14 ZE
Drie jaar werkte
Dré Heestermans
op de rijstvelden
in Suriname.
Daarna begon hij
een champignon
kwekerij.
'Emigreren
is vooruitzien'
EN TOEN
JU oi JU*
Zv.
Op 29 mei 1957 ontvingen
Addy en Dré Heester
mans in Suriname een
luchtpostbrief van Pie-
ter van Hooijdonk uit
Ulvenhout. Die bevatte een lang ge
dicht van veertig regels met de titel
Een Kindeke in de West. Aanleiding
was de geboorte van zoontje André
van het echtpaar Heestermans.
Op een grote boerderij in het over
zeese Wageningen werd de baby
grootgebracht te midden van de rijst
velden waar Dré werkzaam was. Zo
als zoveel landgenoten uit Nederland
had hij enkele jaren eerder het be
sluit genomen om in het buitenland
zijn heil te zoeken. „Aanvankelijk
wilde ik naar Canada zoals de meeste
emigranten in die jaren, maar een ad
vertentie van de Stichting Machinale
Landbouw in dagblad De Stem trok
mijn aandacht. Ik solliciteerde en
werd tot mijn verrassing aangeno
men met een 3-jarig contract. Omdat
ik niet in dienst hoefde - de vrij
heidsstrijd in Indonesië was net ach
ter de rug - en in het bezit was van
een diploma van de Land- en Tuin
bouwschool aan de Teteringsedijk in
Breda, was dit voor mij een mooie
kans. Er was echter nog wel een an
dere voorwaarde: ze wilden alleen
getrouwde stellen, geen vrijgezelle
mannen. Dus trouwde ik een week
voor vertrek met Addy van Gestel
met wie ik een jaar verkering had."
Op 17 december 1954 lag de boot
voor het prille echtpaar Heestermans
klaar aan de Surinamekade in Am
sterdam. Samen met drie andere
echtparen gingen Addy en Dré aan
boord van het stoomschip 'Cottica'.
„Het was een vrachtschip met voor
zieningen voor passagiers", aldus
Addy. „Aan boord was het altijd
feest, we speelden onder meer 'shuf
fle board' met platte schijven in vak
ken op het dek. En al waren we ge
trouwd, we sliepen gescheiden, dat
was goedkoper. Regelmatig legden
we tijdens de tocht van drie weken
aan, bijvoorbeeld in Madeira, in
Zuid-Engeland of in Trinidad, waar
we telkens van boord mochten en
andere passagiers weer vertrokken of
juist aan boord kwamen."
De eerste twee jaar verbleven Addy
en Dré in een houten huis op palen
in de Prins Bernhard Polder. Daar la
gen proefVeldjes voor het testen van
de rijstcultuur. Dré: „Koningin Juli-
Er werd mij
gezegd datje
hier geld kon
verdienen met
nertsen of
champignons
/U^oUMc i» ch
y&eCu.MuoCu-
Jtud/b u 4**L Uuuai
fa aJL tiu-j Au A^UUueit
Sh\ Iim/M uA AuGh AoWlt--.
L* lud M dtHu
MdJ Ut 4u£
HA A*\! jAJSUu»»
M 4* AwMut ut jA. {Hfuwut
tu Ut /AuMutuy/ Aju
JU> OttM -rvM Au
Amu f+ivKuel*
/fttomsi 'oicut a> rMcvta*
oil
/hu OW/U***
A&i AM fj» 4 a&u
/rfnuMA /Ahj />Ma.aA
,{A (fa oMuLuaA fUcMvU
/ku Uu -suiUiu/teuott
fytj/tiJtuA oJU TOu Sm
A Jxa4 AM aua/ auzma 4* 4*t
t* tfOuOAovn AsAuy/ AM MlU
4/a. JmvJULoU^M ity jlOi/uA
In de jaren na de Tweede We
reldoorlog groeide de bevol
king in ons land te snel ten
opzichte van de voorzienin
gen en de werkgelegenheid.
Dus kwam de regering in
1952 met een 'emigratiebe-
stel', na politieke afspraken
hierover op internationaal ni
veau. Op een affiche van de
Algemene Emigratie Cen
trale stond met grote letters
'Emigreren is vooruitzien'.
De overheid, belangenorga
nisaties en vrijwilligers kwa
men in beweging om burgers
te helpen met de regelgeving,
de documenten én de finan
ciële tegemoetkoming voor
emigratie naar het buiten
land.
De Centrale Stichting Land
bouw Emigratie was het be
langrijkste loket voor reizi
gers overzee, het meeste
werk was immers te vinden
in de landbouw. Tussen 1945
en 1967 vertrokken bijna
500.000 Nederlanders naar
het buitenland, totaal 3,5 pro
cent van onze bevolking. De
meeste emigranten kozen
voor Canada (150.000), Aus
tralië (120.000) ofVerenigde
Staten (75.000). Maar ook in
Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika,
Brazilië of Suriname kwa
men rond 1950 tientallen
passagiersschepen aan met
een Nederlandse vlag.
ana kwam een keer op bezoek in de
loods, nadat uiteraard alles even ge
repareerd en extra opgeruimd was."
In het Surinaamse Wageningen
woonde het Nederlandse echtpaar
nog een jaar op een boerderij met 72
hectare grond. De fijne klei, 'net
stopverf, bleek prima geschikt voor
het nathouden van de rijstvelden.
Handelsgewas zoals soja of pinda's
kon hierop echter niet verbouwd
worden, daarvoor moesten de land
bouwers naar het binnenland waar
de lokale bevolking onder meer ook
ananas verkocht. „We zwommen
niet zelden tussen de kaaimannen in
de sloot van de ene naar de andere
akker in plaats van om te lopen", vol
gens Dré. „Het was geen probleem,
als je maar niet in de buurt van hun
jongen kwam." Addy: „In het week
end reden wij met een jeep naar de
kerk 40 kilometer verderop in Nicke-
rie waar ook veel Nederlandse mili
tairen waren."
Na afloop van het Surinaamse
avontuur kwam in Nederland de
vraag hoe Dré hier zijn bestaan kon
voortzetten. „Er werd mij gezegd dat
je hier geld kon verdienen met nert
sen of champignons. Ik koos voor het
laatste, want champignonteelt zou
hier wel een dagelijkse stuiver ople
veren."
Inmiddels heeft zoon André al ja
ren geleden de leiding overgenomen
op de champignonkwekerij 'De Mor
genstond' in Ulvenhout, genoemd
naar een sinaasappelplantage. In 2018
wordt het 60-jarig bestaan gevierd,
Addy (85) en Dré (86) kijken ernaar
uit.
donderdag 24 augustus 2017
Van de rijst in Suriname naar
de champignons in Ulvenhout
Peter Korz
Ulvenhout
A Koningin Juliana, op
bezoek in de Prins
Bernard Polder in Su
riname, reikt Dré
Heestermans de hand,
naast hem in bloeme
tjesjurk echtgenote
Addy van Gestel.
FOTO FAMILIE HEESTERMANS
- Dré Heestermans
wn.
'fh tUt, /M Uunri CjA*Uw
htftUtA U /Ut*. -+ur*
Jfaj/ AUu»
fadBtuA <Um 4 Au»
Luchtpostblad, gestempeld in
Ulvenhout 1957, voor Dré Heester
mans in Wageningen, Suriname.