Toeristen
8
'Dit zijn wij' is een zomerserie over zes generaties Nederlanders.
Deze week de Babyboomers: mensen geboren tussen
1945 en1955
j
Gerard van Harten kwam vanuit Enschede naar
Zeeuws-Vlaanderen voor een baan bij Dow Chemical.
De gepensioneerde topman van het chemieconcern voelde
zich er vanaf dag één thuis. „Biervliet was een warm bad."
Column
adgasten', zo noemden we vakantiegas
ten in de soer jaren in Domburg. 'Mof-
'fen' zei mijn vader, 'Duitsers' verbeterde
mijn moeder. Ze kwamen voor defrissche Luft
en het strand. Wij schoolkinderen gingen ook
naar 'strange', maar dan naar het 'Volksbad',
voor de gewone Domburger. We lagen op of
achter de strandkotjes, en pulkten de lange vel
len van verbrande huid bij elkaar van de schou
ders. (Van insmeren hadden we nog nooit ge
hoord). Een ijsje was een luxe lekkernij.
Mijn oudere zus had Duitse vriendjes, ze heet
ten Jürgen, of Klaus. Ook mijn eerste vriendje,
Horst-Piet, was Duits. Langzamerhand begon
iedereen te verhuren: huis, garage, kamers. De
Duitsers vonden alles prachtig en betaalden
goed. Later ging ook mijn moeder in onze
kleine woning Zimmer mit Früstuck houden. Al
les draaide die zomermaanden om toerisme en
het was goed geld verdienen. In september was
het dorp weer van ons.
Later trouwde ik met een boer en vertrok naar
Biggekerke. Daar stond het toerisme nog in de
kinderschoenen,
maar ja, als je van
Domburg komt, vind
je die grote boeren
woning uitermate ge
schikt om te verhu
renWoning door
de helft en via de
VW wisten de gas
ten ons te vinden.
Maar ons gezin werd
groter en had het huis
voor zichzelf nodig.
Pal onder de duinen
wonen aan een
Onze kinderen
hadden
een heerlijke
vakantie met
de gasten
drukke B-weg langs
de kust en daar niets mee doen? Dat kon na
tuurlijk niet. Dan iets met kamperen? Maar
grond is heilig voor een boer, daar horen aard
appels op, of'sukerpeeën'. Met moeite kreeg ik
een puntje land toebedeeld ('toch een slecht
stukje') en begon met de eerste drie plekken.
Dat was meteen een succes: de drie werden vijf
en op het laatst twaalf kampeerplekken. Na één
douche en twee wc's in de 'bakkeete' volgde een
echte toiletunit. Onze kinderen vonden het ge
weldig en hadden zes weken lang een heerlijke
vakantie met al die campinggasten.
Met de toename van kampeerders groeide ook
het besef van gestructureerde bemiddeling. Er
werd een vereniging voor kampeerboeren op
gericht door vier boeren rond Biggekerke
(waaronder de mijne). Deze is nu, na 40 jaar,
een landelijke club geworden. Na de aanvanke
lijke scepsis van collega-boeren ('vreemden op
je erf) werden al gauw de financiële voordelen
van een mini-camping gezien. We leveren daar
graag een stukje van onze privacy voor in. En
menige boerderij volgde. Inmiddels zijn de
kleine campings niet meerweg te denken uit
het Walcherse.
Straks neemt onze dochter de boerderij en
camping (inmiddels in Arnemuiden) over en is
het toerisme een stevige basis onder het bedrijf.
En ijsjes? Al lang geen luxe meer, maar nog
steeds een lekkernij.
Dat hij als net 65-jarige als telg van de
'protestgeneratie' wordt gezien, is
heel even een verrassing voor Gerard
van Harten. Maar na een paar secon
den stilte hervindt hij zich en ziet het
voor zich. „Tijdens het eerste jaar van de Techni
sche Hogeschool ging ik in pak, netjes gekapt naar
college. Een jaar later droeg ik, net als iedereen in
die tijd, spijkerbroeken en lang haar."
Dat de Technische Hogeschool Twente (te
genwoordig Universiteit Twente) in zijn ge
boortestad zetelde, was niet de reden
waarom Van Harten in 1969 voor dat insti
tuut koos. „In tegenstelling tot andere ho
gescholen of universiteiten had Enschede
een campus. Het concept van colleges vol
gen, leren en wonen op één afgesloten plek,
sprak me aan. Bovendien kon je er chemische
technologie studeren, wat me trok als liefhebber
van scheikunde."
