e screensaver van de laptop toont een
foto van een vrolijk gezelschap. „Ik laat
eerst even mijn familie zien; kunnen
we daarna aan de slag. Dit was in juni,
op mijn 75ste verjaardag. Ik heb toen
getrakteerd op rijsttafel." Vrouw Emma,
twee dochters met hun mannen, een
kleindochter, een kleinzoon ('mijn oog
appels') en Joost Prinsen zelf. De acteur
ontvangt in zijn tweede huis aan de
West-Vlaamse kust. Daar zit hij 's zomers
een maand of vier.
Hij serveert vandaag groentesoep met
stokbrood. „Heeft Emma gemaakt."
Emma - met wie hij al 44 jaar is ge
trouwd - zit op het terras te lezen. Een
buikoperatie met complicaties bij haar
was de reden dat Prinsen in 2015 met
stille trom van de televisie verdween. Na
achttien jaar had de quiz Met het mes op
tafel ineens een andere presentator. „De
ziekenhuisverhalen slaan we over, maar
toen het heel slecht met haar ging, was ik
nogal overstuur. Mijn vrouw is alles voor
mij. Als het haar niet goed gaat, panikeer
ik. Op het toneel niet - als ik een black
out krijg, klets ik er wel omheen. En in
het dagelijk leven panikeer ik ook niet
gauw, maar als er iets met Emma is, zak
ik vrij snel door het ijs.
„Mijn zus uit Zwitserland was over
gekomen om op me te passen. Zij vond
dat ik me moest laten vervangen. Ze zei
den altijd dat dat spel een beetje hing
op mij, als quizmaster. Maar als invaller
hield Herman van der Zandt het makke
lijk overeind, ook qua kijkcijfers. Hij
twitterde erbij en zo, dat kan ik helemaal
niet. Dus toen Emma uit het ziekenhuis
kwam, ik was inmiddels 73, ben ik naar
Jan Slagter gegaan en heb gezegd dat
ik het prima vond als Herman het zou
blijven doen. Misschien was Slagter wel
een beetje opgelucht, dat weet ik niet.
Herman heeft veel talent. Een beetje
dwars, dat moet je zijn. Een houding
van 'stik de moord', anders wordt het
allemaal te heilig."
„Nee. Wat ik zou missen is als ik niet
meer af en toe toneel kan spelen. Presen
teren van Met het mes op tafel niet, dat heb
ik vierhonderd afleveringen gedaan, dat
kan ik. Een rol is elke keer nieuw. Al is het
een kleine rol, een onnozele of een grote
rol, elke rol moet je veroveren. Ik wil niet
meer negentig keer door het land, maar ik
zou het erg vinden als ik helemaal niet
meer zou kunnen spelen.
„Loes Luca zegt altijd: 'Ik vraag niet
naar het stuk, maar naar de mensen die
erin zitten'. Dat doe ik ook. Ik wil alleen
nog spelen met mensen die wat kunnen.
Ik ben liever de slechtste bij goede men
sen dan de beste bij slechte. Als je ziet dat
je met Frits Lambrechts of zo werkt, zoals
onlangs voor een tv-serie, dan weet je dat
het wel goedkomt. Maar er zijn ook men
sen met wie je niet wilt staan; een rolletje
in Onderweg naar Morgen of Goede Tijden
zou ik niet aannemen. Daar acht ik mij
zelf te goed voor."
„Tot mijn schande moet ik zeggen dat ik
dat altijd heb gehad. Ik werd toegelaten
op de toneelschool in Maastricht en
Amsterdam. Ik was in de klas zeker niet
de minste, ik kon overal waar ik speelde
goed meekomen. Ik ben geen Laurence
Olivier of Robert De Niro, maar ik hoef
me niet te schamen. Heb ik nooit gedaan.
„Dat betekent niet dat je niet bij iedere
rol kunt denken dat het een ramp kan
worden, maar ik heb er nooit aan getwij
feld dat ik iets aan het beroepstoneel heb
te zoeken. Ik heb ook geen zin meer om
modieus quasibescheiden te zijn. Daar
waar ik bescheiden moet zijn, ben ik het.
Dat ik niet meer een bridgetoernooi kan
winnen dat een week duurt, oké. Maar
ik kan nog steeds heel behoorlijk toneel
spelen."
Mist u het werken voor televisie?
Wanneer raakte u overtuigd van
uw eigen kunnen?
101 zaterdag 12 augustus 2017