht?
Was dit de kroon op het huwelijk? Geluk
kig konden we er allebei wel om lachen,
en tijdens de huwelijksreis werd het toch
nog leuk.
In de jaren die volgden sloop er onbe
hagen in ons geloof. We gingen steeds
minder vaak naar de kerk, want we had
den alles al honderden keren gehoord.
De Bijbel kenden we uit ons hoofd, we
hadden geen zin meer in die verhalen.
Maar de existentiële twijfel sloeg pas
echt toe toen we ons eerste kindje laat
in de zwangerschap verloren. Na heel
veel praten kwamen we tot de conclusie
dat er niet zoiets als een plan bestaat. Er
is alleen pech en geluk. En toen we God
als misvatting van evolutiebioloog Ri
chard Dawkins lazen, draaide onze blik
180 graden. Vanaf dat moment konden
we niet meer terug. We gingen nog twee
keer
naar de
kerk, daarna
zijn we gewoon
gestopt met geloven. Een
onwijze bevrijding, die ook
veel ontspanning in onze relatie
heeft gebracht. In plaats van de dingen
te doen die we moesten, konden we nu
dingen doen die we leuk vonden. Op
zondagochtend in bed blijven liggen, bij
voorbeeld. Na negen jaar genieten we er
nog steeds van om de kerkklokken te
horen luiden en daar niks mee te hoeven.
Ik kon gewoon Harry Potter lezen - voor
heen een demonisch boek - en op yoga
gaan. We konden opeens even lekker
hardop vloeken, zonder ons schuldig te
voelen. We gingen opener praten over
seks en soms samen naar porno kijken.
Er kwam veel meer ruimte. We praten
nog steeds heel veel en nu we niet meer
op ons geloof kunnen leunen, zijn we
nog hechter geworden. Wat eerder ons
klankbord was, namelijk God, zijn we nu
voor elkaar.
Remco noemt het christendom nu ach
terlijk en onlogisch. Hij heeft zijn oude
fanatisme rechtstreeks meegenomen
naar het atheïsme. Hij wil dat mensen
zijn zienswijze begrijpen, ook onze fami
lies. 'Zullen we er nu over ophouden?'
denk ik soms. Ik heb weliswaar dezelfde
mening, maar ben minder fel.
Onze kinderen geven we mee dat ze
mogen geloven wat ze willen. 'Maar God
bestaat niet', voegt Remco daar dan altijd
fijntjes aan toe. Wat in feite toch ook
weer een soort indoctrinatie is, maar hij
kan het niet laten." 41
magazine 15
gestopt
Tekst PAM VAN DER VEEN
E Ook geïnterviewd worden over die van jou?
magazine@persgroep.nl