21
Wielrenster hield het vijf
jaar geleden na een
burn-out voor gezien als
prof. Ze emigreerde
naar Andalusiëen is
nu weer gelukkig.
Het was altijd mijn grote droom
om profwielrenster te worden,
maar uiteindelijk leek het meer
op een nachtmerrie", kijkt Ag-
nieta Francke (27) terug op haar
wielerloopbaan. De tegenwoordig in Spanje
woonachtige oud-renster wilde zo graag suc
cesvol zijn als prof. Waarschijnlijk iets te
graag. Ze ging ten onder aan de druk. „Het
voelde alsof ik gefaald had."
Vijfjaar geleden reed Francke in Tsjechië
haar laatste wedstrijd, maar eigenlijk was
haar wielercarrière in 2oro al voorbij, als ge
volg van een burn-out. In clubverband be
sloot ze het na een seizoen afwezigheid toch
nog eens te proberen in 2012. „Maar achteraf
gezien kwam dat te vroeg, ik was fysiek nog
niet voldoende hersteld. Het was dat jaar al
een goed resultaat als ik in het peloton fi
nishte. Daar haalde ik geen voldoening uit.
Ik was vanuit de junioren gewend om de
wedstrijd te maken."
Bij de jeugd heeft Francke namelijk nooit
anders gedaan dan de wedstrijd domineren.
Ze eindigt op het podium op het NK, gaat
met de nationale selectie mee naar verschil
lende WK's en presteert ook op de baan: ze
wordt Nederlands kampioen op het onder
deel scratch. Ze rijdt onbevangen in de
rondte. „Het moest raar lopen, wilde ik niet
van voren eindigen." In 2009 komt haar
droom uit en wordt ze op negentienjarige
leeftijd profwielrenster.
„Daarmee veranderde er een hoop", stelt
de uit Koudekerke afkomstige Francke. „Ik
was weer 'zomaar een renster'." Francke is
in 2009 prof bij DSB Bank en een jaar later
bij opvolger Nederland Bloeit. Beide jaren
woont ze op topsportcentrum Papendal.
Vanuit de nationale selectie - waar ze toen
ook nog onderdeel van uitmaakte - wordt er
van de renners verwacht dat ze op Papendal
wonen en trainen. Francke moet zich daar
aanpassen. „De trainingsbelasting werd op
geschroefd tot bijna het dubbele van wat ik
Het voelde alsof ik niet
goed genoeg was om
een sportpsycholoog
waard te zijn
gewend was." Het grootste probleem is
daarmee nog niet genoemd, want dat is de
druk die Francke zichzelf oplegt. De druk is
een gevolg van het besef dat ze nu betaald
krijgt als wielrenster. „In het begin vond ik
het leuk dat ik een salaris ontving, maar
langzaam verloor ik daardoor het plezier in
de sport. Ik fietste altijd omdat ik het leuk
vond. Niemand verwachtte verder iets van
me. Door het salaris voelde het alsof ande
ren ineens ook wat van me verwachtten."
Francke gaat te fanatiek trainen. In haar
tweede jaar als profwielrenster raakt ze
overtraind. Ze geeft het aan bij haar trainers,
die haar twee weken rust voorschrijven. Dat
blijkt niet te helpen. „Dan zal het wel tussen
je oren zitten, daar moet je gewoon even
doorheen", zeggen de trainers van Francke
tegen haar. Ze wil het liefst professionele
hulp van bijvoorbeeld een psycholoog, maar
die krijgt ze niet. „Op Papendal waren
sportpsychologen alleen beschikbaar voor
degenen die al goed presteerden en nog net
dat procentje meer nog nodig hadden", legt
ze uit.
Daar krijgt Francke een naar gevoel van:
„Het voelde alsof ik niet goed genoeg was
om een sportpsycholoog waard te zijn. Dat
deed mij zeer. Te meer omdat ik ook op het
niveau wilde zitten van de groep sporters
die daar wel voor in aanmerking kwam."
Het gevolg van haar overtraindheid is
een burn-out. „Het ging echt niet meer",
herinnert ze zich. „Naar de supermarkt
om boodschappen gaan, was al een taak
voor me waar ik de rest van de dag van
moest bijkomen. Ik was constant moe,
opgebrand."
Nieuwe Spaanse start
In september 2010 rijdt ze haar laatste wed
strijd als profwielrenster. Daarna verdwijnt
de racefiets in de schuur en probeert ze de fo
cus te verleggen naar haar studie bewegings
wetenschappen. Maar Francke heeft het niet
meer naar haar zin in Nederland. Om
even tussenuit te gaan doet ze in de
zomer van 2013 vakantiewerk
bij een Bed Breakfast in de
Zuid-Spaanse regio Andalu
sië. „Sinds die burn-out
was dat voor mij de eerste
stap naar nieuw geluk.
„Ik had zoiets van: nu
ga ik weer iets leuks
doen en van het le
ven proberen
genieten."
