10 kroniek Wekelijks schrijft Hugo Borst over zijn moeder, die aan alzheimer lijdt. Zij woont bijna drie jaar in het Verpleeghuis, George al vijf jaar. Dit zijn George en Ritva. 47 jaar geleden leerden ze elkaar kennen. George was Ritva's eerste gelief de, hij is de enige man in haar leven gebleven. George die zo goed als blind is en aan een vorm van dementie lijdt, is een van ma's mede bewoners. „Ik ben heel moe", zegt Ritva, die van oorsprong Finse is. In haar hand een tas vol wasgoed. „Dat snap ik", zeg ik. George is niet bepaald gemakkelijk. Hij heeft een ongebreidelde fantasie. Noem het maar wanen. Hij beschul digt zijn vrouw onterecht van vrese lijke dingen. Hij spuugt vaak zijn pillen uit. Ritva: „George denkt dat hij wordt vergiftigd." Ze heeft 41 jaar in de zorg gewerkt, maar dit is veel zwaarder, zegt ze. Omdat bijna elk bezoek haar raakt. „Mijn therapeut zei: 'Wil je nog wel leven, Ritva?"' Ritva zorgt niet alleen voor haar man, ook de andere bewoners op de woongroep krijgen haar hulp en aandacht. Net zei Ritva nog over mijn moeder: „We hebben weer even lekker geknuffeld." Ma woont hier bijna drie jaar, George al vijfjaar. Veel contact hebben ze niet. Mijn moeder slaapt veel en George zit bijna altijd op zijn kamer. Hij roept soms om de verzor gende of verpleegkundige. „Wendy!" „Margo!" „Martha!" Maar meestal is Ritva er. Als ik ma bezoek, kom ik altijd George' echtge note tegen. Alleen op vrijdag en zon dag ontbreekt ze in het Verpleeghuis. Op de andere dagen zorgt ze voor hem. Meestal van 10 tot 3, maar sinds ze terug is van vakantie blijft ze lan ger, bijvoorbeeld als een uitzend kracht niet is komen opdagen, als het een hectische dag is voor het perso neel, of gewoon omdat George anders zijn pillen niet binnenkrijgt. „Ik heb zo mijn trucjes", zegt ze. Van de week heb ik Ritva een lift gegeven naar de stad. Haar auto deed het niet. Onderweg vertelde ze over haar leven met George, over iets akeligs wat was gebeurd, een gebeur tenis waarvan ze niet wil dat ik het opschrijf. Ze kan dat en meer, van wege zijn mentale staat, niet meer met hem bespreken. Ik dacht: hemel tjelief, wat heeft Ritva het zwaar. Ik ben met haar lot begaan. Ik spaar voor haar plastic dopjes van melkpakken en flesjes. Die zijn geld waard. De opbrengst wendt het KNGF Geleidenhonden aan om de dieren op te leiden. Ik geloof dat er 13 miljoen doppen nodig zijn voor de scholing van één hond, een getal waarvan me de moed in de schoenen zinkt, maar ik doe het, uit gemeen schapszin. „Nou wil hij weer geld", zucht Ritva. „Maar hij kan helemaal niks uitgeven." Schouderophalend: „Ik heb hem een tientje gegeven." George slaapt overdag meer en meer. Hij gaat hard achteruit, vindt Ritva. „Hij heeft wanen. Toen ik op vakantie was, heeft hij gehuild omdat hij dacht dat ik was neergestort met het vliegtuig." Ritva was drie weken in Mexico. Daar woont haar pleegzoon van 37. „Hij is fantastisch. Voor hem doe ik dit alles, voor hem leef ik. Als ik hem niet had..." <1 E3 Reageren? magazine @persgroep.nl Mantelzorgei's oncler mekaar magazine 19

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2017 | | pagina 83