WEER EVEN THUIS f 19 Peter Gutteling herinnert zich de Middelburgse bolwerken als een speelparadijs. Hutten bouwen, pluimen van lisdodden 'roken' en schaatsen op de vesten. Alles op steenworp afstand van zijn huis aan Klein Vlaanderen. De stallen van boer Bal- jeu zijn verdwenen. Net als het grasveldje in het midden van Klein Vlaanderen waar soms een geit graasde. Peter Gutteling (59) ziet die beelden nog zo voor zich. Hij woonde tot zijn veertiende op nummer 109. Naast boer Baljeu. „Hij had zo'n ribfluwelen pak, in een onbestemde oker-geelbruine kleur. Dat droeg hij echt altijd. Vol gens mij kon je ruiken dat hij eraan kwam. Zijn vrouw liep in dracht. Wij speelden soms in het hooi in die koeienstallen aan de overkant." Peters ouderlijk huis staat er nu pront bij, vindt hij. „Het ziet er vro lijk uit. Leuk zo met die bloembak ken. Het was vroeger een vochtig huis. Mijn moeder had een hekel aan dat vocht. Ik sliep in een kamer aan de voorkant. Beneden hadden we een 'mooie' kamer, maar daar zaten we eigenlijk nooit. Tussen de voor- en achterkamer zat een soort alkoof, zonder ramen. De speelplek voor ons. Daar stond ook het speelgoed. Eten deden we in de keuken. Toen we klein waren, gingen we daar in de teil. Later ging ik met mijn vader naar het badhuis, op Plein 40." Peter is geboren in het Gasthuis, het toenmalige ziekenhuis aan het einde van de straat. „Ik herinner me dat mijn moeder, na een operatie daar, met een taxi naar huis ging. Dat leek mij geweldig, kon ik ook eens in een echte auto zitten. Maar ja, het was natuurlijk een teleurstel lend kort ritje. De chauffeur had vast meelij met me, ik mocht van hem meerijden tot het taxistation op de Pottenmarkt." Begrafenisstoet „In die tijd waren er nauwelijks au to's, wel de koetsen van stalhouderij Wielemaker, vlakbij ons huis. Voor bruiloften en begrafenissen reden die af en aan. Ik was als jochie zwaar onder de indruk van de begrafenis stoeten. De zwarte lijkwagen met pluimen, koetsiers met hoge hoed, helemaal in het zwart. De paarden droegen een zwart dekkleed tot bijna op de grond. Voor hun ogen was een gat uitgespaard, met zilve ren rand eromheen." Lachend: „Ik heb veel over dood nagedacht toen. Wat ik echt eng vond, waren de Sint Nicolaasvieringen van de buurtver eniging in het Oude Mannen en Vrouwenhuis even verderop. Alles zat daar bij elkaar. Vaak geestelijk of lichamelijk ziek. In mijn herinne ring zagen ze er zo griezelig uit. Kunstgebitten droegen ze niet dus je zag gapende gaten waar ooit tanden zaten, als ze naar ons lachten. De be woners zaten in een kring om ons heen. Ze waren zo blij dat we er wa- Ik herinner me een gekostumeerd feest op het ijs. Mannen en vrouwen zwierden en zwaaiden dansend over het ijs ren, dat ze ons ook wilden aanraken. Ik probeerde in het midden van de kindergroep te zitten. Dan konden ze niet bij me. Een spookhuis vond ik het." De bolwerken herinnert hij zich als ultieme speelplek. Ondanks de angstaanjagende 'opzichter' Tolle naar, die per fiets langs de vesten pa trouilleerde. „Geweldig daar. Je had er alles wat een opgroeiend jochie maar kon wensen. Vlakbij huis. Ver stoppertje spelen, hutten bouwen. In de zomer de pluimen van lisdod den plukken, aansteken en als een sigaar 'roken'. In de sneeuw van de hellingen afglijden en schaatsen op de vesten. Ik herinner me een gekos tumeerd feest op het ijs. Bij de mo len. Mannen en vrouwen zwierden en zwaaiden dansend over het ijs. Dat zie je nooit meer." Stoute jochies „Maar ja die Tollenaar, we noemden hem Tolletje Pik, zat altijd achter ons aan. Op z'n zwarte herenfiets, in zwart uniform, mét pet. Op zoek naar stoute jochies." Lachend: „Hij heeft mij nooit te pakken gekregen." „Ik zat op de Rijksschool aan de Volderijlaagte. Daar zat ook een klein winkeltje van Pie Francooy. Wij vonden alleen de snoep interes sant. Aan het Seisplein had je ook een slager, een bakker en een fiet- senhandel. En de Végé (kruidenier, red.). Maar er kwam ook veel aan de deur. Zoals Arnemuidse visvrou wen, in dracht. De vis in manden aan een houten juk over hun schou ders." Peter woont nu in Vlissingen. „Als mijn kleindochter wat groter is, laat ik haar de bolwerken zien. Waar opa zijn jeugd doorbracht." zaterdag 12 augustus 2017 'Bolwerken waren fantastisch' Annemarie Zevenbergen Peter Gutteling voor zijn ouderlijk huis aan Klein Vlaanderen, foto ruben oreel Peter Gutteling M Peter als peuter met zijn moeder. Heeft u herinneringen aan uw ouderlijke huis die u wilt delen en wilt u weer even terug? U kunt uw verhaal doen in 'Weer Even Thuis'. U kunt contact opnemen met Ab van der Sluis: 08801-30203, chefnieuws@pzc.nl.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2017 | | pagina 55