BERLIJN
magazine 43
Remco Ruiter (42): „Brussel is een
geweldige fietsstad. Misschien niet
als je er te veel door een Nederlandse
bril naar kijkt, maar fietsen heeft hier
nog iets: je bent pionier, gaat sneller dan
per auto en ontdekt in geen tijd veel mooie
architectuur - art nouveau! - of onbekende
buurten en wijken. Wel moet je als fietser,
meer dan in Nederland, je plaats opeisen.
Ik zit hier sinds 2000 - zoals vaker: de
liefde gevolgd - eerst als vrijwilliger bij
de Fietsersbond, sinds 2006 bij Pro Velo.
We verhuren en repareren, promoten het
Hans Boekhorst (52): „Eigenlijk had ik
nooit iets met Duitsland, helemaal niet
zelfs. Mijn grootvader heeft in een con
centratiekamp gezeten en die zei altijd:
'Ik haat Duitsers'. Door de liefde kwam ik
in 1991 uiteindelijk toch in Berlijn terecht, en
nu, tsja... Kennedy zei toch ooit: 'Ich bin ein
BerlinerDat geldt voor mij echt. Ik hou
van deze stad! En ik ben een geschiedenis
freak, dus dan zitje hier helemaal goed.
Sinds 2006 begeleid ik fietstochten, de
fietsgebruik en gidsen themaroutes:
bier, chocola, architectuur, geschiedenis,
de stripmuren.
De eerste indruk van veel Nederlanders
is: wat een verschrikkelijke fietsstad! Maar
Brussel verandert snel: deelfietsen, meer
fietspaden, logo's op de weg, voorrang
vakken bij stoplichten. Vroeger heerste
de automobilist, in 1980 parkeerde je
nog gratis op de Grote Markt. Nu gaat
dik 5 procent van de verplaatsingen per
fiets, met een piek kort na de terreur
aanslagen: veel Brusselaars meden toen
de metro.
Mijn eigen favoriete routes? Langs het
kanaal, met veel oude industrie, het konink
lijk domein en het lieflijke Pajottenland.
Door het Zoniënwoud. En onze groene
'wandeling' van 65 kilometer langs allemaal
parken. Want Brussel is ook nog eens heel
groen." —Frans Boogaard
laatste vier jaar met mijn eigen bedrijfje.
Nu zit ik elke dag op de fiets: twee groepen
van elk drie uur. Voor je eerste dag in Ber
lijn adviseer ik altijd het historische cen
trum, dan krijg je meteen een goeie indruk.
Als het dan net zulk mooi weer is als van-
Ferry van Lier (50): „Ik vond het altiji
belachelijk als Nederlanders na een
paar jaar Amerika met zo'n Barrie
Stevens-accent gingen praten. Maar
het gebeurt vanzelf, heb ik gemerkt.
Door mijn werk als gids valt het mee. Rolling
Orange Bikes is gestart door Nederlanders
en van onze klanten spreekt 99 procent
Nederlands. Ik ben er blij mee; Nederlan
ders en Belgen, kunnen tenminste goed
fietsen. In New York is het soms oppassen,
ik ben constant aan het letten op gaten en
scheuren in de weg.
Soms zijn wij de attractie, een stuk of vijf
tien Hollanders op oranje fietsen. Maken
mensen foto's van óns. Een groot deel van
de tocht gaat door Brooklyn, daar heb je
goede fietsstroken. Veel toeristen reageren
verbaasd als ze zien hoe mooi Brooklyn is.
Ze zijn vaak gefocust op Manhattan, maar
New York is zo ontzettend veel meer.
Onderweg vertel ik bijvoorbeeld over de
Nederlandse geschiedenis van New York.
We komen door de Van Dykestraat, de Ko
ningstraat - het is street natuurlijk, maar ik
zeg gewoon straat." Karlijn van Houwelingen
daag, fietsen we een stukje langs de
Spree, door Kreuzberg en Friedrichshain.
Ik doe ook tours door het alternatieve
Berlijn, met al z'n streetart, dat vinden
mensen het leukst. De rest van je tijd hier
kun je het ook gewoon zelf. Als je fietst,
ben je namelijk meteen een Berlijner. En
dan merk je: Berlijn is anders, veel rustiger,
minder gestrest. Hier doet iedereen wat
hij wil." —Markvan Assen
berlijnperfiets.nl
WG