Huismus, studeerkamergeleerde of kluizenaar is
Gerard van Harten niet. Hij kroop dus tijdens zijn
studietijd uit de schulp van de campus. Maar hij
houdt wel van kleinschalig en dorps. Vóór hij zijn
bul had, werd hij al aangenomen bij Dow Chemi
cal in Terneuzen, want de chemiesector zat te
springen om hoogopgeleide medewerkers. Met,
toen nog, vriendin Kitty ging Gerard wel even kij
ken in het Botlekgebied, maar Kitty liet na een ver
kenningsrondje weten dat ze van d'r leven niet in
Rotterdam ging wonen.
En Gerard was ook niet echt gecharmeerd van de
drukte in de Botlek. „De petrochemische industrie
in de Rotterdamse havens stond al behoorlijk op
poten. De bedrijven werden op een hiërarchische
manier geleid. Als nieuwkomer moest je ge
woon onderaan de ladder beginnen en je ta
ken uitvoeren: een rapport schrijven en niet
weten wat en of er iets mee gebeurde-
Hoe anders was dat in Terneuzen.
Daar begon Dow eind jaren zeventig
op de 'site met ongekende groeimo
gelijkheden' net aan een tweede in-
vesteringsgolf, waarbij onder meer
de eerste naftakraker werd ge
bouwd. Van Harten: „Ze vroe
gen van het begin af aan naar
mijn mening en daar werd ook
naar geluisterd. De vrijheid om
mee te denken en met eigen ideeën
te komen, was weldadig." Bovendien
beviel Zeeuws-Vlaanderen bij de eerste
kennismaking.
Het duurde een jaartje voor de Van Har
tens, intussen al één van de drie dochters rij
ker, hun droomhuis in Biervliet konden be-
Ze vroegen van
het begin af aan
naar mijn
mening
J rectir
9* ten£
eei
t<
C| 5
ern
trekken, maar vanaf
toen was 'geluk heel ge
woon'. „Biervliet was
een warm bad. Een leuk
dorp, waar eind jaren
zeventig en in de jaren
tachtig nog veel mid
denstanders zetelden.
We woonden naast een
manifacturenzaakje. Di
rect in de nabijheid za-
een elektricien en
een woninginrich
ter. Er was een
warme bakker en
een slager die
nog zelf
slachtte."
Veel import was
er nog niet, maar de
Van Hartens werden
direct liefdevol opgeno
men in de dorpsge
meenschap. Alleen het denken aan de gemoede
lijkheid van toen geeft Gerard van Harten bijna
veertig jaar na dato nog een warm gevoel. „Ik
moest net na de verhuizing een aantal lampen op
hangen en daar zaten destijds nog geen fittingen
bij. Ik naar de winkel om een paar exemplaren.
'Neem maar mee wat je nodig hebt. Als ze niet
passen breng je ze maar eens terug en anders kom
je ze afrekenen', kreeg ik te horen. Geweldig: zulk
vertrouwen, ook in een vreemde."
Dow kwam begin jaren zestig ook als grote on
bekende naar Zeeuws-Vlaanderen. Het bedrijf uit
het grote Amerika had zijn wortels in het kleine
Midland in Michigan. De bestuurders van de che
miereus wisten dat het vertrouwen en welzijn
van de bevolking essentieel zijn voor succes
van de onderneming. Dus investeerde en in
vesteert Dow niet alleen in fabrieken,
maar ook in sport, cultuur, onderwijs,
gezondheidszorg en tal van (duur
zame) goede doelen.
Zoals de Van Hartens in Biervliet
meekabbelden op de stroom van
het dorpsleven, zo sprintte Ge
rard mee met de groei van Dow
Benelux. Naast de technische
man was hij een van de bouw
meesters van de krakers die Dow in
de Nieuw Neuzenpolder bouwde.
Het lag dan ook voor de hand dat hij
eind jaren tachtig werd uitgezonden
naar Texas, toen Dow in Freeport de
grootste kraker van het hele chemieconcern
bouwde.
„Ik was vertrouwd met de technologie van
vrijdag 11 augustus 2017
GO
Tineke Kodde (1949) en
haar man begonnen in
1976 een minicamping in
Biggekerke, die ze tot
1990 bestierden. Sinds
1992 hebben ze eenzelfde
bedrijf in Arnemuiden.
Ba
—Tineke Kodde
Vrij heid
om mee te denken
m
René Hoonhorst
44
f Van t
Gerard van Har
ten in zijn tijd als di
recteur van Dow
Terneuzen, samen
met minister Nete
lenbos.
FOTO PETER NICOLAI