y'A
8
Jac Orie pakt schaatsers van Lotto-Jumbo in Toscane meedogenloos aan
Ze zijn berucht en gevreesd: de hilltempo's
van schaatstrainer Jac Orie. In het Italiaanse
Cecina is deze training, volgens veel schaatsers
de zwaarste van het jaar', vaste prik. Ook in het
olympische seizoen.
f r wordt wel veel ge-
pist, jongens. Zenuw-
m achtig?", klinkt het
spottend. Op een Tos-
caanse heuvel bij Ri-
parbella is rust tenminste één keer
per jaar een tijdelijk verdwenen be
grip. Dan beweegt een groepje
schaatsers nerveus in de rondte, vlie
gen de prikkelende opmerkingen
over en weer en vertellen ervarings
deskundigen over voormalige ploeg
genoten die maar 'bleven kotsen'.
In het schema van schaatstrainer
Jac Orie van Lotto-Jumbo zijn 'hill
tempo's' vaste prik. Zelfde plek, zelfde
tijd van het jaar: vier keer een minuut
op maximale snelheid hardlopend
omhoog. Orie, meesmuilend met een
blik op zijn rijders: „Ze zijn al misse
lijk voordat ze beginnen."
Misschien klinkt het voor de leek
niet zo zwaar: vier keer een minuut
voluit. De rust tussendoor duurt zo'n
tien minuten - de exacte tijd bepaalt
Orie na een blik op de gezichten: zijn
ze voldoende uitgerust of niet? Kjeld
Nuis ervaart de hilltempo's als zwaar
der dan het schaatsen van een 1500
meter. Dat wil wat zeggen. Voor veel
schaatsers is de schaatsmijl, waar
Nuis regerend wereldkampioen op is,
de zwaarste van alle afstanden.
Nuis: „Een tandje langzamer lopen
gaat niet. Je moet voluit, anders kom
je niet vooruit. Tijdens het schaatsen
verzuren vooral je benen, dan kun je
op een gegeven moment niet meer
netjes blijven schaatsen, omdat je de
beweging technisch niet meer kunt
Bij schaatsen verzuren
vooral je benen, bij
hardlopen begint zelfs
je gezicht te trekken
uitvoeren. Bij hardlopen komt het
zuur overal: in je benen, je armen,
zelfs je gezicht begint te trekken. Je
voelt je aan het einde echt een hob-
bit." Oftewel: een klein hoopje mens.
De één ploft bij terugkomst bene
den hijgend neer op het bankje in
een bushokje, de ander strompelt
nog even verder, in een poging de
doorbloeding in de benen weer op
gang te krijgen. In de eerste paar mi
nuten na de inspanning is er geen
ruimte voor grappen, dan draait het
om ademhalen, om het brandende
gevoel in de benen, maar ook in de
rest van het lijf. En er is de weten
schap dat diezelfde sprint binnen
niet al te lange tijd wéér moet.
Orie rijdt langs in zijn witte busje.
Arm over de deur, hoofd uit het
raam, grote grijns: „Klagers hebben
geen nood, pochers geen brood."
De eerste sprint wordt gewonnen
door Hein Otterspeer. De tweede is
een prooi voor Sven Kramer ('Voor
het eerst dat ik er één win.'). De Vries
denkt er het zijne van. Met Kramer
naast zich vraagt hij aan Orie: „Wat
vind jij nou van die mensen die eerst
als laatste eindigen en daarna eerste
worden?" Oftewel: mensen die zich
eerst sparen om daarna te kunnen
winnen. Kramer reageert direct:
„Nee, man. Ik weet niet wat jüllie bij
die tweede deden, maar ik kwam
beide keren tenminste net zo ver."
Verouderd
Vijftien jaar geleden verbleef Orie
voor het eerst in Cecina. Vaak kwam
hij er meerdere keren per jaar, in to
taal zeker twintig keer. Cecina was
ooit een nationale trainingslocatie
met een olympisch steunpunt, in
middels is het er verouderd. Orie:
„Hier kwamen veel atleten, maar al
leen wij schaatsers zijn gebleven."
Kramer moppert op de locatie,
Orie vindt het er fijn. Hij weet hier
precies waar hij aan toe is. Nog be
langrijker: Orie verzamelde in Italië
jarenlang data, hij heeft er zijn meet
punten. Zo meldt Nuis, die zo'n acht
Als je alleen
maar in
omgevingen
traint als
Papendal, train
je nietje
weerbaarheid
jaar terug voor het eerst op deze heu
vel stond, na zijn derde sprint om
hoog: „Ik kwam net verder dan ooit."
Skeeleren
Orie: „Bovendien is het hier bijna al
tijd droog. Het heeft met de plek te
maken, met de kust, met de wind
richting." En de omstandigheden in
Italië doen de schaatsers goed, weet
hij. „Ze schelden weieens op de wat
rumoerige Italianen, maar we komen
altijd goed weg uit Cecina. Altijd."
Orie heeft een doel met deze trai
ning, afgezien van het geven van een
goede trainingsprikkel. Met zijn hill
tempo's richt hij zich ook op de men
tale weerbaarheid van zijn sporters.
„Zo creëer je hardheid." Hetzelfde
geldt voor het verblijf in Cecina. „Als
je alleen maar in omgevingen traint
als Papendal, waar alles zo eenvoudig
en goed geregeld is dat het lijkt dat je
in elke training een hoog niveau kunt
halen, dan train je niet je weerbaar
heid. Terwijl wedstrijden vaak ge
wonnen worden op weerbaarheid. Er
gebeurt altijd wel iets dat je niet had
voorzien. In mijn optiek is deze fac
tor belangrijker dan wordt gedacht."
Het is klaar. De derde én de vierde
zijn een prooi voor Nuis. Verspreid
over de weg liggen of zitten schaat
sers, onder wie nieuweling Chris
Huizinga. Zijn eten naast hem in de
berm. Als Nuis weer op adem is,
klinkt het: „Hé Chris, moest je kot
sen, jongen?" Dan volgt een opsom
ming waarop de misselijke Huizinga
niet zit te wachten: „Slagroom, pud
dingbroodjes, zuurkool!"
Topsport kent geen mededogen.
maandag 18 september 2017
Sven Kramer (I) en Ger-
ben Jorritsma voeren de
groep schaatsers van
Lotto-Jumbo aan tijdens
één van de sprints heuvel-
op. Hein Otterspeer (I),
Douwe de Vries (m) en Pa
trick Roest (r) volgen.
Hiermee creëer je hardheid
Lisette van der Geest
Cecina
-Kjeld Nuis (27)
—Jac Orie (49)