8 'Dit zijn wij' is een zomerserie over zes generaties Nederlanders. Deze week de Babyboomers: mensen geboren tussen 1945 en1955 Spoorboekje in de hand, gesmeerde broodjes in de tas en een paar gulden voor een zak friet. En dan weg, zo vér mogelijk. Tienertoer was voor honderdduizenden tieners in de jaren 70 en 80 de eerste stap naar de vrijheid. Ik heb elke meter spoor in Nederland gehad ze destijds maakte heeft ze - inclusief spelfouten - gedigitaliseerd en op in ternet gezet. 'Deze kaart moesten man netjes met blauwe petjes zien. Vele con- donteurs kwam ik na enkele uren of dagen opnieuw tegen, waarop ze vreemd opkeken', schreef ze in haar plakboek vol ansichtkaarten van de plaatsen die ze bezocht. Selfies ontbreken, foto's maken was duur. „Die Tienertoer gaf me voor het eerst het gevoel van vrijheid." Iedere ochtend stapte ze met een paar blikjes 3ES, een populair en goedkoop fris drankje in de jaren 70, en boterhammen met ha gelslag op de trein in Zaandam. „De blikjes waren vies en de boterhammen plakkerig. Ik had niet veel geld. 10 gulden in geval van nood. En wat kleingeld voor een zak patat. Ik moest voor het avondeten om 19.30 uur weer thuis zijn. Ik heb één keer naar huis gebeld. Toen was ik om 19.30 uur nog in Nij megen." De meeste tieners waren ouder voor ze op Tie nertoer mochten. Eline was van de zelfstandige soort. „Mijn vriendjes en vriendinnetjes mochten niet. Ik ben één jongetje van 13 jaar oud tegengeko men." Eline bezocht Madurodam, Apenheul en elke provincie. Ze ging langs bij familie in Breda en reisde naar haar oma in Franeker. 'OMA WAS NIET THUIS', noteert ze met hoofdletters in het plakboek. „Vanaf Leeuwarden ging ik naar Gronin gen. Daar heb ik de Martinetoren beklommen. Vol gende keer neem ik mijn levenverzekering mee." Na acht dagen had Eline meer gereden dan een machinist in een volle werkweek. „Totaal 4.108 km. Dat was 1 cent per kilometer", schrijft de kleine Eline trots in haar plakboek. „Het was ge weldig", blikt ze terug. Daarna heb ik nog zes Tie- nertoers gemaakt. Elke meter spoor in Nederland heb ik gehad." Pubers die in een andere stad hun De Tienertoer was een noodgreep van de NS-directie. „De Nederlandse Spoorwegen waren in de jaren 60 van de vorige eeuw in slechte doen. Ver lies op verlies. Er waren nieuwe doel groepen nodig om de treinen ook buiten de spits en in de vakanties voller te krijgen. Er verschenen passen voor bejaarden en de Tienertoer moest in de zomermaanden de treinen vullen", vertelt Jos Zijlstra, conservator bij het Spoorwegmuseum. Na een voorzichtige proefin 1968 werd 1969 het eerste echte Tienertoerjaar. Het was een instant hit. 85.000 Kinderen van 13 tot 20 jaar kochten een kaartje om voor 20 gulden acht dagen lang kris kras door het land te mogen reizen. „De Tienertoer werd iets magisch." NS verdiende het eerste jaar 1,7 miljoen gulden aan de jeugd. Eline Kleibrink was 12 jaar toen ze op 26 juli 1977 in haar uppie met haar Tienertoerkaart in de hand in Zaandam de trein naar Amsterdam nam. De eer ste kilometers spoor van haar achtdaagse avontuur. Waar we om lachten? Nou, om deze cartoon bijvoorbeeld. Zo stapte Kappie dus de kamer binnen en hij hield zich flink, hoewel zijn hart in zijn keel klopte. Maar het viel mee. Daar binnen zat een oude heer met een lange snor over een tafel met toestellen gebogen en was hard aan het werk. Toen Kappie binnenkwam sprong hij echter overeind en stak zijn rechterhand omhoog. „Heil Hitier!", riep hij. „Okay!", zei Kappie. Enik bedoel in orde! Ga zitten! Platsen! Was maakt u daar? Ich bin nieuw hier en kom alles inspectieren! Kom alles bekijken, ziet u? Jong, ehWat is dit voor afdeling?" „Dies ist der magneetafdeling!", zei de oude man. Van hier kan man die Schipsmachines stopzetten. Magneetstraling, vat u? Al die staal wordt magnetisch. Dat is der nieuweste geheime wapen der Duitse rijk. Ja! ja!" „Aaha!", riep Kappie. „Dat 'k daar niet eerder aan gedacht heb! Jongehhm, ja, ja, ik bedoelzo, en wat maakt u daar?" Intussen stond de stuurman nog achter zijn rots en trok zich niets aan van wat de commandant zei. „Waar liggen de gestolen schepen?", vroeg hij. „Dat moet ik toch nog even weten!" „Aan de Westkant van het eiland!", zei de commandant. „Maar nu moet ik aan het werk. De schildwacht kijkt!" „Ik denk niet dat een meisje van 12 jaar dit vandaag de dag nog zou mogen", zegt ze. Haar Tienertoer begon nog geen zes weken na de bloedige beëindi ging van de treinkaping bij De Punt, waarbij acht mensen om het leven kwamen. Twee jaar eerder was er ook al een Molukse treinkaping geweest, ook met slachtoffers. „Weet je, dat is toen geen moment bij me opgekomen. Bij mijn moeder ook niet." Kwartjes Nederland was in de jaren 70 ondanks de reeks kapingen en gijzelingen nuchter, onbevangen en onbevreesd. Kinderen werden veel vrijer opgevoed dan nu. Meer dan een miljoen tieners gingen in dat decennium op Tienertoer. Acht dagen lang met de trein door het land zonder je ouders. Geen mobiele telefoon, geen Whatsapp. Slechts een paar kwart jes in de zak om vanuit een telefooncel te kunnen bellen als er écht iets loos was. „Voor het donker thuis, meer orders waren er niet", zegt Eline. Haar treinavontuur ziet ze als de eerste stap naar volwassenheid. Het plakboek dat dinsdag 8 augustus 2017 44 Ton Voermans Kappie (1946). Verscheen bij De Algemene Vrije Illegale Drukkerij Eline Kleibrink ging als 12- jarige op Tien er toer en maakte van deze 'roadtrip' een plakboek.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2017 | | pagina 8