CB
ll
HIJ VERLOOR
DOORDAT HIJ TE
VEEL TEGELIJK
WILDE DOEN
Column
David en Arjan van 365dagensuccesvol.nl hebben één
doel: Nederland het gelukkigste land van de wereld maken.
In 1910 beginnen twee avonturiers en
hun teams aan een epische tocht naar
de Zuidpool. Het zijn concurrenten,
want nog nooit is er een mens geweest
op die gevaarlijke vlakte van Antarctica,
en ze dromen er allebei van om als eerste
op de zuidelijkste punt te staan.
Robert Falcon Scott is vastberaden de
Britse vlag te planten, als uitbreiding van
het Britse rijk. Aan de andere kant staat
Roald Amundsen uit Noorwegen klaar,
die vindt dat hij de koning van het ijs is.
Het zijn allebei geharde mannen, met
veel en vergelijkbare ervaring in winters
weer. Toch verlopen hun reizen heel
verschillend.
Die van Amudsen is heftig - het blijft
tenslotte het barre Antarctica - maar rela
tief kalm. Hij arriveert als eerste, plant
zijn vlag en komt weer veilig thuis.
Voor Scott en zijn team loopt het
anders af. Hij arriveert uitgeput, uit
gehongerd en net te laat op de Zuidpool.
Tot zijn bittere teleurstelling ziet hij de
Noorse vlaggen wapperen. Op de 1000
kilometer lange terugweg wordt de ijs
vlakte hem te veel - voordat ze de kust
bereiken, sterft het hele team door uit
putting.
Inmiddels is het it7 jaar later, en nog
steeds praten mensen over Falcon Scott
en Amundsen. Want we kunnen veel
leren van hun aanpak. Amundsen won
omdat hij beter was voorbereid. Scott
verloor doordat hij te veel tegelijk wilde
doen; niet alleen winnen, maar ook nog
allerlei wetenschappelijke experimenten.
Amundsen won, want hij had rekening
gehouden met scenario's waarbij alles
kapot ging (en alles ging kapot.)
Wij halen nóg een les uit hun avon
tuur, en die passen wij elke dag toe. Het
grote verschil tussen de twee mannen
was dat Amundsen vooraf bepaalde hoe
hij de tocht zou afleggen, terwijl Scott dat
liet afhangen van de elementen.
Amundsen liep elke dag zo'n vijf uur,
ongeacht de omstandigheden. Of de zon
scheen of er stak een sneeuwstorm op:
hij liep vijf uur. De Britten daarentegen
liepen op sommige dagen wel twaalf uur
en op andere dagen slechts één.
Toen wij ons eerste boek schreven,
hielden we ons aan zo'n ritme. Ongeacht
of we inspiratie, ideeën of zin hadden: we
begonnen om 10 uur 's ochtends en stop
ten om 5 uur. Dat is soms even frustre
rend, vooral als je naar een leeg scherm
zit te staren, maar na een tijdje wordt het
heel ontspannen. Want om 5 uur is het
klaar en morgen weer een dag. Je hoeft
geen wonderen te verrichten of jezelf af
te beulen, je komt gewoon elke dag een
stukje verder. Zo'n dagelijks ritme, in al
zijn voorspelbaarheid en kalmte, be
schermt je tegen grillen als inspiratie en
humeur, of het gebrek daaraan.
Elke dag een beetje - en aan het einde
wappert de vlag. <1
magazine 27
<U
oÖ
De kiacht
van elke dag
een beetje