'Ik heb nog
weieens
verdriet om
dat meisje,
alleen op
haar kamer'
oen Benjamin ongeveer 5 was, ging ik
naar de psychotherapeut. Over hoe het
verder moest, nu we wisten dat Benjamin
autistisch was. Met Jaap en mij. Met ons
gezin. Tenminste, ik dacht dat het daar
over zou gaan. Maar de therapeut keek
me aan en vroeg: zullen we het eerst eens
over jou en jouw jeugd hebben?
Moest dat? Daar had ik dus helemaal
geen zin in. Ik was wel klaar met terug
kijken op het eerste deel van mijn leven.
Dat boek kon dicht. Punt erachter. Klaar.
Ik was namelijk al druk met het twééde
deel van mijn leven. Het fijne deel, zeg
maar. Ik had na de middelbare school een
heerlijke tijd op de kunstacademie gehad,
had Jaap leren kennen, het klikte enorm,
we waren snel getrouwd, hij had carrière
gemaakt als concertmeester en we had
den twee kinderen gekregen, Anna en
Daan, met wie alles vlotjes liep.
En toen, toen kwam Benjamin. En
vroeg ik me dingen af die ik me bij de
eerste twee nooit had hoeven afvragen.
Zal hij ooit praten? Zal hij ooit echt con
tact maken? Zal hij het ooit in zijn eentje
redden? Zonder mij?
Ik vroeg me een enkele keer ook iets
anders af. Is hij zo omdat ik ben wie ik
ben? Ik kende dat verhaal van 'ijskast-
moeders'. Dat autistische kinderen zo
zijn doordat hun moeders weinig liefde
tonen. Een heel warme moeder was ik
niet. Vond ik zelf, hè.
dat Ben anders was, hoewel niemand iets
afwijkends op de echo's vond. Hoe, dat
weet ik nog steeds niet. Misschien voelde
ik dat hij in mijn buik andere bewegin
gen maakte dan mijn eerste twee. Bij de
vierde wist ik wel weer meteen: dit is oké.
Ben zag er na de geboorte ook anders
uit. Verkrampt. Ongelukkig. Alsof hij al
een lijdensweg achter de rug had. De
borstvoeding lukte niet en hij moest,
omdat hij onrustig ademde, in de cou
veuse. Thuis huilde en huilde hij, en ik
kon hem maar niet troosten zoals ik de
oudste twee had getroost.
En ik begrijp dus best, hoewel het een
taboe is, dat kinderen als Ben in andere
tijden en andere culturen werden achter
gelaten. Er hapert iets tussen moeder en
kind, iets essentieels, waardoor dat alles
overspoelende moedergevoel ontbreekt.
Ik kreeg dat moedergevoel bij Ben pas
laat.
Omdat we niet wisten wat Ben man
keerde, gingen Jaap en ik het hele medi
sche circuit af. Van kinderarts naar
kno-arts naar neuroloog. Iedere keer was
het: we kunnen niks vinden. Pas op zijn
5de kregen we uitsluitsel. Ben sprak toen
nog nauwelijks, was niet zindelijk, en
fladderde uren achter elkaar met zijn
handen.
De professor die met de diagnose 'au
tisme met een verstandelijke handicap'
kwam, zei dat we Ben beter in een tehuis
konden plaatsen. Voor mij klonk dat als:
geef dit kind maar op. Daar ging ik dus
niet in mee, en om die opmerking kan ik
nu nog woedend worden. Ik zou zorgen
dat het goed kwam.
Wat ik wist over autisme ging niet veel
verder dan de film Rain Man, dus Jaap
en ik zijn zo'n zes keer de wereld rond
geweest om te zorgen dat we er alles,
maar dan ook alles, van te weten kwa
men. De geboorte van een gehandicapt
kind drijft ouders soms uit elkaar, maar
Jaap en ik begrepen elkaar.
Ik wist tijdens de zwangerschap al
101 zaterdag 23 september 2017