mijn boek las, zag ik tranen. Hij had vanaf onze eerste ontmoeting in de disco wel door dat er iets met me was. 'Ik herkende een buitenstaander in je', zei hij. Hij had zich als muzikaal talent ook vaak een buitenstaander gevoeld. Therapie heeft geholpen. Ik leef lich ter dan ik ooit deed. Jaap vroeg me mee naar De Toppers - René Froger is een goede vriend van ons - en ik zei natuur lijk: 'Nee, niks voor mij'. En toen dacht ik: waarom niet? En ik heb me daar toch een partijtje staan dansen en zingen. Zelfs zo dat Jaap de kinderen aanstootte: moet je mama zien. Ik heb geen antwoord gekregen op de vraag of mijn eigen problemen mis schien, ergens, op een of andere gekke manier hebben geleid tot Bens handicap. Of ik - omdat ik lange tijd getraumati seerd en gesloten was - een aandeel heb gehad in zijn gedragsstoornis. Of ik echt zo'n 'ijskastmoeder' was. Maar, ach, er zijn zoveel vragen waarop je in het leven geen antwoord krijgt, toch? Alleen die ene al: waarom zijn we met z'n allen hier? Ik ben in mijn hoofd wel twintig jaar met dit boek bezig geweest. Ik heb het geschreven om mensen aan het denken te zetten. Al is er maar één leraar die denkt: hé, zo'n teruggetrokken kind heb ik mijn klas ook. Ik vraag me wel af of mensen nu anders tegen me aan zullen kijken. Als ik mezelf op tv zie - bij Ivo Niehe of iemand anders - zie ik vooral een keurige mevrouw, oorbelletjes, gekapt haar. Met Ben is het nu ook anders. Ik hoef niet altijd meer wat van hem, en dat voelt hij. Heel soms vraag ik me af of ik hem niet te veel gepusht heb. Of hij misschien niet beter af was geweest in een gezin dat niet zo veel van hem had geëist, hem niet de hele wereld had over gesleept. Hij is nu 27 jaar en woont in het Papa- geno Huis. Semi-zelfstandig. Ik bezoek hem daar meestal op dinsdag. Ik doe de vaat, ruim zijn kamer op. Toen ik er laatst was, vroeg hij: 'Moet je niet naar papa?' Ik zei: 'Maar ik ben toch bij jou?' Toen vroeg hij het nog een keer, vertrok naar de gezamenlijke woonkamer, en liet mij gewoon achter. Ik keek nog eens rond en toen begreep ik het opeens: hij had me niet nodig. Ik moest maar eens gaan." 41 Niet opgeven Aaltje van Zweden met haar zoon Benjamin. 'Soms vraag ik mij af of ik hem niet te veel gepusht heb'.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2017 | | pagina 77