„Ik wilde
tussen men
sen zijn die
mij niet ken
den en mijn
achtergrond
als fietsster niet
kenden. Ik
wilde weer ge
woon Agnieta
zijn." Dat gebeurt
ook, ze vindt haar
draai in het zonnige
zuiden. „Ik heb zulke
lieve Spaanse mensen
ontmoet die mij waar
deerden om wie ik was, en
niet om mijn fïetsprestaties." Om
dat ze het er zo naar haar zin
heeft, keert ze in de zomer van
2014 terug.
Om haar studie af te ronden
gaat ze vervolgens weer terug
naar Nederland, maar in haar
achterhoofd schuilt dan al het
idee om voorgoed in Spanje te
gaan wonen. „De mensen, het
klimaat, de natuur...; het klopte allemaal."
Nadat ze haar diploma heeft behaald, brengt
Francke haar idee in de praktijk. Ze emi
greert naar Spanje en gaat werken bij de Bed
Breakfast waar ze vakantiewerk deed.
Door de warme Spanjaarden laat ze haar
vervelende jaren achter zich.
Elektriciteit
„Bij een Spaanse familie hier hangt de spreuk
'Mi casa es tu casa' (mijn huis is jouw huis).
Eerst dacht ik: dat is misschien maar een loos
gezegde, maar ik ben erachter gekomen dat
ze het in veel gevallen ook echt menen. Men
sen staan hier dag en nacht voor je klaar." Dat
ervaart Francke onder meer wanneer haar
elektriciteit het ineens midden in de nacht
begeeft. „Een belletje naar een paar vrienden
en het probleem was een uur later opgelost."
„Ik heb het idee dat mensen in Nederland
jndividualistischer zijn inge
steld. Ze zijn veel met
^zichzelf bezig: hun
iwerk, hun kinderen,
jnoem het maar op.
[Hier staat iedereen
Ivoor elkaar klaar. Het
lis een andere levens-
i instelling, die meer
[bij mij past."
Behalve het saam
horigheidsgevoel is
het ook een stuk meer
tranquilo (rustig aan) in Spanje, merkt
Francke. Die houding heeft ze zich eigen ge
maakt. „Ik vind het niet erg om mijn plan
ning om te gooien om bijvoorbeeld iemand
te kunnen helpen. En als iets vandaag niet
lukt, is er morgen ook nog een dag. Vroeger
vond ik het altijd fijn om alles precies ge
pland te hebben en te weten om welke tijd
ik wat zou gaan doen. Als ik nu 's middags
Ik heb geleerd om te
accepteren dat leven op
negentig procent ook
voldoende is
een drankje met vrienden doe en dat loopt
uit naar het einde van de avond, vind ik dat
alleen maar mooi. Vroeger maakte ik me
dan zorgen over de wekker, die de volgende
dag weer vroeg af zou gaan."
Fietsvakanties
In de praktijk gaat die nog vaak genoeg afin
het huis van Francke en haar Spaanse vriend.
Ze wonen op een paar kilometer van het
dorpje Grazalema. De voormalig profwiel
renster heeft haar werk bij de Bed Break
fast ingeruild voor een baan die veel meer bij
haar diepgewortelde passie aansluit: fietsen.
Ze werkt voor Andalucian Cycling Expe
rience, een bedrijf dat fietsvakanties organi
seert. Francke neemt recreatieve en wat seri
euzere groepen mee door het bergachtige
landschap van Andalusië. De tochten die ze
maakt lopen uiteen van dertig tot honderd
twintig kilometer. Onderweg vertelt ze de
toerfietsers over de omgeving, geeft ze tips en
staat ze open voor vragen.
Klanten vragen haar wel eens: „Mis je
het niet, dat wielrennen?'" Op haar
beurt begint Francke dan over de
prettige kant van de sport. „Want
ik heb ook een mooie tijd gehad
als wielrenster, met fijne
mensen om me heen. Ik
koester mijn leuke her
inneringen bij de juni
oren. Ook het toe
werken naar een
wedstrijd met je
team mis ik nog
el eens."
De keerzijde
is dat er ook een
deel is dat ik liever
had overgeslagen",
gaat ze verder. Francke
realiseert zich dat die
burn-out desalniettemin
ook een goede les voor haar
is geweest. „Ik heb mezelf le
ren kennen. Ik weet nu waar
mijn grenzen liggen. Soms ben ik
misschien te perfectionistisch. Ik
heb geleerd om te accepteren dat leven
op negentig procent ook voldoende is, het
hoeft niet elke dag honderdtien procent te
zijn." En het belangrijkste: „Ik ben nu heel
gelukkig met mijn leven. Ik geniet van de
mensen en de omgeving waar ik woon en ik
fiets elke dag nog met veel plezier."
zaterdag 19 augustus 2017
Spanje als medicijn
tegen nachtmerrie
Arwin Willemsen
Grazalema
-Agnieta Francke
i
-Agnieta Francke
Agnieta Francke. foto's juanantoniobaenanino